ECLI:NL:RBMNE:2020:2297

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
10 juni 2020
Publicatiedatum
19 juni 2020
Zaaknummer
C/16/503707 / FA RK 20-3487
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van een crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 10 juni 2020 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1963 te Egypte. De officier van justitie had op 9 juni 2020 verzocht om voortzetting van de op 8 juni 2020 opgelegde crisismaatregel, die was ingesteld op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De mondelinge behandeling vond plaats op dezelfde dag, waarbij de betrokkene, haar advocaat mr. S. Makhloufi, een psychiater en de dochter van de betrokkene aanwezig waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, veroorzaakt door een psychische stoornis, en dat de situatie zo ernstig is dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht. De rechtbank heeft de verzochte vormen van verplichte zorg, met uitzondering van enkele, toegewezen en een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verleend voor de duur van drie weken, tot en met 1 juli 2020. De beschikking is mondeling gegeven door mr. M.E.A. Braeken, kinderrechter, en is op 18 juni 2020 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Familierecht
Locatie Utrecht
Zaaknummer: C/16/503707 / FA RK 20-3487
Betrokkenenummer: [betrokkenenummer]
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 10 juni 2020,naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] 1963 te [geboorteplaats] (Egypte),
wonende te [woonplaats] ,
verblijvende te [naam instelling] , locatie [naam locatie] te [plaatsnaam] ,
hierna te noemen: de betrokkene,
advocaat: mr. S. Makhloufi.

1.Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 9 juni 2020, heeft de officier van justitie verzocht om voortzetting van de op 8 juni 2020 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel d.d. 8 juni 2020;
  • de medische verklaring d.d. 8 juni 2020;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet BOPZ en de Wvgzz.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 10 juni 2020. In verband met de maatregelen van overheidswege genomen om de verspreiding van het coronavirus te stoppen door zo min mogelijk naar buiten te gaan heeft de mondelinge behandeling telefonisch plaatsgevonden.
1.3.
Bij die gelegenheid zijn conform de Algemene Regeling Zaaksbehandeling Rechtspraak telefonisch gehoord:
  • de betrokkene, bijgestaan door mr. S. Makhloufi,
  • mevrouw [A] , psychiater,
  • mevrouw [B] , de dochter van betrokkene.
De hierboven genoemde personen, met uitzondering van de advocaat van betrokkene, bevonden zich in dezelfde ruimte. De rechter en de griffier bevonden zich in het gerechtsgebouw van de rechtbank Midden-Nederland te Utrecht .
1.4.
De officier van justitie heeft van tevoren laten weten dat hij niet voornemens is bij de mondelinge behandeling te verschijnen.
1.5.
De rechtbank heeft na de mondelinge behandeling direct uitspraak gedaan en een kennisgeving mondelinge uitspraak aan de advocaat van betrokkene en aan de vertegenwoordiger van de instelling per e-mail verstrekt.

2.Beoordeling

2.1.
In de crisismaatregel waarvan de officier van justitie voortzetting vraagt, zijn de volgende vormen van verplichte zorg, als bedoeld in artikel 3:2 Wvggz, opgenomen:
toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
beperken van de bewegingsvrijheid;
insluiten;
uitoefenen van toezicht op betrokkene;
onderzoek aan kleding of lichaam;
onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
opnemen in een accommodatie.
2.2.
Betrokkene heeft verklaard dat het goed met haar gaat, maar dat ze op een verkeerde plek is. Zij is niet in de war en wil graag zo snel mogelijk naar huis. Namens betrokkene heeft de advocaat primair geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek. Betrokkene is van mening dat sprake is van een onjuiste beoordeling. Dit blijkt ook uit het informatierapport van de politie. Betrokkene is gevoelig voor prikkels en heeft een vrijheidsdrang. Er is een alternatieve plek waar betrokkene terecht kan. Ten aanzien van de vormen van verplichte zorg heeft de advocaat verklaard dat toedienen van vocht en voeding onder
a, niet nodig is. Ook de vormen van verplichte zorg onder
een
facht de advocaat niet noodzakelijk om ernstig nadeel af te wenden.
2.3.
De psychiater heeft gepleit voor afgifte van een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel. Sinds betrokkene is opgenomen is er weinig contact geweest. Hierdoor wordt onvoldoende duidelijk wat in betrokkene omgaat en wat maakt dat de situatie uit de hand is gelopen. Er is sprake van stress en spanningen in de thuissituatie. Betrokkene en haar echtgenoot zijn bezig met de echtscheiding. Betrokkene heeft de wens om naar Egypte te gaan omdat het daar beter met haar gaat. Ook is er een alternatieve plek waar betrokkene terecht kan. De psychiater acht het van belang dat vanuit de huidige setting goed onderzocht wordt wat de mogelijkheden zijn. Ook is een voortzetting nodig om verdere diagnostiek te laten plaatsvinden.
2.4.
De dochter van betrokkene heeft verklaard dat in de thuissituatie de afgelopen jaren veel spanningen zijn geweest. De reden van de opname is omdat het thuis niet meer ging. Er was veel geschreeuw waardoor anderen dachten dat het betrokkene was. De dochter vindt dat betrokkene niet meer naar huis moet gaan. Ook is het niet in het belang van betrokkene dat zij langer opgenomen blijft. Betrokkene ervaart veel prikkels tijdens de opname en zij voelt zich niet gehoord. In het verleden heeft betrokkene een periode in Egypte verbleven en toen ging het stukken beter met haar. De wens van de dochter is dat betrokkene naar Egypte kan gaan. Tot die tijd kan zij terecht bij een vriendin.
2.5.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, met name gelegen in de situatie dat betrokkene met haar hinderlijk gedrag agressie van een ander oproept. Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht. De rechtbank stelt vast dat op dit moment onvoldoende zicht is op het psychotisch toestandsbeeld van betrokkene. Het is van belang dat nader onderzoek wordt gedaan. Hoewel volgens de dochter een alternatieve plek voorhanden is, acht de rechtbank deze optie niet concreet genoeg. De komende weken dient zorgvuldig gekeken te worden naar een alternatieve plek voor betrokkene zodat haar eigen veiligheid en van haar omgeving gewaarborgd is.
2.6.
De rechtbank is van oordeel dat bij de voortzetting van de crisismaatregel verplichte zorg noodzakelijk is om het nadeel af te wenden. De rechtbank zal de verzochte vormen, met uitzondering van het toedienen van vocht en voeding onder a, en de vormen zoals genoemd onder e en f, van verplichte zorg toewijzen. Betrokkene verzet zich tegen deze zorg. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.7.
Deze vormen van verplichte zorg zijn evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.8.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na heden, en aldus geldt tot en met 1 juli 2020.

3.Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] 1963 te [geboorteplaats] (Egypte), met voor de duur van de machtiging de volgende vormen van verplichte zorg:
a. toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
b. beperken van de bewegingsvrijheid;
c. insluiten;
d. uitoefenen van toezicht op betrokkene;
h. aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
j. opnemen in een accommodatie;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 1 juli 2020;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 10 juni 2020 mondeling gegeven door mr. M.E.A. Braeken, [kinder]rechter en in het openbaar uitgesproken bijgestaan door N.L.J. Hitijahubessij als griffier, en op schriftelijk uitgewerkt en ondertekend 18 juni 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.