Op 10 juni 2020 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, uitspraak gedaan in een verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel, ingediend door de officier van justitie. Dit verzoek volgde op een eerder opgelegde crisismaatregel op 8 juni 2020. De mondelinge behandeling vond telefonisch plaats vanwege de coronamaatregelen. Tijdens deze behandeling zijn de betrokkene, bijgestaan door haar advocaat mr. A.R. Jaarsma, en een arts gehoord. De officier van justitie was niet aanwezig.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene, geboren in 1996, verblijft in een instelling en dat er sprake is van een psychotisch toestandsbeeld en katatonie. De arts pleitte voor voortzetting van de crisismaatregel, omdat er onmiddellijk dreigend ernstig nadeel is, met name levensgevaar, dat voortvloeit uit de psychische stoornis van de betrokkene. De rechtbank oordeelde dat de verzochte vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn om het dreigende nadeel af te wenden, ondanks het verzet van de betrokkene.
De rechtbank verleende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de duur van drie weken, tot en met 1 juli 2020. De beschikking is mondeling gegeven door rechter M.E.A. Braeken en schriftelijk uitgewerkt op 18 juni 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.