Uitspraak
1.Procesverloop
- de medische verklaring d.d. 30 maart 2020;
- de zorgkaart inclusief bijlagen;
- het zorgplan inclusief bijlagen;
- de bevindingen van de geneesheer-directeur;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet BOPZ en de Wvgzz;
- de strafvorderlijke en justitiële gegevens.
- mr. H. Hooijer, de advocaat van betrokkene,
- mevrouw [A] , casemanager,
- mr. V.A.S.E. Lantain, officier van justitie.
2.Beoordeling
a. De vorm van verplichte zorg onder
i, zoals toegelicht, zal de rechtbank afwijzen omdat het hier een algemene regel betreft, niet specifiek voor betrokkene maar voor alle mensen op de afdeling tijdens de coronacrisis. Dergelijke algemene regels met betrekking tot bezoek vallen naar het oordeel van de rechtbank onder de huisregels van de instelling, en zijn geen vorm van verplichte zorg. Verder acht de rechtbank de vormen van verplichte zorg onder
cen
dwel noodzakelijk omdat uit de stukken en wat tijdens de mondelinge behandeling is besproken blijkt dat betrokkene agressief gedrag kan vertonen. Om de veiligheid van betrokkene en zijn omgeving om die momenten te waarborgen is het van belang dat de mogelijkheid bestaat om die vormen van verplichte zorg toe te kunnen passen.
3.Beslissing
[betrokkene], geboren op