ECLI:NL:RBMNE:2020:2277

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
17 juni 2020
Publicatiedatum
19 juni 2020
Zaaknummer
16-700191-17 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schuldige bevindingen in de zaak van het kraken van de beveiliging van de ov-chipkaart en valselijk opladen van saldo

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 17 juni 2020 uitspraak gedaan tegen twee mannen die schuldig zijn bevonden aan het kraken van de beveiliging van de ov-chipkaart. De verdachten hebben in de periode van 12 december 2013 tot en met 14 november 2017, samen met anderen, de beveiliging van de ov-chipkaart gekraakt en het saldo valselijk opgehoogd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachten opzettelijk en wederrechtelijk toegang hebben verkregen tot de chips van de ov-chipkaarten, die eigendom zijn van Trans Link Systems, door gebruik te maken van scripts en software, waaronder het programma OVChipAppV6. De rechtbank heeft de verdachten een taakstraf van 120 uur opgelegd, mede omdat zij first offenders zijn. Daarnaast zijn zij verplicht om een substantieel bedrag terug te betalen aan Trans Link Systems voor de financiële schade die is geleden door hun handelen. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk toegewezen tot een bedrag van € 14.588,00, vermeerderd met wettelijke rente. De rechtbank heeft ook verschillende voorwerpen, waaronder een cardreader en harde schijven, verbeurd verklaard en onttrokken aan het verkeer. De uitspraak benadrukt de ernst van de feiten en de impact op het vertrouwen van de consument in de ov-chipkaart.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16-700191-17 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 17 juni 2020
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [1987] te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres,
[adres] te [woonplaats] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 3 juni 2020. De verdachte is in persoon verschenen en heeft zich ter zitting laten bijstaan door mr. W. Oosterbaan-Van Veen, advocaat te Ede.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. R.E. Craenen, en van wat verdachte en de raadsvrouw naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:van 12 december 2013 tot en met 14 november 2017 te Utrecht, alleen of samen met een of meer anderen, zich heeft schuldig gemaakt aan computervredebreuk;
feit 2:van 12 december 2013 tot en met 14 november 2017 te Utrecht, alleen of samen met een of meer anderen, ov-chipkaarten heeft gekraakt en het saldo valselijk heeft opgehoogd, met het oogmerk om zich te bevoordelen;
feit 3: van 12 december 2013 tot en met 14 november 2017 te Utrecht en/of Alkmaar, alleen of samen met een of meer anderen, gebruik heeft gemaakt van vervalste ov-chipkaarten;
feit 4: van 12 december 2013 tot en met 14 november 2017 te Utrecht, alleen of samen met een of meer anderen, computerapparatuur en/of software heeft vervaardigd en/of voorhanden heeft gehad waarmee ov-chipkaarten kunnen worden vervalst.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht alle ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend te bewijzen, waarbij de pleegperiode van feit 1 en 4 aanvangt op 8 december 2015 en die van feit 2 en 3 in mei 2016.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit van het onder feit 2 ten laste gelegde. Zij heeft hiertoe aangevoerd dat het oogmerk van financieel gewin ontbrak bij verdachten ten tijde van het vervalsen van de ov-chipkaarten. De overige feiten kunnen worden bewezen, met een tweetal kanttekeningen. Ten eerste kan het onder feit 4 ten laste gelegde ‘vervaardigen’ van de software niet worden bewezen, maar slechts het ‘voorhanden hebben’ daarvan. Ten tweede dient de periode waarin de feiten 1, 3 en 4 hebben plaatsgevonden te worden ingekort.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
Bewijsmiddelen [1]
Ten aanzien van feit 1 tot en met 4:
Op het adres van verdachte worden onder meer aangetroffen:
- een NFC-kaartlezer;
- een computerprogramma: OVchipApp;
- een hoeveelheid
keys(sleutels waarmee de beveiliging van ov-chipkaarten kan worden doorbroken). [2] Waaronder een
keymet bestandsnaam: [bestandsnaam] .ovcardkey [3] en een key met bestandsnaam [bestandsnaam] .ovcardkey. [4]
De aanmaakdatum van de
keymet nummer [bestandsnaam] is 8 december 2015. [5]
De aanmaakdatum van de
keymet nummer [bestandsnaam] is 25 mei 2016. [6]
De oudste
keydie gekoppeld kan worden aan een ov-chipkaart waarmee daadwerkelijk met een valselijk opgeladen saldo is gereisd, is die van 25 mei 2016. [7]
Uit de Excel-lijst met reisgegevens, valt af te leiden dat er met de ov-chipkaart die kan worden gekoppeld aan de
keyvan 25 mei 2016, voor het eerst is gereisd op 26 mei 2016. [8]
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij samen met medeverdachte [medeverdachte] verschillende ov-chipkaarten heeft gekraakt en het saldo vervolgens heeft opgeladen met een kaartlezer en bestaande software die medeverdachte had doorontwikkeld. Tevens heeft verdachte verklaard dat hij en medeverdachte [medeverdachte] de valselijk opgeladen ov-chipkaarten vervolgens hebben gebruikt, voornamelijk op het traject Alkmaar-Utrecht, maar ook op andere plaatsen. Hij is hiermee opgehouden op het moment dat hij werd aangehouden (
de rechtbank begrijpt: 14 november 2017). [9]
De werkwijze van verdachte en medeverdachte bestond onder meer uit het plaatsen van de ov-chipkaart op de NFC-kaartlezer en het met een script een brute force aanval op de ov-chipkaart uitvoeren totdat de key is achterhaald. Met de key kon toegang worden verschaft tot de ov-chipkaart, waarna het saldo kon worden veranderd. Voor het veranderen van het saldo werd het programma OVChipAppV6 gebruikt. [10]
Trans Link Systems is verantwoordelijk voor de uitgifte van de ov-chipkaart. [11]
4.3.2
Bewijsoverwegingen
feit 1
Verdachte heeft dit feit bekend. Nu de oudste
keydie is aangetroffen op de computer van de medeverdachte dateert van 8 december 2015, vangt daarmee de pleegperiode aan.
feit 2
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit van het onder feit 2 ten laste gelegde. Hiertoe heeft zij aangevoerd dat het oogmerk van financieel gewin bij verdachte en zijn mededader ontbrak. Het zou hen slechts te doen zijn om de uitdaging van het kraken van de nieuwe ov-chipkaart. De rechtbank verwerpt dit verweer en overweegt daartoe als volgt. Verdachte heeft bekend dat hij veelvuldig het saldo van ov-chipkaarten valselijk heeft opgeladen. Uit dit feitelijke opwaarderen kan in beginsel het oogmerk van financieel gewin reeds worden afgeleid. De rechtbank ziet geen reden om dit oogmerk niet aan te nemen. Verdachte is veelvuldig gaan reizen met de vervalste kaarten, hetgeen hem financieel voordeel heeft opgeleverd. De pleegdatum van dit feit vangt aan op 25 mei 2016. Dit is de aanmaakdatum van de oudste
keydie gekoppeld kan worden aan een ov-chipkaart waarvan bewezen kan worden dat het saldo valselijk is opgehoogd.
feit 3
Verdachte heeft feit 3 bekend. De pleegperiode vangt aan op 26 mei 2016, omdat uit de Excel-lijst met reisgegevens volgt dat dit de eerste datum is waarop is gereisd met valselijk opgeladen saldo.
feit 4
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat niet kan worden bewezen dat verdachte en medeverdachte de software, waarmee de kaarten uiteindelijk zijn gekraakt, hebben vervaardigd. Verdachten zouden slechts bestaande software hebben doorontwikkeld, hetgeen niet kan worden getypeerd als vervaardigen. De rechtbank verwerpt dit verweer. Het is een feit van algemene bekendheid dat nieuwe computerprogramma’s veelvuldig zijn gestoeld op een basis van reeds ontwikkelde software. Hierdoor ontstaat nieuwe software, waardoor wel degelijk sprake is van vervaardiging van software zoals ten laste is gelegd.
De rechtbank acht op grond van bovengenoemde feiten en omstandigheden in onderling verband en samenhang bezien wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het ten laste gelegde onder feit 1 tot en met 4.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
feit 1:
op meerdere tijdstippen in de periode van 8 december 2015 tot en met 14 november 2017 te Utrecht, tezamen en in vereniging met een ander meermalen, opzettelijk en wederrechtelijk in een geautomatiseerd werk, althans een deel daarvan, te weten de chips van meerdere OV-chipkaarten, welke OV-chipkaarten in eigendom toebehoren aan Trans Link Systems, is binnengedrongen, waarbij hij en zijn mededader enige beveiliging van die OV-chipkaarten hebben doorbroken en waarbij hij en zijn mededader de toegang hebben verworven door een valse sleutel, immers hebben verdachte en zijn mededader opzettelijk en wederrechtelijk de OV-chipkaarten via een kaartlezer verbonden met een computer, en (vervolgens) met behulp van scripts en software (waaronder het programma OVChipAppV6) de (beveiliging van de) OV-chipkaarten gekraakt en zich aldus toegang verschaft tot de zich op die OV-chipkaarten bevindende chips en tot de zich in die chips bevindende gegevens;
feit 2:
op meerdere tijdstippen in de periode van 25 mei 2016 tot en met 14 november 2017 te Utrecht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, meermalen, opzettelijk waardekaarten, bestemd voor het verrichten van betalingen langs geautomatiseerde weg, te weten OV-chipkaarten, gehackt, namelijk met behulp van scripts en software (waaronder het programma OVChipAppV6) de (beveiliging van de) OV-chipkaart(en) gekraakt, en (vervolgens) het saldo van die OV-chipkaarten gewijzigd, waardoor (telkens) een OV-chipkaart ontstond met een hoger saldo;
feit 3:
op meerdere tijdstippen in de periode van 26 mei 2016 tot en met 14 november 2017 te Utrecht en Alkmaar, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, meermalen opzettelijk gebruik heeft gemaakt van vervalste waardekaarten bestemd voor het verrichten van betalingen langs geautomatiseerde weg, te weten OV-chipkaarten, die in eigendom toebehoren aan Trans Link Systems, als ware deze echt en onvervalst, bestaande het gebruikmaken hierin dat hij, verdachte, en zijn mededader met vervalste OV-chipkaarten meerdere reizen in het openbaar vervoer hebben betaald en bestaande die vervalsing hierin dat de saldogegevens door middel van een technische ingreep valselijk waren verhoogd;
feit 4:
op meerdere tijdstippen in de periode van 8 december 2015 tot en met 14 november 2017 te Utrecht tezamen en in vereniging met een ander voorwerpen en gegevens, te weten computerapparatuur en software en scripts, hebben vervaardigd en voorhanden hebben gehad, waarvan hij, verdachte, en zijn mededader wisten dat deze voorwerpen en gegevens bestemd waren tot het plegen van enig in artikel 232, eerste lid, omschreven misdrijf, te weten het vervalsen van OV-chipkaarten.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
feit 1: medeplegen van computervredebreuk, meermalen gepleegd;
feit 2: medeplegen van opzettelijk een waardekaart bedoeld voor het verrichten van betalingen langs geautomatiseerde weg valselijk opmaken, met het oogmerk zichzelf of een ander te bevoordelen, meermalen gepleegd;
feit 3: medeplegen van opzettelijk gebruik maken van een vervalste kaart als ware deze echt en onvervalst, meermalen gepleegd;
feit 4: medeplegen van het vervaardigen en voorhanden hebben van voorwerpen bestemd tot het plegen van een der in artikel 232, eerste lid, omschreven misdrijven.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot:
- een taakstraf van 120 uren, indien niet of niet naar behoren verricht te vervangen door 60 dagen hechtenis.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft het volgende aangevoerd. Verdachte is first offender en hoewel er sprake is van strafbare feiten, is het opzet van cliënten daar in de basis nooit op gericht geweest. Daarbij verzoekt de verdediging rekening te houden met het feit dat de strafzaak lang op zich heeft moeten laten wachten. Al met al is een geheel voorwaardelijke straf op zijn plaats.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft samen met een vriend software ontwikkeld om ov-chipkaarten mee te kraken zodat het saldo valselijk kon worden verhoogd. Vervolgens hebben zij gedurende een periode van bijna anderhalf jaar gereisd met deze kaarten. Dit zijn ernstige strafbare feiten. Door het kraken en valselijk opladen van ov-chipkaarten is een inbreuk gemaakt op het vertrouwen van de consument in de ov-chipkaart. Daarnaast is er schade ontstaan bij Trans Link Systems. Verdachte en zijn mededader hebben daar geen boodschap aan gehad, maar zijn gratis gaan reizen om daar financieel beter van te worden.
Wat betreft de persoon van de verdachte heeft de rechtbank rekening gehouden met het uittreksel uit de Justitiële Documentatie waaruit blijkt dat verdachte niet eerder met justitie in aanraking is geweest. De rechtbank zal dit niet in het voor- of nadeel van verdachte laten meewegen.
De rechtbank heeft geconstateerd dat in deze strafzaak de redelijke termijn is geschonden. Verdachten zijn aangehouden en voor het eerst gehoord op 14 november 2017. Hun strafzaak heeft ruim 2 jaar en 5 maanden later plaatsgevonden. Nu voor dit ruime tijdbestek geen directe reden is aan te wijzen, maar verdachte wel al die tijd in onzekerheid heeft moeten zitten, zal de rechtbank hier in straf verlagende zin rekening mee houden.
Alles afwegende acht de rechtbank een werkstraf van honderdtwintig (120) uren passend en geboden. Een door de verdediging verzochte geheel voorwaardelijke straf, staat volgens de rechtbank in geen verhouding tot de ernst van de feiten en daarvan zou een verkeerd signaal naar de samenleving uitgaan.

9.BESLAG

Verbeurdverklaring
Onder verdachte zijn de volgende voorwerpen in beslag genomen:
- Cardreader Advanced Card System Ltd;
- Harde schijf uit Desktop;
- Harde schijf uit Desktop.
De voorwerpen behoren aan verdachte toe. Nu met behulp van die voorwerpen het onder 1, 2 en 3 bewezen geachte is begaan, worden deze voorwerpen verbeurdverklaard.
Onttrekking aan het verkeer
Onder verdachte zijn de volgende voorwerpen in beslag genomen:
- OV-chipkaart;
- OV-chipkaart;
- OV-chipkaart.
Nu deze voorwerpen zijn vervaardigd tot het begaan van het onder 1, 2 en 3 bewezen geachte en zij van zodanige aard zijn, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang, worden deze voorwerpen onttrokken aan het verkeer.

10.BENADEELDE PARTIJ

10.1
De vordering
Translink, vertegenwoordigd door [aangever] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 68.913,73. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
10.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de schade hoofdelijk toe te wijzen tot een bedrag van € 33.434,20. Daartoe heeft hij aangevoerd dat verdachte een gedeelte van € 23.867,20 niet betwist, omdat dit bedrag betrekking heeft op kaarten die verdachte en medeverdachte hebben gebruikt op het traject Alkmaar-Utrecht en verdachte en medeverdachte hebben verklaard dat zij op dit traject (hun woon-werkverkeer) gebruik hebben gemaakt van valselijk opgeladen ov-chipkaarten Van de overige trajecten ziet een bedrag van € 19.134,00 op het gebruik van ov-chipkaarten waarvan de
keyszijn aangetroffen op de computers van verdachte en medeverdachte. Dit bedrag dient te worden gehalveerd (= € 9.567,00) om te compenseren dat in de tabellen met schadebedragen fouten zitten.
Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd de bedragen te vermeerderen met de wettelijke rente en ook de schadevergoedingsmaatregel op te leggen. De vordering dient voor het overige niet-ontvankelijk te worden verklaard, nu een deugdelijke onderbouwing voor dit overige deel ontbreekt.
10.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft primair verzocht de vordering in het geheel niet-ontvankelijk te verklaren, omdat die onvoldoende is onderbouwd. Subsidiair is aangevoerd dat er slechts een bedrag kan worden toegewezen dat ziet op de schade die is ontstaan op het traject Utrecht-Alkmaar. De hoogte van het gevorderde bedrag op dat onderdeel wordt echter betwist.
10.4
Het oordeel van de rechtbank
Dat schade is geleden die betrekking heeft op het woon-werkverkeer van verdachte, is voldoende onderbouwd en door de verdediging niet betwist. Deze komt derhalve voor toewijzing in aanmerking. De hoogte van deze schade heeft de verdediging wel betwist. Nu de schadeberekening van aangeefster niet inzichtelijk is en een aantal fouten bevat, kan deze berekening niet als uitgangspunt worden genomen voor het vaststellen van de schade. De rechtbank hanteert derhalve een eigen berekening.
[verdachte]
De rechtbank overweegt dat verdachte [verdachte] vanaf 26 mei 2016 tot en met 14 november 2017 gebruik heeft gemaakt van ov-chipkaarten waarvan hij het saldo valselijk heeft opgehoogd. Deze periode beslaat 77 weken en 1 dag. De raadsvrouw heeft door de overgelegde stukken aannemelijk gemaakt dat medeverdachte van 1 augustus 2017 tot en met 3 september 2017 – 4 weken en 5 dagen – in de Verenigde Staten verbleef en in die periode geen gebruik heeft gemaakt van vervalste ov-chipkaarten. Tevens zal verdachte geen woon-werkverkeer hebben gehad tijdens zijn (overige) vakantieperiode. De rechtbank gaat hierbij uit van een gemiddelde vakantieperiode van 4 weken per 52 weken, derhalve 6 weken over de bewezenverklaarde periode. Het feit dat verdachte ook weleens vanuit huis zou hebben gewerkt is in het geheel niet onderbouwd en derhalve niet aannemelijk geworden.
Dat betekent dat verdachte gedurende een periode van (77 weken en 1 dag, minus 4 weken en 5 dagen, minus 6 weken =) 66 weken en 3 dagen met een vervalste ov-chipkaart van en naar zijn werk heeft gereisd. Verdachte werkte 5 dagen per week, hetgeen betekent dat is komen vast te staan dat verdachte op 333 dagen van Utrecht naar Alkmaar en vice versa heeft gereisd met valselijk opgehoogde ov-chipkaarten.
Uit de reishistorie die in het dossier te vinden is, blijkt dat een retourtje Utrecht-Alkmaar zowel op 26 mei 2016 als 14 november 2017 € 28,00 kostte. De rechtbank overweegt dat de schade voor dit gedeelte is vast te stellen op een bedrag van 333 × € 28,00 = € 9.324,00.
Medeverdachte [medeverdachte]
Bewezen verklaard is dat medeverdachte [medeverdachte] van 26 mei 2016 tot en met 14 november 2017 gebruik heeft gemaakt van ov-chipkaarten waarvan hij het saldo valselijk heeft opgehoogd. Deze periode beslaat 77 weken en 1 dag. De door de raadsvrouw overgelegde stukken hebben aannemelijk gemaakt dat verdachte van 1 augustus 2017 tot en met 28 september 2017 – 8 weken en 2 dagen – in de Verenigde Staten verbleef en in die periode geen gebruik heeft gemaakt van vervalste ov-chipkaarten. Ook medeverdachte [medeverdachte] zal geen woon-werkverkeer hebben gehad tijdens zijn (overige) vakantieperiode. De rechtbank gaat hierbij uit van een gemiddelde van 4 weken per 52 weken, derhalve 6 weken over de bewezenverklaarde periode. Het feit dat verdachte ook wel eens vanuit huis zou hebben gewerkt is in het geheel niet onderbouwd en derhalve niet aannemelijk geworden.
Dat betekent dat medeverdachte gedurende een periode van (77 weken en 1 dag, minus 8 weken en 2 dagen, minus 6 weken =) 62 weken en 6 dagen met een vervalste ov-chipkaart van en naar zijn werk heeft gereisd. Medeverdachte werkte 3 dagen per week, hetgeen betekent dat is komen vast te staan dat medeverdachte op 188 dagen van Utrecht naar Alkmaar en vice versa heeft gereisd met een valselijk opgehoogde ov-chipkaart.
Zoals hierboven gesteld, kostte een retourtje € 28,00. Dat betekent dat de rechtbank de schade voor dit onderdeel waardeert op een bedrag van 188 × € 28,00 = € 5.264,00.
Totaal
De rechtbank zal gelet op het voorgaande de vordering tot het bedrag van (€ 9.324,00 + € 5.264,00 =) € 14.588,00 hoofdelijk toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 14 november 2017 tot de dag van volledige betaling.
De rechtbank zal de vordering van de benadeelde partij voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk verklaren, omdat deze onvoldoende is onderbouwd. Zo is het onduidelijk hoe het schadebedrag aan de hand van de gegevens uit de tabellen is berekend, zien de tabellen ook op ov-chipkaarten waarvan de keys niet op de computers van verdachte en medeverdachte zijn aangetroffen en is onduidelijk in hoeverre zogenoemde dumpfiles van invloed zijn geweest op het schadebedrag.
Verdachte zal ook hoofdelijk worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
De rechtbank ziet geen aanleiding om, zoals de officier van justitie heeft verzocht, de gevorderde schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu Trans Link Systems in staat wordt geacht deze schade zelf te verhalen.

11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 22c, 22d, 33, 33a, 36b, 36c, 47, 57, 138ab, 232, 234 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

12.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid, van
120 (hondertwintig) uren, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 60 dagen.
Beslag
- verklaart verbeurd:
- Cardreader Advanced Card System Ltd;
- Harde schijf uit Desktop;
- Harde schijf uit Desktop.
- Verklaart onttrokken aan het verkeer:
- OV-chipkaart;
- OV-chipkaart;
- OV-chipkaart.
Benadeelde partij
- wijst de vordering van Trans Link Systems gedeeltelijk toe tot een bedrag van € 14.588,00 (zegge: veertienduizend vijfhonderdachtentachtig euro).
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling van het toegewezen bedrag aan Trans Link Systems voornoemd, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 mei 2017 tot de dag van volledige betaling, behalve voor zover deze vordering al door of namens een ander is betaald.
- veroordeelt verdachte voorts hoofdelijk in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
- bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering is en bepaalt dat dit gedeelte kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.A. Bos, voorzitter, mrs. M.E. Falkmann en O.P. van Tricht, rechters, in tegenwoordigheid van mr. B.A.E.J. Koster, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 17 juni 2020.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
feit 1:
hij op een of meerdere tijdstippen in de periode van 12 december 2013 tot en met 14 november 2017 te Utrecht, althans Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, opzettelijk en wederrechtelijk in een geautomatiseerd werk, althans een deel daarvan, te weten de chip(s) van een of meerdere OV-chipkaart(en), welke OV-chipkaart(en) in eigendom toebeho(o)r(d)en aan Trans Link Systems, is binnengedrongen, waarbij hij en/of zijn mededader(s) enige beveiliging van die OV-chipkaarten heeft/hebben doorbroken en waarbij hij en/of zijn mededader(s) de toegang heeft/hebben verworven door een technische ingreep en/of met behulp van valse signalen of een valse sleutel en/of door het aannemen van een valse hoedanigheid, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) opzettelijk en wederrechtelijk de OV-chipkaart(en) via een kaartlezen verbonden met een computer, en/of (vervolgens) met behulp van scripts en/of software (waaronder het programma OVChipAppV6) de (beveiliging van de) OV-chipkaart(en) ontsleuteld en/of gekraakt en zich aldus toegang verschaft tot de zich op die OV-chipkaart(en) bevindende chip(s) en tot de zich in die chip(s) bevindende gegevens;
art. 138ab lid 1 Wetboek van Strafrecht
feit 2:
hij op een of meerdere tijdstippen in de periode van 12 december 2013 tot en met 14 november 2017 te Utrecht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, opzettelijk (een) waardekaart(en), bestemd voor het verrichten en/of verkrijgen van betalingen en/of andere prestaties langs geautomatiseerde weg, te weten OV-chipkaart(en) gehackt, namelijk met behulp van scripts en/of software (waaronder het programma OVChipAppV6) de (beveiliging van de) OV-chipkaart(en) ontsleuteld en/of gekraakt, en (vervolgens) het saldo van die OV-chipkaart(en) gewijzigd, waardoor (telkens) een OV-chipkaart ontstond met een hoger, althans gewijzigd, saldo;
art. 232 lid 1 Wetboek van Strafrecht
feit 3:
hij op een of meerdere tijdstippen in de periode van 12 december 2013 tot en met 14 november 2017 te Utrecht en/of Alkmaar, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een of meer valse of vervalste waardekaart(en) bestemd voor het verrichten en./of verkrijgen van betalingen en/of andere prestaties langs geautomatiseerde weg, te weten OV-chipkaart(en), die in eigendom toebehoren aan Trans Link Systems, als ware deze echt en onvervalst, bestaande het gebruikmaken hierin dat hij, verdachte, en zijn mededaders met een of meer valse en/of vervalste OV-chipkaarten meerdere reizen in het openbaar vervoer hebben betaald en bestaande die valsheid en/of vervalsing hierin dat de (saldo)gegevens door middel van een technische ingreep valselijk waren verhoogd en/of gemanipuleerd;
art. 232 lid 2 Wetboek van Strafrecht
feit 4:
hij op een of meerdere tijdstippen in de periode van 12 december 2013 tot en met 14 november 2017 te Utrecht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, voorwerpen en/of gegevens, te weten computerapparatuur en/of software en/of scripts, heeft/hebben vervaardigd en/of voorhanden heeft/hebben gehad, waarvan hij, verdachte en/of zijn mededade(s) wist(en) dat deze voorwerpen en/of gegevens bestemd waren tot het plegen van enig in artikel 232, eerste lid, omschreven misdrijf, te weten het vervalsen van OV-chipkaarten;
art. 234 Wetboek van Strafrecht

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 28 juni 2018, genummerd PL0900-2017115758, doorgenummerd 1 tot en met 289 en een extra proces-verbaal van bevindingen van 29 juli 2019, genummerd 62, doorgenummerd 1 tot en met 16. Beide opgemaakt door politie Midden-Nederland. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Extra proces-verbaal van bevindingen van 29 juli 2019, genummerd 62, p. 3.
3.Extra proces-verbaal van bevindingen van 29 juli 2019, genummerd, 62, p. 16.
4.Extra proces-verbaal van bevindingen van 29 juli 2019, genummerd, 62, p. 15.
5.Een geschrift, te weten een lijst met gevonden
6.Een geschrift, te weten een lijst met gevonden
7.Een geschrift, te weten een lijst met gevonden
8.Een geschrift, te weten een uitdraai met reisgegevens, tabblad overige data, rij 25580.
9.De verklaring van verdachte ter terechtzitting, d.d. 3 juni 2020.
10.Proces-verbaal van bevindingen van 29 juli 2019, proces-verbaalnummer 62, p. 5.
11.Proces-verbaal aangifte van 18 april 2017, p. 16.