ECLI:NL:RBMNE:2020:2237
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen loondispensatiebesluit van het Uwv met betrekking tot Wajong-uitkering
In deze zaak heeft eiseres, een werkgever, beroep ingesteld tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) inzake loondispensatie voor haar werknemer [A], die vanwege arbeidsbeperkingen minder presteert dan een werknemer zonder ziekte of handicap. Eiseres had in 2019 een aanvraag ingediend voor verlenging van de loondispensatie, maar het Uwv kende slechts een loondispensatie van 8,10% toe, wat eiseres onterecht vond. Eiseres stelde dat het percentage loondispensatie tussen de 23,50% en 30% zou moeten liggen, omdat het Uwv bij de berekening van de loonwaarde van [A] niet van de juiste gegevens was uitgegaan.
Tijdens de zitting op 20 januari 2020 heeft de rechtbank het onderzoek aangehouden om het Uwv de gelegenheid te geven nader onderzoek te doen. Dit resulteerde in een rapport van arbeidsdeskundige [C], die concludeerde dat de loonwaarde van [A] 65% was en dat de loondispensatie 29,36% zou moeten bedragen. Eiseres gaf aan zich te kunnen vinden in deze conclusies. De rechtbank heeft vervolgens geoordeeld dat het bestreden besluit van het Uwv niet in stand kon blijven en heeft het beroep gegrond verklaard.
De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd en zelf in de zaak voorzien door het percentage loondispensatie vast te stellen op 29,36% voor de periode van 4 maart 2019 tot en met 3 maart 2024. De rechtbank heeft echter geen proceskostenvergoeding toegekend aan eiseres, omdat de onjuiste informatie die zij had verstrekt aan het Uwv de aanleiding was voor de procedure. Eiseres heeft recht op terugbetaling van het griffierecht van € 345,--. Deze uitspraak is gedaan op 11 juni 2020 door rechter Y.N.M. Rijlaarsdam, in aanwezigheid van griffier P.J. Naus.