Uitspraak
1.Procesverloop
2.Beoordeling
3.Beslissing
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] 1960 te [geboorteplaats] , voor de volgende vormen van verplichte zorg, zoals verzocht onder 2.1:
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 15 mei 2020 een beschikking gegeven naar aanleiding van een verzoek van de officier van justitie om een zorgmachtiging te verlenen op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Het verzoek was ingediend voor een betrokkene, geboren in 1960, die lijdt aan een bipolaire 1 stoornis met een verslavingsstoornis. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene ernstig nadeel ondervindt door haar psychische aandoening, wat leidt tot risico's voor haar gezondheid en welzijn. De advocaat van de betrokkene heeft gepleit voor toewijzing van het verzoek, en de betrokkene heeft ingestemd met de zorgmachtiging.
De rechtbank heeft in haar beoordeling gekeken naar de noodzaak van verplichte zorg en de verschillende vormen daarvan, waaronder het toedienen van medicatie, het beperken van de bewegingsvrijheid, en het insluiten van de betrokkene. De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn en dat de verzochte zorg evenredig en effectief is. De zorgmachtiging is verleend voor de duur van zes maanden, met de mogelijkheid om de zorg zowel ambulant als klinisch toe te passen, afhankelijk van de situatie van de betrokkene.
De beschikking is mondeling gegeven door rechter T. Dopheide en is op 15 november 2020 in het openbaar uitgesproken. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.