In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland, is een tussenvonnis uitgesproken op 22 april 2020. De zaak betreft een geschil tussen Surya Hotels Nederland BV, gevestigd te Den Haag, en een gedaagde partij die handelt onder de naam '[bedrijf 1]'. De procedure is gestart door Surya, die als eisende partij in conventie optreedt en als verweerster in reconventie. De gedaagde partij, '[bedrijf 1]', is de eiser in reconventie. De kantonrechter heeft in een eerder tussenvonnis van 27 november 2019 een mondelinge behandeling gepland op 24 april 2020, maar deze is vanwege de coronamaatregelen geannuleerd. De kantonrechter heeft besloten dat de zaak schriftelijk kan worden afgedaan, gezien de lange looptijd van de procedure en de noodzaak voor partijen om hun standpunten schriftelijk toe te lichten. De partijen zijn opgedragen om relevante stukken en bewijsmiddelen in te dienen, waarbij specifieke aandacht moet worden besteed aan de werkzaamheden die aan '[bedrijf 1]' zijn opgedragen, de tegenprestatie die door Surya is betaald, en de juridische grondslagen van de vorderingen en verweren. De kantonrechter heeft duidelijke termijnen gesteld voor het indienen van deze stukken en heeft aangegeven dat er geen uitstel zal worden verleend. De zaak is vervolgens doorverwezen naar rolzittingen op 20 mei, 17 juni en 15 juli 2020 voor verdere conclusies. Het vonnis is uitgesproken door mr. D.C.P.M. Straver, kantonrechter.