Op 4 mei 2020 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, een beschikking gegeven in een zaak betreffende een verzoek tot zorgmachtiging. Dit verzoek was ingediend door de officier van justitie op 16 april 2020, met als doel verplichte zorg te verlenen aan een betrokkene die lijdt aan een psychische stoornis. De mondelinge behandeling vond plaats op dezelfde dag, waarbij de rechter en griffier fysiek aanwezig waren in de rechtbank, terwijl de psychiater en behandelaar telefonisch werden gehoord. De advocaat van de betrokkene, mr. E.M. Fortuin, heeft namens zijn cliënt het woord gevoerd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene, geboren in 1997, lijdt aan neurobiologische ontwikkelingsstoornissen, waaronder verstandelijke beperkingen en autismespectrumstoornissen. Deze stoornissen leiden tot ernstig nadeel, met een aanzienlijk risico op ernstig lichamelijk letsel. De rechtbank oordeelde dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en verleende daarom een zorgmachtiging voor de verzochte vormen van verplichte zorg, met uitzondering van het doorzoeken van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen, aangezien de betrokkene niet bekend is met middelengebruik.
De zorgmachtiging is verleend voor een periode van zes maanden, tot en met 4 november 2020. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de verplichte zorg evenredig en effectief is, en dat de voorwaarden voor deelname aan het maatschappelijk leven en de veiligheid van de betrokkene in acht zijn genomen. De beschikking is mondeling gegeven door de rechter en schriftelijk uitgewerkt op 18 mei 2020, met de mogelijkheid tot cassatie tegen deze beschikking.