ECLI:NL:RBMNE:2020:2164

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
22 april 2020
Publicatiedatum
15 juni 2020
Zaaknummer
C/16/499720 / FA RK 20-2027
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot zorgmachtiging in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 22 april 2020 een beschikking gegeven naar aanleiding van een verzoek van de officier van justitie tot het verlenen van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Het verzoekschrift, dat op 27 maart 2020 is ingediend, bevatte bijlagen zoals een medische verklaring en een zorgplan. De mondelinge behandeling vond telefonisch plaats vanwege coronamaatregelen, waarbij de advocaat van de betrokkene, de psychiater en de casemanager aanwezig waren. De betrokkene was op de hoogte van de zitting maar deed afstand van zijn recht om gehoord te worden.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, specifiek een schizofreniespectrumstoornis, en dat er ernstig nadeel kan ontstaan als er geen verplichte zorg wordt verleend. De rechtbank heeft de verzochte vormen van verplichte zorg toegewezen, waaronder het toedienen van medicatie, het beperken van de bewegingsvrijheid, en het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid om het eigen leven in te richten. De zorgmachtiging is verleend voor de duur van zes maanden, met de mogelijkheid om bij onvoldoende effect van ambulante zorg over te gaan op meer ingrijpende maatregelen.

De rechtbank benadrukt dat verplichte zorg noodzakelijk is om de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren en om ernstig nadeel te voorkomen. De beschikking is mondeling gegeven en schriftelijk uitgewerkt, met de mogelijkheid tot cassatie tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Familierecht
Locatie Utrecht
Zaaknummer: C/16/499720 / FA RK 20-2027
Betrokkenenummer: [betrokkenenummer]
Machtiging tot verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 22 april 2020, naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] 1993 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen: de betrokkene,
advocaat mr. W.A. Breddels.

1.Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 27 maart 2020, heeft de officier van justitie verzocht om een zorgmachtiging. Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring d.d. 10 maart 2020;
  • de zorgkaart inclusief bijlagen;
  • het zorgplan inclusief bijlagen;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 22 april 2020. In verband met de maatregelen van overheidswege genomen om de verspreiding van het coronavirus te stoppen door zo min mogelijk naar buiten te gaan heeft de mondelinge behandeling telefonisch plaatsgevonden.
1.3.
Bij die gelegenheid zijn conform de Algemene Regeling Zaaksbehandeling Rechtspraak telefonisch gehoord:
  • mr. W.A. Breddels, de advocaat van betrokkene,
  • mevrouw [A] , psychiater,
  • mevrouw [B] , casemanager.
Een ieder bevond zich in een afzonderlijke ruimte. De rechter en de griffier bevonden zich in het gerechtsgebouw van de rechtbank Midden-Nederland te Utrecht.
1.4.
Voorafgaand aan de zitting heeft de advocaat het verzoek niet met betrokkene kunnen bespreken. De casemanager heeft betrokkene gesproken en betrokkene is op de hoogte van de zitting. De rechtbank stelt vast dat betrokkene op de hoogte is van de zitting en afstand doet van zijn recht om gehoord te worden. De rechtbank heeft met instemming van de advocaat van betrokkene en de overige aanwezigen het verzoek behandeld.
1.5.
De officier van justitie heeft van tevoren laten weten dat hij niet voornemens is de
mondelinge behandeling bij te wonen.
1.6.
De rechtbank heeft na de mondelinge behandeling direct uitspraak gedaan en per e-mail een kennisgeving mondelinge uitspraak aan de advocaat van betrokkene en aan de vertegenwoordiger van de zorgaanbieder verstrekt.

2.Beoordeling

2.1.
In het verzoekschrift is, op grond van het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur, verzocht om aan betrokkene de volgende vormen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:2 Wvggz te mogen verlenen. Het gaat dan om:
a. toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
Betrokkene dient zijn medicatie in te nemen volgens voorschrift. Indien betrokkene orale medicatie weigert, kan bij opname medicatie intramusculair worden toegediend. Zowel in de ambulante als de klinische setting zullen er onder andere urine controles op het gebruik van middelen worden uitgevoerd.
beperken van de bewegingsvrijheid;
Bij klinische opname en bij gevaar wat voortkomt vanuit de psychiatrische stoornissen.
insluiten;
Bij klinische opname en bij gevaar wat voortkomt vanuit de psychiatrische stoornissen.
uitoefenen van toezicht op betrokkene;
Bij insluiten. In geval van klinische opname, ook toezicht op betrokkene uitgeoefend, waaronder cameratoezicht (in de separeer) of via spionnetjes.
onderzoek aan kleding of lichaam;
Vanwege het middelengebruik kan het, in geval van klinische opname, nodig zijn om betrokkene te onderzoeken aan kleding of lichaam op gedrag-beïnvloedende middelen.
onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
Vanwege het middelengebruik kan het op indicatie nodig zijn dat de woon- of verblijfruimte van betrokkene wordt onderzocht op het bezit van gedrag-beïnvloedende middelen.
controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
Zowel ambulant als bij klinische opname, d.m.v. urinecontroles op middelengebruik. Op indicatie, bij gevaar wat voortkomt vanuit de psychiatrische stoornissen.
aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
Bij klinische opname en bij gevaar wat voorkomt vanuit de psychiatrische stoornissen. Daarnaast kan betrokkene in geval van insluiting worden beperkt in zijn telefoongebruik. Betrokkene zal toezicht moeten gedogen van het ambulant behandelteam en zal zich moeten houden aan de contactafspraken.
i. beperken van het recht op het ontvangen van bezoek;
Bij klinische opname, als bezoek ontregelend werkt voor betrokkene of de afdeling. Daarnaast kan bezoek beperkt worden in geval van insluiting (in de separeer wijken de bezoektijden af van de reguliere bezoektijden).
opnemen in een accommodatie.
Bij (dreigende) psychotische ontregeling of bij gevaar vanuit de psychiatrische stoornissen.
De officier verzoekt deze vormen van verplichte zorg voor de duur van zes maanden. In het verzoek is vermeld dat verplichte zorg onder a en h ook ambulant worden toegepast; de overige vormen van verplichte zorg zullen alleen klinisch worden toegepast. Uit het zorgplan blijkt dat betrokkene zich dient te houden aan de medicatievoorschriften en dat betrokkene contactafspraken met behandelaren moet nakomen.
De vertegenwoordiger van de zorgaanbieder heeft verklaard dat het toedienen van vocht en voeding onder a niet meer nodig zijn.
2.2.
De advocaat van betrokkene heeft verklaard dat zij zich refereert aan het oordeel van de rechtbank.
2.3.
De psychiater heeft verklaard dat de zorgmachtiging is aangevraagd om betrokkene in zorg te houden. Betrokkene is ambivalent als het gaat om medicatie inname. Het risico bestaat dat betrokkene zal ontregelen als hij zijn medicatie niet gebruikt en als hij een terugval krijgt in het gebruik van middelen. Hierdoor bestaat ook het risico dat betrokkene de woonvoorziening zal worden uitgezet.
2.4.
In aanvulling op de verklaring van de psychiater heeft de casemanager verder verklaard dat betrokkene zich elke dag moet melden om zijn medicatie in te nemen. Betrokkene is hierin niet trouw. Op dit moment is betrokkene dakloos omdat hij tijdelijk is geschorst bij de woonvoorziening. Het gaat niet goed met hem. De laatste keer dat betrokkene zich had gemeld om medicatie in te nemen, zag betrokkene er slecht uit. Betrokkene liep op sokken en had hij geen schoenen aan.
2.5.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen.
2.6.
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige financiële schade, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang, de situatie dat betrokkene met zijn hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, heeft betrokkene zorg nodig.
2.7.
Ter toelichting op het voorgaande overweegt de rechtbank als volgt. Betrokkene heeft een licht verstandelijke beperking met terugkerende psychotische stoornis. Daarnaast is betrokkene ook bekend met ADHD, PTSS en middelgebruik. Er is sprake van een gebrekkige ziekte-inzicht. Gelet hierop is het reëel om aan te nemen dat betrokkene zich zonder juridisch kader zal onttrekken aan zorg. Om die reden is verplichte zorg nodig.
2.8.
De rechtbank constateert in deze zaak dat het de bedoeling is dat een zorgmachtiging wordt verleend die gelijkenis vertoont met de voorwaardelijke machtiging onder de wet Bopz. Het is de rechtbank ambtshalve bekend dat de voorwaardelijke machtiging met voorwaarden en opname als stok achter de deur zeer effectief was en in een grote behoefte voorzag. De Wvggz kent een dergelijke machtiging niet. Uitgangspunt in de Wvggz is echter wel dat de verplichte zorg zo veel mogelijk ambulant wordt toegepast. De rechtbank is dan ook van oordeel dat aan de behoefte in de praktijk tegemoet gekomen kan worden door bij de vormen van verplichte zorg in de zorgmachtiging onderscheid te maken tussen enerzijds vormen van verplichte zorg die ambulant worden toegepast en anderzijds vormen van verplichte zorg die bestaan uit en horen bij opname. Deze laatste vormen van verplichte zorg dienen pas te worden toegepast op het moment dat het ernstig nadeel niet meer met de ambulant verplichte zorg kan worden afgewend.
2.9.
Gelet op het bovenstaande ziet de rechtbank aanleiding om in de onderhavige zaak de verzochte vormen van verplichte zorg toe te wijzen, waarbij de vormen onder a, met uitzondering van het toedienen van vocht en voeding, en h eerst moeten worden toegepast. Pas als op die manier het ernstig nadeel niet meer kan worden afgewend, dan kunnen de vormen b, c, d, e, f, g, i en j worden toegepast. De ambulant verplichte vormen van zorg die de rechtbank zal toewijzen, mogen dan ook in de kliniek worden toegepast. Deze verplichte zorg kan naar het oordeel van de rechtbank het ernstig nadeel voldoende wegnemen.
2.10.
Er zijn in dit geval geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.11.
De verzochte verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt verder dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen. De rechtbank wijst er op dat artikel 2:2 van het Besluit vggz eisen stelt aan de veiligheid bij de toepassing van een zorgmachtiging met ambulant verplichte zorg.
2.12.
Gelet op het voorgaande is naar het oordeel van de rechtbank voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging met de gevraagde vormen van verplichte zorg zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden.

3.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] 1993 te [geboorteplaats] , voor de volgende vormen van verplichte zorg, zoals verzocht onder 2.1:
a. toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
h. aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die
tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het
gebruik van communicatiemiddelen;
b. beperken van de bewegingsvrijheid;
c. insluiten;
d. uitoefenen van toezicht op betrokkene;
e. onderzoek aan kleding of lichaam;
g. controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
i. beperken van het recht op het ontvangen van bezoek;
j. opnemen in een accommodatie;
en
bepaalt dat gestart zal worden met ambulante verplichte zorg als bedoeld onder a en h;
bepaalt dat op het moment dat de ambulant verplichte zorg niet meer voldoende is om het ernstig nadeel af te wenden, ook de andere verleende vormen van verplichte zorg kunnen worden toegepast;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 22 oktober 2020;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 22 april 2020 mondeling gegeven door mr. A.C. Schroten, rechter en in het openbaar uitgesproken bijgestaan door N.L.J. Hitijahubessij als griffier, en schriftelijk uitgewerkt en ondertekend op 6 mei 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.