ECLI:NL:RBMNE:2020:2162

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
22 april 2020
Publicatiedatum
15 juni 2020
Zaaknummer
C/16/500013 / FA RK 20-2131
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 22 april 2020 een beschikking gegeven naar aanleiding van een verzoek van de officier van justitie om een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 1995 in Afghanistan. Het verzoek is ingediend op 1 april 2020 en betreft de verlening van verplichte zorg op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De mondelinge behandeling vond telefonisch plaats vanwege coronamaatregelen, waarbij de rechter en griffier in het gerechtsgebouw aanwezig waren, terwijl de betrokkene en de casemanager vanuit afzonderlijke ruimtes deelnamen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, specifiek een schizofreniespectrumstoornis, die leidt tot ernstig nadeel en risico's voor de veiligheid van personen en goederen. De rechtbank overweegt dat verplichte zorg noodzakelijk is om de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren en om te voorkomen dat hij zich onttrekt aan zorg. De rechtbank heeft de verzochte vormen van verplichte zorg toegewezen, met uitzondering van enkele vormen die niet meer nodig zijn, en heeft bepaald dat de zorgmachtiging geldt voor een periode van zes maanden.

De rechtbank benadrukt dat de verplichte zorg zo veel mogelijk ambulant moet worden toegepast, maar dat opname in een accommodatie kan worden overwogen als de ambulante zorg niet voldoende is. De beslissing is genomen met inachtneming van de veiligheidseisen die gelden bij de toepassing van een zorgmachtiging. De beschikking is mondeling gegeven en later schriftelijk uitgewerkt, met de mogelijkheid tot cassatie tegen deze beschikking.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Familierecht
Locatie Utrecht
Zaaknummer: C/16/500013 / FA RK 20-2131
Betrokkenenummer: [betrokkenenummer]
Machtiging tot verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 22 april 2020, naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] 1995 te [geboorteplaats] (Afghanistan),
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen: de betrokkene,
advocaat mr. C.T.W. van Dijk.

1.Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 1 april, heeft de officier van justitie verzocht om een zorgmachtiging. Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring d.d. 26 maart 2020;
  • de zorgkaart inclusief bijlagen;
  • het zorgplan inclusief bijlagen;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur;
  • de strafvorderlijke en justitiegegevens.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 22 april 2020. In verband met de maatregelen van overheidswege genomen om de verspreiding van het coronavirus te stoppen door zo min mogelijk naar buiten te gaan heeft de mondelinge behandeling telefonisch plaatsgevonden.
1.3.
Bij die gelegenheid zijn conform de Algemene Regeling Zaaksbehandeling Rechtspraak telefonisch gehoord:
  • de betrokkene, bijgestaan door mr. C.T.W. van Dijk,
  • mevrouw [A] , casemanager.
Een ieder bevond zich in een afzonderlijke ruimte. De rechter en de griffier bevonden zich in het gerechtsgebouw van de rechtbank Midden-Nederland te Utrecht.
1.4.
De officier van justitie heeft van tevoren laten weten dat hij niet voornemens is de mondelinge behandeling bij te wonen.
1.5.
De rechtbank heeft na de mondelinge behandeling direct uitspraak gedaan en per e-mail een kennisgeving mondelinge uitspraak aan de advocaat van betrokkene en aan de vertegenwoordiger van de zorgaanbieder verstrekt.

2.Beoordeling

2.1.
In het verzoekschrift is, op grond van het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur, verzocht om aan betrokkene de volgende vormen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:2 Wvggz te mogen verlenen. Het gaat om:
a. toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
Medicatie toediening indien patiënt weigert behandelmedicatie tot zich te nemen. Het gevaar op agressie vanuit psychose is namelijk aanwezig en het is niet de verwachting dat dit zonder medicatie afneemt.
beperken van de bewegingsvrijheid;
Opname in accommodatie kan nodig zijn op het moment dat patiënt niet meer meewerkt aan behandeling. Dit om gevaar voor agressie te voorkomen en patiënt goed in te kunnen stellen.
insluiten;
Toevoeging in verband met agressie en agitatie in geval van decompensatie, klinische situatie.
uitoefenen van toezicht op betrokkene;
In combinatie met insluiting, klinische situatie.
onderzoek aan kleding of lichaam;
Tijdens opname in accommodatie kan het nodig zijn patiënt te controleren op de aanwezigheid van middelen aangezien drugsgebruik de psychose vanwaaruit het gevaar ontstaat in stand kan houden en daarmee dus herstel ondermijnt.
onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
Klinische situatie.
controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
Het kan nodig om te controleren of patiënt middelen gebruikt op het moment dat de psychose niet verbeterd ondanks adequaat medicijngebruik. Dit om te voorkomen dat onnodig hoge doseringen of switch van medicatie ingezet wordt.
aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
Het onderhouden van contact met hulpverlening, het toestaan van (huis) bezoeken.
opnemen in een accommodatie.
Het kan nodig zijn om patiënt op te nemen om daarmee gevaar voor derden voortkomend uit psychose te voorkomen en tevens een spoedig herstel te waarborgen. Opname is in verleden doelmatig gebleken.
De officier verzoekt deze vormen van verplichte zorg voor de duur van zes maanden. In het verzoek is vermeld dat verplichte zorg onder a en h ook ambulant worden toegepast; de overige vormen van verplichte zorg zullen alleen klinisch worden toegepast. Uit het zorgplan blijkt dat betrokkene medicatie nodig heeft om de psychotische stoornis in remissie te houden.
De vertegenwoordiger van de zorgaanbieder heeft verklaard dat het toedienen van vocht en voeding onder a niet meer nodig zijn.
2.2.
De advocaat van betrokkene heeft geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek omdat betrokkene liever geen zorgmachtiging wil. Verder heeft de advocaat verklaard dat, als de rechtbank een zorgmachtiging zal verlenen, dat betrokkene zich daartegen niet zal verzetten.
2.3.
De casemanager heeft gepleit voor afgifte van een zorgmachtiging. Het is de bedoeling dat betrokkene vooral thuis ambulant wordt behandeld. Een zorgmachtiging is vooral bedoeld, dat als betrokkene decompenseert, dat de casemanager direct kan ingrijpen.
2.4.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen.
2.5.
Deze stoornis leidt bij betrokkene tot ernstig nadeel, met name gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. Om ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, heeft betrokkene zorg nodig.
2.6.
Ter toelichting op het voorgaande overweegt de rechtbank als volgt. Betrokkene is bekend met schizofrenie en vorig jaar nog opgenomen geweest vanwege het staken van de medicatie. Wanneer sprake is van een psychotische decompensatie is er sprake van ontremd gedrag, breedsprakigheid, achterdocht en wanen. Ook is sprake van slechte zelfzorg en kan er agressie naar derden ontstaan. Er is sprake van een beperkt ziekte-inzicht. Gelet hierop is het reëel om aan te nemen dat betrokkene zich zonder juridisch kader zal onttrekken aan zorg. Om die reden is verplichte zorg nodig.
2.7.
De rechtbank constateert in deze zaak dat het de bedoeling is dat een zorgmachtiging wordt verleend die gelijkenis vertoont met de voorwaardelijke machtiging onder de wet Bopz. Het is de rechtbank ambtshalve bekend dat de voorwaardelijke machtiging met voorwaarden en opname als stok achter de deur zeer effectief was en in een grote behoefte voorzag. De Wvggz kent een dergelijke machtiging niet. Uitgangspunt in de Wvggz is echter wel dat de verplichte zorg zo veel mogelijk ambulant wordt toegepast. De rechtbank is dan ook van oordeel dat aan de behoefte in de praktijk tegemoet gekomen kan worden door bij de vormen van verplichte zorg in de zorgmachtiging onderscheid te maken tussen enerzijds vormen van verplichte zorg die ambulant worden toegepast en anderzijds vormen van verplichte zorg die bestaan uit en horen bij opname. Deze laatste vormen van verplichte zorg dienen pas te worden toegepast op het moment dat het ernstig nadeel niet meer met de ambulant verplichte zorg kan worden afgewend.
2.8.
Gelet op het bovenstaande ziet de rechtbank aanleiding om in de onderhavige zaak de verzochte vormen van verplichte zorg toe te wijzen, waarbij de vormen onder a, met uitzondering van vocht en voeding, en h eerst moeten worden toegepast. Pas als op die manier het ernstig nadeel niet meer kan worden afgewend, dan kunnen de vormen b, c, d, e, g en j worden toegepast. De ambulant verplichte vormen van zorg die de rechtbank zal toewijzen, mogen dan ook in de kliniek worden toegepast. Deze verplichte zorg kan naar het oordeel van de rechtbank het ernstig nadeel voldoende wegnemen.
De rechtbank zal de vorm van verplichte zorg onder
fafwijzen, gelet op de verklaring van de casemanager tijdens de mondelinge behandeling.
2.9.
Er zijn in dit geval geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.10.
De verzochte verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt verder dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen. De rechtbank wijst er op dat artikel 2:2 van het Besluit vggz eisen stelt aan de veiligheid bij de toepassing van een zorgmachtiging met ambulant verplichte zorg.
2.11.
Gelet op het voorgaande is naar het oordeel van de rechtbank voldaan aan de criteria voor en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging met de gevraagde vormen van verplichte zorg zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden.

3.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] 1995 te [geboorteplaats] (Afghanistan), voor de volgende vormen van verplichte zorg, zoals verzocht onder 2.1:
a. toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van
medische controles of andere medische handelingen en therapeutische
maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
h. aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die
tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
b. beperken van de bewegingsvrijheid;
c. insluiten;
d. uitoefenen van toezicht op betrokkene;
e. onderzoek aan kleding of lichaam;
g. controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
j. opnemen in een accommodatie;
en
bepaalt dat gestart zal worden met ambulante verplichte zorg als bedoeld onder a en h;
bepaalt dat op het moment dat de ambulant verplichte zorg niet meer voldoende is om het ernstig nadeel af te wenden, ook de andere verleende vormen van verplichte zorg kunnen worden toegepast;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 22 oktober 2020;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 22 april 2020 mondeling gegeven door mr. A.C. Schroten, rechter en in het openbaar uitgesproken bijgestaan door N.L.J. Hitijahubessij als griffier, en schriftelijk uitgewerkt en ondertekend op 6 mei 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.