In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 22 april 2020 een beschikking gegeven naar aanleiding van een verzoek van de officier van justitie om een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 1981 in Polen. Het verzoekschrift, dat op 1 april 2020 is ingediend, bevatte bijlagen zoals een medische verklaring en een zorgplan. De mondelinge behandeling vond telefonisch plaats vanwege coronamaatregelen, waarbij de betrokkene en haar advocaat, mr. A.E.M.C. Koudijs, aanwezig waren, evenals een psychiater en een AIOS. De officier van justitie was niet aanwezig.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een bipolaire-stemmingsstoornis, wat leidt tot ernstig nadeel en risico op levensgevaar. De rechtbank oordeelt dat verplichte zorg noodzakelijk is, omdat de betrokkene ambivalent is ten opzichte van behandeling en zich zonder juridisch kader zou kunnen onttrekken aan zorg. De rechtbank verleent de zorgmachtiging voor een periode van zes maanden, met specifieke vormen van verplichte zorg, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid.
De rechtbank benadrukt dat de zorgmachtiging zo veel mogelijk ambulant moet worden toegepast, maar dat in bepaalde situaties klinische zorg noodzakelijk kan zijn. De beslissing is genomen met inachtneming van de veiligheidseisen en de noodzaak om de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren. De beschikking is mondeling gegeven en later schriftelijk uitgewerkt, met de mogelijkheid tot cassatie tegen deze beschikking.