Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling, ter gelegenheid waarvan de voorzieningenrechter het door [gedaagde] per fax opgestuurde verweerschrift en bijgevoegde producties heeft geweigerd wegens het niet tijdig verstrekken van een kopie daarvan aan TePe c.s.
- de pleitnota van TePe c.s.
2.De feiten
3.Het geschil
- [gedaagde] veroordeelt tot het staken en gestaakt gehouden van inbreuk op haar merken door het ompakken van haar producten, op straffe van verbeurte van een dwangsom,
- [gedaagde] beveelt om binnen 10 werkdagen een door een accountant of gediplomeerde onafhankelijke administrateur geverifieerde met deugdelijke bescheiden gestaafde opgave te doen van:
- [gedaagde] veroordeelt tot afdracht van de met de inbreuk door [gedaagde] genoten winst, zoals zal blijken uit de hiervoor bedoelde opgave, vermeerderd met wettelijke rente,
- [gedaagde] veroordeelt in de kosten van de procedure, te begroten op de voet van artikel 1019h Rv, vermeerderd met wettelijke rente.
4.De beoordeling
Bevoegdheid
internationaalbevoegd om de vorderingen van TePe c.s. te beoordelen. Dit is omdat [gedaagde] woonplaats heeft in Nederland (zie: artikel 131 Verordening (EU) 2017/1001 inzake het Uniemerk (hierna:UMVo) en art. 4.6 Beneluxverdrag inzake de intellectuele eigendom (BVIE)).
relatievebevoegdheid van de rechter (dus: welke rechter in Nederland is bevoegd) moet in beginsel worden bepaald op basis van een geldende Uitvoeringswet. De voorzieningenrechter constateert dat de wetgever geen nieuwe versie heeft vastgesteld van de Uitvoeringswet E.G.-verordening inzake het Gemeenschapsmerk (zoals laatstelijk gewijzigd bij Staatsblad 2012, 313), en deze dus niet heeft aangepast aan de UMVo. Kennelijk is de wetgever van oordeel dat deze Uitvoeringswet via de concordantiebepaling in de UMVo (artikel 211) ook op de UMVo van toepassing is. De voorzieningenrechter gaat daarvan uit.
- dat consumenten vragen om dezelfde ragers die zij van hun tandarts hebben gekregen, elk met een eigen kapje (terwijl in de door TePe c.s. aangeboden consumentenverpakkingen maar één kapje zit per pakje),
- dat de inkoopprijzen per rager hoger liggen bij de consumentenverpakkingen dan bij de verpakkingen voor tandartspraktijken, waardoor [gedaagde] zonder ompakking geen winst kan maken,
- dat er na ompakking meer ragers per brief aan de consument kunnen worden gestuurd dan bij verzending van de consumentenverpakkingen van TePe c.s., waardoor minder transportbewegingen hoeven plaats te vinden, hetgeen een positief effect heeft op het milieu.
6.000,00