In deze zaak vordert eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. A. Frederiksen, een terugbetaling van de waarborgsom van € 1.700,00 van gedaagde, die woonruimte aan eiseres heeft verhuurd. De huurovereenkomst is beëindigd per 1 januari 2020, waarna eiseres het gehuurde heeft opgeleverd. Eiseres stelt dat gedaagde in gebreke is gebleven om de waarborgsom terug te betalen, ondanks meerdere sommaties. Gedaagde betwist dat eiseres de volledige waarborgsom heeft betaald en voert aan dat er kosten zijn gemaakt voor het bestrijden van kakkerlakken in het gehuurde, die voor rekening van eiseres zouden moeten komen. De kantonrechter heeft de procedure beoordeeld aan de hand van de overgelegde stukken, waaronder bankafschriften en eerdere overeenkomsten tussen partijen.
De kantonrechter oordeelt dat eiseres voldoende bewijs heeft geleverd dat zij de waarborgsom volledig heeft voldaan en dat gedaagde niet aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake was van kakkerlakkenoverlast die voor rekening van eiseres zou komen. De vordering van eiseres tot terugbetaling van de waarborgsom wordt dan ook toegewezen, met inachtneming van een eerder betaald bedrag door gedaagde. Daarnaast wordt gedaagde veroordeeld in de proceskosten, aangezien hij in het ongelijk is gesteld. De beslissing van de kantonrechter is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat gedaagde de betaling onmiddellijk moet voldoen, tenzij hij binnen 14 dagen na aanschrijving volledig aan het vonnis voldoet.