13.BESLISSING
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf van 1 (één) maand;
- bepaalt dat de gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene voorwaarde niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaren vast;
- stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- veroordeelt verdachte tot een
taakstraf van 200 uren;
- beveelt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 100 dagen hechtenis;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de taakstraf in mindering zal worden gebracht, berekend naar de maatstaf van 2 uren taakstraf per dag inverzekeringstelling en voorlopige hechtenis;
Oplegging vrijheidsbeperkende maatregel
- legt op de vrijheidsbeperkende maatregel dat de verdachte:
voor de duur van 2 jaren op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen zoeken of hebben met [slachtoffer] , geboren op [2000] en zich niet zal ophouden op de volgende locaties:
- [adres] te [woonplaats] ;
- [adres] te [woonplaats] ;
waarbij de politie opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving;
- beveelt dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor het geval door verdachte niet aan de maatregel wordt voldaan. De duur van deze vervangende hechtenis bedraagt 1 week voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan, met een maximum van 6 maanden. Toepassing van de vervangende hechtenis heft de verplichtingen ingevolge de maatregel niet op;
Dadelijke uitvoerbaarheid van de vrijheidsbeperkende maatregel
- beveelt dat de opgelegde vrijheidsbeperkende maatregel dadelijk uitvoerbaar is;
- verklaart het volgende voorwerp verbeurd:
- 1 STK Telefoontoestel G2577329 (Omschrijving: Wit, merk: iPhone X);
- gelast de teruggave aan verdachte van het volgende voorwerp:
- 1 STK Telefoontoestel G2577327 (Omschrijving: Grijs, merk: Apple iPhone 5);
- wijst de vordering van [slachtoffer] toe tot een bedrag van € 500,-;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 februari 2020 tot de dag van algehele voldoening;
- verklaart [slachtoffer] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer] aan de Staat € 500,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 februari 2020 tot de dag van de volledige betaling;
- beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van € 500,- gijzeling zal worden toegepast voor de duur van 10 dagen; toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 16/706133-18
- wijst de vordering gedeeltelijk toe;
- gelast de tenuitvoerlegging van een gedeelte van de door de meervoudige kamer in de rechtbank Midden-Nederland bij vonnis van 2 augustus 2019 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf, te weten voor een gedeelte van 2 maanden;
- verlengt de bij vonnis van 2 augustus 2019 door de meervoudige kamer in de rechtbank Midden-Nederland aan de opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf verbonden proeftijd met één jaar.
- Heft het bevel tot voorlopige hechtenis van verdachte op.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.J. van Rijssen, voorzitter, mrs. J.W.B. Snijders Blok en I.G.C. Bij de Vaate, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R. Jaâter, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 2 juni 2020.
Mrs. J.W.B. Snijders Blok en I.G.C. Bij de Vaate zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
hij op of omstreeks 4 februari 2020 te Utrecht, althans te Nederland, [slachtoffer] heeft mishandeld door haar vast te pakken en/of haar te duwen en/of te slaan en/of aan haar haren te trekken;
( art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
2
hij in of omstreeks de periode van 1 juni 2019 tot en met 5 februari 2020 te Utrecht en/of te Kortenhoef en/of te Baarn en/of te Nieuwegein, althans in Nederland, wederrechtelijk
stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer] , door
- haar veelvuldig, althans meermalen te bellen, althans een poging daartoe te doen en/of
- haar veelvuldig, althans meermalen (via Whatsapp en/of social media) (dreig)berichten en/of een (seksueel getint) filmpje te sturen en/of
- berichten naar haar vader en/of moeder te sturen en/of
- berichten en/of een (seksueel getint) filmpje naar een of meer van haar vrienden te sturen en/of
- haar te achtervolgen en/of op te wachten en/of vast te pakken en/of
- zich naar haar woning te begeven en/of (vervolgens) door de brievenbus te schreeuwen en/of steentjes tegen het raam te gooien met het oogmerk die [slachtoffer] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
( art 285b lid 1 Wetboek van Strafrecht )