Uitspraak
1.Procesverloop
2.Beoordeling
3.Beslissing
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] 2000 te [geboorteplaats] , voor de volgende vormen van verplichte zorg:
Rechtbank Midden-Nederland
Op 14 mei 2020 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, afdeling Familierecht, een beschikking gegeven inzake een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 2000, die lijdt aan een psychische stoornis. De officier van justitie had op 23 april 2020 een verzoek ingediend voor het verlenen van verplichte zorg op basis van artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De mondelinge behandeling vond plaats op dezelfde datum, waarbij de betrokkene, haar vader, een psychiater, een arts-assistent en de advocaat van de betrokkene aanwezig waren, terwijl de officier van justitie afwezig was. De behandeling vond telefonisch plaats vanwege coronamaatregelen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis die leidt tot ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstig lichamelijk letsel voor zichzelf. De psychiater heeft toegelicht dat de betrokkene voorlopig moet worden opgenomen en dat er geen mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis. De advocaat van de betrokkene heeft primair geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek, maar subsidiair tot toewijzing voor maximaal vier maanden.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de gevraagde vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn en heeft de zorgmachtiging verleend voor de duur van vier maanden, tot en met 14 september 2020. De beschikking is mondeling gegeven door rechter J.P.M. Schwillens en is schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.