ECLI:NL:RBMNE:2020:2007

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
14 mei 2020
Publicatiedatum
29 mei 2020
Zaaknummer
C/16/502177 / FA RK 20-2984
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voortzetting van crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 14 mei 2020 een beschikking gegeven inzake de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1955, die verblijft in GGZ Centraal. De officier van justitie had op 11 mei 2020 verzocht om voortzetting van de crisismaatregel die op 8 mei 2020 was opgelegd. De mondelinge behandeling vond plaats op 14 mei 2020, waarbij de betrokkene niet aanwezig was omdat zij sliep. Zowel de afdelingsarts als de advocaat van de betrokkene waren van mening dat het niet wenselijk was om haar wakker te maken, gezien haar verwarde toestand en het gebrek aan slaap in de dagen voorafgaand aan de behandeling.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene, veroorzaakt door een psychische stoornis, en dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht. De rechtbank heeft de noodzaak van verschillende vormen van verplichte zorg, zoals het toedienen van vocht, voeding en medicatie, en het beperken van de bewegingsvrijheid, onderbouwd. De rechtbank heeft geoordeeld dat deze maatregelen noodzakelijk zijn om het dreigende nadeel af te wenden en dat er geen minder bezwarende alternatieven beschikbaar zijn.

De rechtbank heeft de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verleend voor een periode van drie weken, tot en met 4 juni 2020. De beschikking is mondeling gegeven door rechter J.P.M. Schwillens en is schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Afdeling Familierecht
Locatie Utrecht
Zaaknummer: C/16/502177 / FA RK 20-2984
Betrokkenenummer: [betrokkenenummer]
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 14 mei 2020naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren op [1955] te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] , [adres] ,
verblijvende te GGZ Centraal, locatie [locatie] te [woonplaats] ,
hierna te noemen: de betrokkene,
advocaat: mr. W.J. de Vries-Mulder.

1.Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 11 mei 2020, heeft de officier van justitie verzocht om voortzetting van de op 8 mei 2020 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel van 8 mei 2020;
  • de medische verklaring van 8 mei 2020;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet BOPZ en de Wvgzz.
1.2.
Op 12 mei 2020 zou de mondelinge behandeling van het verzoek plaatsvinden. Uit het proces-verbaal van de mondelinge behandeling blijkt dat de betrokkene op dat moment in een ander ziekenhuis was voor dialyse. Gelet hierop heeft de rechtbank besloten om de mondelinge behandeling te verplaatsen naar 14 mei 2020.
1.3.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft vervolgens plaatsgevonden op 14 mei 2020. In verband met de maatregelen van overheidswege genomen om de verspreiding van het coronavirus te stoppen door zo min mogelijk naar buiten te gaan heeft de mondelinge behandeling telefonisch plaatsgevonden. Bij die gelegenheid zijn conform de Algemene Regeling Zaaksbehandeling Rechtspraak telefonisch gehoord:
- de heer [A] , afdelingsarts,
- de advocaat van de betrokkene.
De afdelingsarts en de advocaat van de betrokkene waren niet in dezelfde ruimte. De rechter en de griffier bevonden zich in het gerechtsgebouw van de rechtbank Midden-Nederland te Utrecht.
De betrokkene was niet aanwezig. De afdelingsarts gaf aan dat de betrokkene op dat moment sliep en dat hij het wenselijk vond om haar te laten slapen. De betrokkene had de afgelopen dagen heel weinig geslapen en is op dit moment verward. De advocaat van de betrokkene heeft toegelicht dat zij dit beeld herkent van eerder deze week toen zij de betrokkene heeft bezocht. De afdelingsarts en de advocaat van de betrokkene zijn van mening dat het voor de betrokkene geen toegevoegde waarde heeft om wakker gemaakt te worden om bij de mondelinge behandeling aanwezig te kunnen zijn. Daarop heeft de rechtbank de mondelinge behandeling van het verzoek voortgezet zonder de aanwezigheid van de betrokkene.
1.4.
De officier van justitie heeft van tevoren laten weten dat hij niet voornemens is bij de mondelinge behandeling te verschijnen.
1.5.
De rechtbank heeft na de mondelinge behandeling direct uitspraak gedaan en een kennisgeving mondelinge uitspraak aan de officier van justitie, de advocaat van de betrokkene en aan de zorgaanbieder verstrekt.

2.Beoordeling

2.1.
In de crisismaatregel waarvan de officier van justitie voortzetting vraagt, zijn de volgende vormen van verplichte zorg, als bedoeld in artikel 3:2 Wvggz, opgenomen:
toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
beperken van de bewegingsvrijheid;
insluiten;
uitoefenen van toezicht op betrokkene;
aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
opnemen in een accommodatie.
2.2.
De arts heeft toegelicht dat de betrokkene op 12 mei 2020, na de dialyse, op de afdeling is gekomen. Op de afdeling jammert en schreeuwt zij en is zij niet te corrigeren in haar gedrag. Zij schopt tegen deuren, is niet te begrenzen en sliep niet. Op dit moment slaapt zij wel, maar is het nog niet gelukt om haar ’s nachts goed te laten slapen. Men is bezig om een medicamenteus plan op te stellen om de klachten in remissie te doen gaan. Ook is men aan het bekijken hoe de betrokkene op een veilige manier in bed kan slapen, bijvoorbeeld door een matras naast het bed te leggen.
De advocaat van de betrokkene heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank, met dien verstande dat de termijn met 2 dagen wordt bekort, gelet op het feit dat de mondelinge behandeling van 12 mei 2020 is verplaatst naar 14 mei 2020.
2.3.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van de betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, met name gelegen in ernstig lichamelijk letsel. Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, in de vorm van bipolaire-stemmingsstoornissen. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
2.4.
De rechtbank is van oordeel dat bij de voortzetting van de crisismaatregel de volgende vormen van verplichte zorg, te weten,
a. toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles;
b. beperken van de bewegingsvrijheid;
c. insluiten;
d. uitoefenen van toezicht op de betrokkene;
e. opnemen in een accommodatie;
noodzakelijk zijn om het nadeel af te wenden. De betrokkene verzet zich tegen deze zorg. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.5.
Deze vormen van verplichte zorg zijn evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van de betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van de betrokkene.
2.6.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na heden. De rechtbank passeert daarbij het verzoek van de advocaat van de betrokkene om de duur met 2 dagen te bekorten. De rechtbank overweegt daartoe dat een medische noodzaak – de dialyse van de betrokkene in een ander ziekenhuis – ten grondslag lag aan het verplaatsen van de mondelinge behandeling. Dit was geen omstandigheid die de rechtbank of de instelling te verwijten valt.

3.Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [1955] te [geboorteplaats] , met voor de duur van de machtiging de volgende vormen van verplichte zorg:
a. toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles;
b. beperken van de bewegingsvrijheid;
c. insluiten;
d. uitoefenen van toezicht op de betrokkene;
e. opnemen in een accommodatie;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 4 juni 2020.
Deze beschikking is op 14 mei 2020 mondeling gegeven door mr. J.P.M. Schwillens, rechter en in het openbaar uitgesproken bijgestaan door D.B.T. Koster als griffier, en is schriftelijk uitgewerkt op
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.