12.BESLISSING
- verklaart het onder feit 1, feit 3 primair en feit 3 subsidiair niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het onder feit 2, feit 3 meer subsidiair en feit 4 tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 maanden;
- bepaalt dat de tijd, door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, op de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- legt aan verdachte op de
maatregel strekkende tot beperking van de vrijheidvoor de duur van
2 jaar;
- beveelt dat verdachte op geen enkele wijze - direct of indirect - contact zal zoeken en/of hebben met [slachtoffer] , geboren op [2000] ;
- beveelt dat voor het geval de maatregel wordt overtreden telkens 1 week hechtenis wordt toegepast;
- beveelt dat de totale duur van de toe te passen hechtenis ten hoogste 6 maanden bedraagt;
- beveelt dat de maatregel dadelijk uitvoerbaar is;
Benadeelde partij [slachtoffer] (feit 2)
- wijst de vordering van [slachtoffer] toe tot een bedrag van €
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 februari 2020 tot aan de dag van volledige betaling;
- verklaart de benadeelde partij in het resterende gedeelte van haar vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat zij de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter aan kan brengen;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer] aan de Staat
€ 1.911,90 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 februari 2020 tot de dag van de algehele voldoening, bij niet betaling aan te vullen met 29 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde heeft vergoed;
Vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 03/700091-15
- wijst de vordering tot tenuitvoerlegging toe;
- gelast dat de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden ten uitvoer zal worden gelegd;
Vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 16/125560-18
- wijst de vordering tot tenuitvoerlegging toe;
- gelast dat de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf voor de duur van 2 weken ten uitvoer zal worden gelegd;
Vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 16/659558-18
- wijst de vordering tot tenuitvoerlegging toe;
- gelast dat de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden ten uitvoer zal worden gelegd.
Dit vonnis is gewezen door mr. Y.M. Vanwersch, voorzitter,
mrs. C. van de Lustgraaf en I.G.C. Bij de Vaate, rechters,
bijgestaan door mr. M.Z. Schoppink, griffier,
en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 29 mei 2020.
Mr. Bij de Vaate is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
hij, op of omstreeks 3 februari 2020, te Utrecht, althans in het arrondissement Midden-Nederland, [slachtoffer] heeft mishandeld door die [slachtoffer]
- meermalen, althans eenmaal, (met kracht) bij de nek/hals, althans het lichaam vast te pakken en/of
- ( vervolgens) meermalen, althans eenmaal, tegen het lichaam te duwen en/of op de grond te gooien en/of
- ( vervolgens) meermalen, althans eenmaal, (met de vuist) tegen de armen en/of benen, althans het lichaam te slaan en/of te stompen en/of
- ( vervolgens) bij de nek/hals, althans het lichaam, vast te pakken en/of (daarbij) zijn, verdachtes, hand voor de mond van die [slachtoffer] te houden en/of die [slachtoffer] naar de bank te sleuren;
( art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
2
hij, op of omstreeks 3 februari 2020, te Utrecht, althans in het arrondissement Midden-Nederland, [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer] dreigend de
woorden toegevoegd
- “ Jij gaat echt niet weg nu wij gaan praten” en/of “Kankerhoer” en/of
- “ Ik ga voor jou zitten als het moet” en/of
- “ Doe maar want ik vermink je hele gezicht, niemand gaat meer naar jou omkijken” en/of
- “ Ik ga jou doodschieten”,
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
( art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
3
hij, op of omstreeks 3 februari 2020, te Utrecht, althans in het arrondissement Midden-Nederland, [slachtoffer] , opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten een of meerdere gebroken rugwervels, heeft toegebracht, door opzettelijk
- terwijl voornoemde [slachtoffer] naar de voordeur was gelopen en/of door de verdachte bij haar nek was vastgepakt en/of (vervolgens) op de grond en/of door de verdachte op de (zit)bank (in de woonkamer) was gegooid/geworpen,
- ( vervolgens) die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal, (met de vuist) tegen de armen en/of benen, althans tegen het lichaam te slaan en/of te stompen en/of
- ( vervolgens) die [slachtoffer] bij de nek/hals, althans het lichaam, vast te pakken en/of (daarbij) zijn, verdachtes, hand voor de mond van die [slachtoffer] te houden en/of
- ( daarbij) voornoemde [slachtoffer] dreigend de woorden toe te voegen: “Jij gaat echt niet weg nu wij gaan praten” en/of “Kankerhoer” en/of “Ik ga voor jou zitten als het moet” en/of “Doe maar want ik vermink je hele gezicht, niemand gaat meer naar jou omkijken” en/of
- terwijl voornoemde [slachtoffer] zich had losgerukt en/of nogmaals naar de voordeur was gelopen, nogmaals die [slachtoffer] bij haar nek had gepakt en had teruggetrokken naar de (zit)bank (in de woonkamer) en/of haar daarbij de woorden had geroepen “ik ga jou dood schieten” en/of
- ( vervolgens) die [slachtoffer] geen andere uitweg zag dan vanaf het balkon (op de eerste verdieping) naar beneden te springen;
( art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij, op of omstreeks 3 februari 2020, te Utrecht, althans in het arrondissement Midden-Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet
- terwijl voornoemde [slachtoffer] naar de voordeur was gelopen en/of door de verdachte bij haar nek was vastgepakt en/of (vervolgens) op de grond en/of door de verdachte op de (zit)bank (in de woonkamer) was gegooid/geworpen, hij, verdachte,
- ( vervolgens) die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal, (met de vuist) tegen de armen en/of benen, althans tegen het lichaam heeft geslagen en/of gestompt en/of
- ( vervolgens) die [slachtoffer] bij de nek/hals, althans het lichaam, heeft vastgepakt en/of (daarbij) zijn, verdachtes, hand voor de mond van die [slachtoffer] heeft gehouden en/of
- ( daarbij) voornoemde [slachtoffer] dreigend de woorden heeft toegevoegd: “Jij gaat echt niet weg nu wij gaan praten” en/of “Kankerhoer” en/of “Ik ga voor jou zitten als het moet” en/of “Doe maar want ik vermink je hele gezicht, niemand gaat meer naar jou omkijken” en/of
- terwijl voornoemde [slachtoffer] zich had losgerukt en/of nogmaals naar de voordeur was gelopen, hij, verdachte, nogmaals die [slachtoffer] bij haar nek heeft gepakt en heeft teruggetrokken naar de (zit)bank (in de woonkamer) en/of daarbij de woorden heeft geroepen “ik ga jou dood schieten” en/of
- ( vervolgens) die [slachtoffer] geen andere uitweg zag dan vanaf het balkon (op de eerste verdieping) naar beneden te springen, terwijl de verdere uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
( art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij, op of omstreeks 3 februari 2020, te Utrecht, althans in het arrondissement Midden-Nederland, grovelijk, althans aanmerkelijk onvoorzichtig, onachtzaam en/of nalatig
- terwijl voornoemde [slachtoffer] naar de voordeur was gelopen en/of door de verdachte bij haar nek was vastgepakt en/of (vervolgens) op de grond en/of door de verdachte op de (zit)bank (in de woonkamer) was gegooid/geworpen,
- ( vervolgens) die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal, (met de vuist) tegen de armen en/of benen, althans tegen het lichaam heeft geslagen en/of gestompt en/of
- ( vervolgens) die [slachtoffer] bij de nek/hals, althans het lichaam, heeft vastgepakt en/of (daarbij) zijn, verdachtes, hand voor de mond van die [slachtoffer] heeft gehouden en/of
- ( daarbij) voornoemde [slachtoffer] dreigend de woorden heeft toegevoegg: “Jij gaat echt niet weg nu wij gaan praten” en/of “Kankerhoer” en/of “Ik ga voor jou zitten als het moet” en/of “Doe maar want ik vermink je hele gezicht, niemand gaat meer naar jou omkijken” en/of
- terwijl voornoemde [slachtoffer] zich had losgerukt en/of nogmaals naar de voordeur was gelopen, nogmaals die [slachtoffer] bij haar nek had gepakt en had teruggetrokken naar de (zit)bank (in de woonkamer) en/of haar daarbij de woorden had geroepen “ik ga jou dood schieten” en/of
- ( vervolgens) die [slachtoffer] geen andere uitweg zag dan vanaf het balkon (op de eerste verdieping) naar beneden te springen, waardoor het aan zijn, verdachtes, schuld te wijten is geweest dat [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel, te weten een of meerdere gebroken
rugwervels, heeft bekomen, althans zodanig lichamelijk letsel dat daaruit tijdelijke ziekte en/of verhindering in de uitoefening van de ambts- of beroepsbezigheden van deze [slachtoffer] was ontstaan;
( art 308 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
4
hij, op of omstreeks 3 februari 2020, te Utrecht, althans in het arrondissement Midden-Nederland, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 540 gram (gedroogde) henneptoppen, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
( art 11 lid 2 Opiumwet, art 3 ahf/ond C Opiumwet )