ECLI:NL:RBMNE:2020:2000

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
18 maart 2020
Publicatiedatum
28 mei 2020
Zaaknummer
8238782 UA EXPL 19-2211
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over zorgpremie en dagvaarding zonder aanmaning

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 18 maart 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. en een gedaagde die in persoon procedeerde. De gedaagde had een zorgverzekering bij Zilveren Kruis en had een achterstand in zijn premiebetalingen. Zilveren Kruis vorderde betaling van openstaande posten, vermeerderd met rente en kosten. De gedaagde erkende een achterstand van € 1.989,84, maar was het niet eens met de dagvaarding zonder voorafgaande aanmaning.

De procedure begon met een dagvaarding op 17 december 2019, gevolgd door een mondelinge behandeling op 4 maart 2020. Tijdens deze behandeling werd duidelijk dat de gedaagde niet op de hoogte was van de achterstand en dat Zilveren Kruis geen aanmaningen had verstuurd. De kantonrechter oordeelde dat Zilveren Kruis niet zorgvuldig had gehandeld door de gedaagde direct te dagvaarden zonder hem eerst te waarschuwen.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde inderdaad een bedrag van € 1.989,84 verschuldigd was, maar wees de vordering van Zilveren Kruis voor buitengerechtelijke incassokosten af, omdat er geen aanmaningen waren verstuurd die voldeden aan de wettelijke vereisten. De kantonrechter benadrukte dat Zilveren Kruis de belangen van haar verzekerden beter had moeten behartigen en dat de onnodige proceskosten voor rekening van Zilveren Kruis kwamen. Uiteindelijk werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van € 2.015,82, met wettelijke rente, en werd het meer of anders gevorderde afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 8238782 UA EXPL 19-2211 NS/20854
Vonnis van 18 maart 2020
inzake
de naamloze vennootschap
Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V.,
gevestigd te Utrecht,
verder ook te noemen Zilveren Kruis,
eisende partij,
gemachtigde: GGN Mastering Credit B.V.,
tegen:
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
verder ook te noemen [gedaagde] ,
gedaagde partij,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
In het dossier zitten de volgende stukken:
  • de dagvaarding van 17 december 2019;
  • het proces-verbaal van de rolzitting van 8 januari 2020 met de reactie van [gedaagde] ;
  • het tussenvonnis van 15 januari 2020, waarmee een mondelinge behandeling is bepaald;
  • de schriftelijke toelichting van Zilveren Kruis met de reactie op het verweer.
1.2.
De mondelinge behandeling is gehouden op 4 maart 2020. [gedaagde] was samen met zijn echtgenote aanwezig. Namens Zilveren Kruis was de heer [A] aanwezig. Partijen hebben de standpunten toegelicht en antwoord gegeven op vragen van de kantonrechter en de griffier.
1.3.
Hierna is vonnis bepaald.

2.Waar gaat de zaak over?

[gedaagde] heeft een zorgverzekering bij Zilveren Kruis. Partijen hebben een geschil over betaling. Volgens Zilveren Kruis heeft [gedaagde] niet alle premie, aflossingen van een betalingsregeling, eigen risico of eigen bijdrage op tijd betaald. Zij wil een veroordeling tot betaling van alle openstaande posten, vermeerderd met rente en kosten. [gedaagde] erkent dat hij een achterstand in betalingen heeft van € 1.989,84, maar hij is het er niet mee eens dat hij is gedagvaard en dat hij alle bijkomende kosten moet betalen. [gedaagde] had een betalingsregeling van € 50,00 per maand. Deze heeft hij één keer over het hoofd gezien. Vervolgens heeft Zilveren Kruis hem zonder waarschuwing gedagvaard. [gedaagde] voert aan dat het incassobureau zorgvuldiger had moeten omgaan met de dagvaarding en dat zij meer rekening hadden moeten houden met wat het financieel voor [gedaagde] betekent.

3.Wat vindt de kantonrechter ervan?

3.1.
Zilveren Kruis heeft een financieel overzicht opgestuurd. Daaruit blijkt dat tot en met de maand februari 2020 een bedrag van € 1.989,84 open staat aan premies en/of zorgkostennota’s. Aangezien partijen het erover eens zijn dat [gedaagde] dit nog moet betalen zal dit bedrag, met daarnaast de wettelijke rente van € 25,98, worden toegewezen. Mocht [gedaagde] een betalingsregeling willen voor deze achterstand, dan kan hij contact opnemen met de gemachtigde van Zilveren Kruis, de heer [A] van GGN.
Verschuldigd Betaald
april 2017 € 105,71 € 114,26 (25-2-19)
ZN 26-4-17 € 149,34 € 38,50 (27-3-19)
mei 2017 € 105,71 € 38,50 (29-4-19)
Juni 2017 € 105,71 € 114,26 (22-75-19)
Juli 2017 € 105,71 € 152,76 (27-5-19)
Aug 2017 € 105,71 € 38,50 (27-6-19)
Sept 2017 € 105,71 € 38,50(27-7-19)
ZN 9-9-17 € 278,82 € 114,26 (29-7-19)
Okt 2017 € 105,71 € 306,75 (27-8-19)
Nov 2017 € 105,71 € 114,26 927-9-19)
Dec 2017 € 105,71 € 114,26 (28-10-19)
jan 2018 € 107,51 € 114,26 (27-11-19)
feb 2018 € 107,51 € 114,26 ??????
maart 2018 € 107,51
april 2018 € 107,51
ZN 6-4-17 € 219,53
ZN 19-4-17 € 45,25
mei 2018 € 107,51
Juni 2018 € 107,51
Juli 2018 € 107,51
ZN 29-7-17 € 120,22
Aug 2018 € 107,51
Sept 2018 € 107,51
Okt 2018 € 107,51
Nov 2018 € 107,51
Dec 2018 € ???
jan 2019 € ???
feb 2019 € ???
maart 2019 € 114,26
april 2019 € 114,26
mei 2019 € 114,26
Juni 2019 € 114,26
Juli 2019 € 114,26
Aug 2019 € 114,26
ZN 13-8-19 € 385,00
Sept 2019 € 114,26
Okt 2019 € 114,26
Nov 2019 € 114,26
Dec 2019 € 114,26
Jan 2020 € 119,18
Feb 2020 CAK
TOTAAL € 4.560,78 - € 1.413,34= € 3.147,44 - € 1.157,60 (betalingen GGN)= € 1.989,84
3.2.
Partijen verschillen alleen van mening over de bijkomende kosten.
Zilveren Kruis vordert € 473,59 aan buitengerechtelijke incassokosten. De reden van Zilveren Kruis om [gedaagde] direct (rauwelijks) te dagvaarden voor de gehele achterstand, is omdat hij 2 aflossingen van een betalingsregeling (februari en augustus 2019) en de premie voor de maand juli 2019 niet heeft betaald. [gedaagde] was hiervan niet op de hoogte. Aangezien Zilveren Kruis [gedaagde] nooit een aanmaning heeft gestuurd die voldoet aan de wettelijke vereisten, zullen de buitengerechtelijk incassokosten worden afgewezen.
3.3.
Ter zitting heeft Zilveren Kruis verklaard dat [gedaagde] inderdaad geen aanmaningen heeft ontvangen voor de gemiste aflossingen/premie. Zilveren Kruis heeft dit toegelicht met de verklaring dat [gedaagde] op de hoogte kon zijn dat hij direct gedagvaard kon worden als hij een aflossing en/of premie zou missen, omdat dit vermeld staat in de voorwaarden van de betalingsregeling die zij hadden afgesloten. Daarnaast is het afhankelijk van de desbetreffende behandelende medewerker of een verzekerde eerst nog wordt aangemaand of dat er direct wordt gedagvaard. De kantonrechter is van oordeel dat het echt onbegrijpelijk is dat het aan het humeur van een medewerker ligt of een onwetend persoon direct wordt gedagvaard, met alle kosten van dien, of dat er eerst een aanmaning wordt verstuurd. Daarnaast vindt de kantonrechter het erg vreemd dat Zilveren Kruis hierover nog geen vast beleid heeft.
3.4.
Zilveren Kruis heeft ook verzocht om [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten. De kantonrechter ziet echter aanleiding om dit verzoek af te wijzen.
Partijen hebben een duurovereenkomst, waarbij zij over en weer verplichtingen naar elkaar hebben. Zilveren Kruis moet de belangen van haar verzekerden goed in ogenschouw houden. Dit heeft Zilveren Kruis niet gedaan, omdat zij [gedaagde] heeft gedagvaard zonder dat zij een herinnering of aanmaning heeft gestuurd. Hierdoor jaagt zij mensen op kosten, kosten die niet nodig waren geweest als Zilveren Kruis wel had aangemaand. [gedaagde] was namelijk welwillend om de achterstand in te halen. De onnodige proceskosten komen voor rekening en risico van Zilveren Kruis. De proceskosten worden daarom afgewezen.

4.De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Zilveren Kruis te betalen € 2.015,82, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 1.642,14 vanaf 17 december 2019 tot de voldoening;
4.2.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
4.3.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A.M. Pinckaers, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 18 maart 2020.