Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
een gevangenisstraf van 4 (vier) jaar, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van 1 (een) jaar voorwaardelijk met een proeftijd van 3 (drie) jaren, met als bijzondere voorwaarden een meldplicht, meewerken aan diagnostiek en eventuele ambulante behandeling, met inbegrip van een klinische opname (voor de duur van zes tot zeven weken), een contactverbod met het slachtoffer en een locatieverbod voor de gemeente [woonplaats] .
9.BENADEELDE PARTIJ
10.VORDERING TENUITVOERLEGGING
11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
12.BESLISSING
een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden;
een gedeelte van 12 maanden niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter anders gelast op grond van het feit dat de verdachte de hierna te melden algemene en bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
een proeftijd van 3 (drie) jarenvast;
- wijst de vordering van [slachtoffer] toe tot een bedrag van € 26.536,70;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 november 2019 tot de dag van volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer] aan de Staat € 26.536,70 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 november 2019 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met maximaal 30 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van haar verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als zij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;