Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Procesverloop
2.Beoordeling
3.Beslissing
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] 1968, te [geboorteplaats] (Marokko), voor de volgende vormen van verplichte zorg:
Rechtbank Midden-Nederland
Op 8 april 2020 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, een beschikking gegeven inzake een verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging op basis van artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Dit verzoek was ingediend door de officier van justitie en betrof een betrokkene, geboren in 1968 in Marokko, die op dat moment in een zorginstelling verbleef. De mondelinge behandeling vond plaats via een telefonische zitting vanwege coronamaatregelen, waarbij de rechtbank verschillende betrokkenen heeft gehoord, waaronder de betrokkene zelf en zijn advocaat, mr. V.C.Th. van 't Westende Meeder.
Tijdens de zitting werd duidelijk dat de betrokkene wisselende wensen had ten aanzien van zijn opname en de daarbij behorende vrijheden. De psychiater concludeerde dat de betrokkene lijdt aan een schizoaffectieve stoornis van het bipolaire type, wat leidde tot ernstig nadeel en risico's voor zijn gezondheid en veiligheid. De rechtbank oordeelde dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis waren en dat de gevraagde vormen van verplichte zorg noodzakelijk waren om de gezondheid van de betrokkene te stabiliseren.
De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor een periode van zes maanden, tot en met 8 oktober 2020, met uitzondering van het toedienen van vocht en voeding en het uitoefenen van toezicht op de betrokkene. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter E.P. de Beij en is schriftelijk vastgelegd op 22 april 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.