Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Procesverloop
2.Beoordeling
3.Beslissing
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] 1976 te [geboorteplaats] (Marokko), voor de volgende vormen van verplichte zorg:
Rechtbank Midden-Nederland
Op 8 april 2020 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, een beschikking gegeven inzake een verzoek tot verlening van een zorgmachtiging op basis van artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Dit verzoek was ingediend door de officier van justitie en betrof een betrokkene, geboren in 1976 in Marokko, die lijdt aan chronisch psychotische klachten in het kader van schizofrenie en een stoornis in het gebruik van amfetamine en cannabis. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling telefonisch laten plaatsvinden vanwege coronamaatregelen, waarbij de betrokkene, zijn advocaat mr. A.M.P.M. Adank, en een psychiater zijn gehoord.
De psychiater heeft geconcludeerd dat de betrokkene nog steeds psychotisch is en dat hij antipsychotica gebruikt, maar last heeft van bijwerkingen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat de betrokkene zorg nodig heeft om ernstig nadeel af te wenden, zoals lichamelijk letsel en maatschappelijke teloorgang. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor de verzochte vormen van verplichte zorg, met uitzondering van het toedienen van vocht en voeding, en deze machtiging geldt tot en met 8 oktober 2020.
De beschikking is mondeling gegeven door rechter E.P. de Beij en schriftelijk uitgewerkt op 22 april 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.