In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Midden-Nederland, hebben eisers [eiser sub 1] en [eiseres sub 2] een vordering ingesteld tegen de besloten vennootschap [gedaagde] BV. De eisers stellen dat de makelaar onrechtmatig heeft gehandeld door de woonoppervlakte van hun appartement niet volgens de geldende meetinstructies te meten. In een tussenvonnis van 6 januari 2020 heeft de rechtbank geoordeeld dat [gedaagde] onrechtmatig heeft gehandeld. De rechtbank moest nu beoordelen of dit onrechtmatig handelen leidt tot een schadevergoedingsplicht. Eisers stellen dat de woonoppervlakte in de verkoopbrochure 29m2 afwijkt van de werkelijke oppervlakte, en dat dit hen schade heeft berokkend.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het terras van het appartement niet rust op een drager die geïntegreerd is in de bouwconstructie, wat betekent dat de opgegeven woonoppervlakte in de verkoopbrochure onjuist was. De rechtbank overweegt dat de schade van eisers bestaat uit het feit dat zij te veel hebben betaald voor het appartement, en dat de makelaar hen niet correct heeft geïnformeerd over de woonoppervlakte. De rechtbank is voornemens een deskundige te benoemen om de marktwaarde van het appartement te taxeren op basis van de werkelijke woonoppervlakte.
De zaak is aangehouden tot 20 mei 2020 voor verdere uitlating door partijen over de benoeming van de deskundige en de vragen die aan deze deskundige voorgelegd moeten worden. De rechtbank heeft bepaald dat het voorschot op de kosten van de deskundige door de eisende partij moet worden betaald. Iedere verdere beslissing is aangehouden.