Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
(daarvoor bijgestaan door gemachtigde mr. [.] , die zich heeft onttrokken).
1.De procedure
Van de mondelinge behandeling heeft de griffier aantekeningen gemaakt.
2.Het geschil en de beoordeling
“ [bedrijfsnaam] B.V. [
kantonrechter: thans genaamd [gedaagde]]
will return the deposit of the house within 14 days after the check-out if there are no damages/broken things or missing items in the house. (…) Also [bedrijfsnaam] will give a detailed invoice of what’s going off the deposit.”
[eiseres] van 30 september 2019, heeft [gedaagde] zich bij (e-mail- en Whatsapp)berichten van
7 en 9 oktober 2019 op het standpunt gesteld dat er sprake is van diverse schade in alle appartementen. De genoemde schade wordt echter door [eiseres] betwist en is door [gedaagde]
– ondanks verzoeken daartoe van [eiseres] – niet (voldoende) onderbouwd.
[eiseres] het gehuurde in de staat heeft ontvangen zoals deze is bij het einde van de huurovereenkomst (art. 7:224 lid 2 BW). Hoewel [gedaagde] stelt dat de appartementen ernstig beschadigd en vuil zijn achtergelaten door [eiseres] , heeft zij – ook in deze procedure – nagelaten om dit voldoende te onderbouwen met bijvoorbeeld onderliggende facturen van de herstelkosten en foto’s waaruit blijkt dat de staat van het gehuurde bij aanvang anders was dan bij de oplevering. Het moet er dan ook voor worden gehouden dat [eiseres] de appartementen correct heeft opgeleverd.
30 september 2019 zal, bij gebreke van afzonderlijke betwisting en als op de wet gegrond, eveneens worden toegewezen.
- dagvaarding € 86,38
- griffierecht € 972,00
- salaris gemachtigde € 960,00(2 punten x tarief € 480,00)
3.Beslissing
- € 26.418,63 aan waarborgsommen, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover als bedoeld in artikel 6:119a BW, gerekend vanaf 30 september 2019 tot aan de dag van algehele voldoening;
- € 1.039,19 aan buitengerechtelijke incassokosten;