Op 6 april 2020 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, een beschikking gegeven inzake de voortzetting van een crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie. Dit verzoek volgde op een eerdere beslissing van 1 april 2020, waarbij een crisismaatregel was opgelegd aan de betrokkene, geboren in 1938. De mondelinge behandeling vond telefonisch plaats vanwege coronamaatregelen, waarbij de betrokkene, zijn advocaat mr. C. Lamphen, en de behandelend arts werden gehoord. De officier van justitie was niet aanwezig.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene, die in een kwetsbare situatie verkeert, dringend zorg nodig heeft. De behandelend arts adviseerde tot voortzetting van de crisismaatregel, omdat de betrokkene onvoorspelbaar gedrag vertoont en er een risico is voor de veiligheid van hemzelf en anderen. De advocaat van de betrokkene pleitte voor afwijzing van het verzoek, maar de rechtbank oordeelde dat de voorgestelde vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn om ernstig nadeel te voorkomen.
De rechtbank verleende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor een periode van drie weken, tot en met 27 april 2020. De beschikking is mondeling gegeven door rechter M.E.A. Braeken en schriftelijk uitgewerkt op 14 april 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.