ECLI:NL:RBMNE:2020:1702
Rechtbank Midden-Nederland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling op basis van de Wet zorg en dwang
Op 2 april 2020 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, een beschikking gegeven inzake de machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling van een betrokkene, geboren in 1983. Dit verzoek werd ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) op basis van artikel 37 van de Wet zorg en dwang (Wzd). De mondelinge behandeling vond plaats via een telefonische zitting vanwege de coronacrisis. Tijdens deze zitting werd betrokkene gehoord, evenals zijn advocaat en behandelaar. Betrokkene heeft aangegeven naar huis te willen, maar zijn advocaat pleitte voor afwijzing van het verzoek, stellende dat er geen sprake is van suïcidaliteit en dat er minder bezwarende alternatieven zijn.
De behandelaar gaf aan dat betrokkene lijdt aan een vergevorderde vorm van dementie en dat er een grote angst bestaat voor zelfbeschadiging. De rechtbank concludeerde dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, wat een voortzetting van de inbewaringstelling noodzakelijk maakte. De rechtbank oordeelde dat de coronacrisis niet de directe aanleiding was voor het verzoek, maar dat deze de procedure wel had versneld. De machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling werd verleend voor de duur van zes weken, tot en met 14 mei 2020.