ECLI:NL:RBMNE:2020:1692
Rechtbank Midden-Nederland
- Beschikking
- J.P.M. Schwillens
- Z.E.W. Fuchs
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling op basis van de Wet zorg en dwang
Op 2 april 2020 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voortzetting van de inbewaringstelling van een betrokkene, geboren in 1946. Het verzoek tot machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling werd ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) op 31 maart 2020, met bijlagen waaronder een beschikking van de burgemeester en een medische verklaring, beide gedateerd op 30 maart 2020. Vanwege de coronacrisis vond de mondelinge behandeling telefonisch plaats op 2 april 2020, waarbij de rechtbank de betrokkene, haar advocaat, en twee deskundigen heeft gehoord.
Tijdens de zitting heeft de betrokkene aangegeven dat zij het prima vindt om zes weken in de instelling te blijven, maar haar advocaat heeft verklaard dat zij niet wil blijven en naar buiten wil. De gedragsdeskundige heeft echter verklaard dat het de bedoeling is dat de betrokkene uiteindelijk terugkeert naar haar normale woonplek, maar dat dit niet mogelijk is zolang de coronamaatregelen van kracht zijn. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, veroorzaakt door het gedrag van de betrokkene in combinatie met haar verstandelijke handicap en psychische stoornis.
De rechtbank oordeelde dat de voortzetting van de inbewaringstelling noodzakelijk is om het ernstig nadeel te voorkomen, en dat er geen minder bezwarende alternatieven beschikbaar zijn. De machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling is verleend voor de duur van zes weken, tot en met 14 mei 2020. De beschikking is mondeling gegeven door rechter J.P.M. Schwillens en schriftelijk uitgewerkt door griffier Z.E.W. Fuchs.