ECLI:NL:RBMNE:2020:1659

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
28 april 2020
Publicatiedatum
28 april 2020
Zaaknummer
16/258854-19; 05-076195-19 (ttz. gev.) 05-036797-19 (ttz. gev.); 16-025256-20 (ttz. gev.) en 05-045246-18 (vordering tul)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor stalking, bedreiging en vernieling met bijzondere voorwaarden en vrijheidsbeperkende maatregel

Op 28 april 2020 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan stalking, bedreiging en vernieling. De verdachte is veroordeeld voor het stalken van een reclasseringsmedewerker en een familielid, het bedreigen van familieleden en het vernielen van een ruit. De rechtbank heeft de voorlopige hechtenis van de verdachte na de zitting onder voorwaarden geschorst, maar kort daarna is de verdachte opnieuw aangehouden wegens overtreding van het contactverbod. Bij de strafoplegging is rekening gehouden met de persoon van de verdachte en verschillende rapportages, waaronder een neurologische en een Triple rapportage. De rechtbank heeft de verdachte een gevangenisstraf van 300 dagen opgelegd, waarvan 120 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar. Daarnaast zijn er bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een contactverbod met de slachtoffers voor de duur van twee jaar, met vervangende hechtenis bij overtreding. De proeftijd van een eerder voorwaardelijk opgelegde straf is met één jaar verlengd. De rechtbank heeft de verdachte ook een meldplicht en een ambulante behandelverplichting opgelegd, evenals controle op alcoholgebruik. De rechtbank heeft de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijk opgelegde werkstraf afgewezen, maar de proeftijd is verlengd. De beslissing is genomen op basis van de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummers: 16/258854-19; 05-076195-19 (ttz. gev.) 05-036797-19 (ttz. gev.); 16-025256-20 (ttz. gev.) en 05-045246-18 (vordering tul)
Vonnis van de meervoudige kamer van 28 april 2020
in de strafzaak tegen
[verdachte]geboren op [1964] in [geboorteplaats]
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
[woonplaats] , [adres]
gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting te Dordrecht

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 4 februari 2020 en 14 april 2020.
De inhoudelijke behandeling van de zaak heeft op 14 april 2020 plaatsgevonden.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. M.S. Martherus-Meijers en van hetgeen verdachte en mr. W. Oosterbaan-Van Veen, advocaat te Ede, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zitting gewijzigd. De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
16/258854-19
feit 1 in de periode van 14 april 2019 tot en met 26 oktober 2019 in Wageningen [slachtoffer 1]
heeft gestalkt, door veelvuldig deze [slachtoffer 1] te bellen en veelvuldig de
voicemail van deze [slachtoffer 1] in te spreken, dan wel (subsidiair) deze [slachtoffer 1]
heeft bedreigd;
feit 2 in de periode van 17 juni 2019 tot en met 8 augustus 2019 in Wageningen en/of
Arnhem [slachtoffer 2] heeft gestalkt door veelvuldig deze [slachtoffer 2] te bellen en veelvuldig de voicemail van deze [slachtoffer 2] in te spreken;
05-076195-19
feit 1 op 31 maart 2019 in Wageningen medewerkers van het regionaal servicecentrum van
de politie Oost-Nederland heeft bedreigd;
feit 2 op 31 maart 2019 in Wageningen, zonder dat daar enige noodzaak voor was,
meermalen het alarmnummer 112 heeft gebeld;
05-036797-19
op 24 december 2018 in Heteren, gemeente Overbetuwe, een ruit van [slachtoffer 4] en
[slachtoffer 1] heeft vernield;
16-025256-20
in de periode van 4 januari 2020 tot en met 5 januari 2020 in Westzaan en/of
Maastricht en/of Heteren [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 3]
via de voicemail heeft bedreigd.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder feit 1 primair en feit 2 van parketnummer16/258854-19, het onder feit 1 en feit 2 van parketnummer 05-076195-19, het onder parketnummer 05-036797-19 en het onder parketnummer 16-025256-20 ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich ten aanzien van de bewezenverklaring van het onder feit 1 en feit 2 van parketnummer 16/258854-19, het onder feit 1 en feit 2 van parketnummer 05-076195-19 en het onder parketnummer 16-025256-20 ten laste gelegde, gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
De raadsvrouw heeft bepleit dat het onder parketnummer 05-036797-19 ten laste gelegde niet wettig en overtuigen bewezen kan worden. Verdachte dient hiervan vrijgesproken te worden. De raadsvrouw heeft daartoe aangevoerd dat uit het dossier niet volgt dat de ruit kapot is of dat er krassen of andere schade aan de ruit is toegebracht. Getuige [slachtoffer 4] heeft enkel gebonk en klappen gehoord. Verdachte kan zich niet herinneren dat hij een ruit heeft vernield.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Indien hoger beroep wordt ingesteld zullen de bewijsmiddelen worden uitgewerkt en opgenomen in een bijlage die aan dit vonnis zal worden gehecht.
Bewijsoverwegingen
Bewijsoverweging parketnummer 05-036797-19
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat uit het dossier niet volgt dat de ruit kapot is of dat er krassen of andere schade aan de ruit is toegebracht. Getuige [slachtoffer 4] heeft enkel gebonk en klappen gehoord. Verdachte kan zich niet herinneren dat hij een ruit heeft vernield.
De rechtbank verwerpt het verweer van de raadsvrouw en acht het tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank overweegt daartoe dat aangever [slachtoffer 4] verklaard heeft dat hij op 24 december 2018 het silhouet van een persoon voor zijn keukenraam zag staan. Hij zag dat de persoon zijn arm in de richting van het raam bewoog en 4 a 5 keer het raam met een harde klap raakte. Hij ging naar buiten en zag [verdachte] staan. [slachtoffer 4] keek naar het keukenraam en zag dat het raam kapot was. [slachtoffer 1] heeft verklaard dat zij zag dat haar man, [slachtoffer 4] , haar broer [verdachte] , die de ruit had vernield, vasthield.
Voorts is verdachte kort na de melding aangehouden met een bebloede hand. Verdachte zelf heeft geen enkele verklaring hoe het kan dat zijn hand bebloed was.
Bewijsoverweging parketnummer 16-025256-20
De rechtbank zal verdachte vrijspreken van het tenlastegelegde ten aanzien van [slachtoffer 3] . Uit de bewijsmiddelen volgt dat de ten laste gelegde bedreigingen gericht zijn tegen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 4] . Het dossier bevat onvoldoende aanwijzingen dat verdachte [slachtoffer 3] heeft bedreigd.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
parketnummer 16-258854-19
feit 1 primair
in de periode van 14 april 2019 tot en met 26 oktober 2019 te Wageningen wederrechtelijk, stelselmatig, opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 1] , door
- meermalen te bellen naar het telefoonnummer van die [slachtoffer 1] en
- meermalen de voicemail behorende bij voornoemd telefoonnummer in te spreken met dreigende woorden, waaronder:
"Val mij absoluut niet meer lastig. Neem geen contact meer op met de politie. Ja, of de volgende ruit gaat er weer uit. De volgende raam gaat er weer uit. De volgende ruit gaat er weer uit. Dan ga ik gewoon achterom. Dan sla ik alle ramen d'r uit. Val mij niet meer lastig," en
"Als je wilt dat alle ramen in je huis er uit gaan dan moet je zo door gaan," en
"Hou op om mij lastig te vallen. Want ik zeg al. D'r gaan glazen, scherven, die vliegen in het rond. Overal, zie het maar niet als een dreigement want ik dreig helemaal nooit. Ik doe gewoon. Ik doe. Ik dreig niet ik doe. Is dat duidelijk, is dat helder is dat klaar." en
"Als jullie denken dat ik jullie hondje ben. Ja, dan zou ik jullie zwaar in de enkels bijten, ja. Zwaar in de enkels bijten. De achillespezen doorbijten. Dat je nooit meer van je leven kan lopen. Zie mij maar als de eerste van de wolven die over de Veluwe heen lopen. Als ik je ooit tegen kom op de Veluwe. Dan bijt ik je, en hard. Heel erg hard. En [slachtoffer 4] ook. Ik ben de wolf van de Veluwe, ik ken ieder paadje." en
"En bezoedel nog één keer de naam van ons pap en ik ben bereid om drie jaar voor de bak in te draaien. En dan weet je wat er is gebeurd. Dan weet je wat er gebeurd. Ik draai er graag drie jaar de bak voor in. Ter ere van ons pap. Ja,",
met het oogmerk die [slachtoffer 1] , te dwingen iets niet te doen en vrees aan te jagen;
feit 2
in de periode van 17 juni 2019 tot en met 8 augustus 2019 te Wageningen en Arnhem, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 2] , door die [slachtoffer 2] veelvuldig te bellen en meermalen de voicemail van die [slachtoffer 2] in te spreken met dreigende en beledigende woorden, waaronder:
- " Ik kan weer een streepje zetten op de kolf van mijn Kalasjnikov" en
- " Kom nog maar eens bij me langs dan maak ik je verbaal kapot, ik hou je 48 uur vast op een stoel om [slachtoffer 2] verbaal kapot te maken" en
- " ik zal [slachtoffer 2] helemaal mentaal kapot maken" en
- " paardenlul" en
- " sociopaat" en
- " psychopaat" en
- " vuile klootzak" en
- " rot op met je vieze leugenachtige rotkop" en
- " Ik hoef maar één telefoontje te plegen, dan is pussy pussy pussy pussy dead pussy" en
- " Ik zou het liefst mensen een kogel door de kop schieten, maar helaas kan dat hier niet"
met het oogmerk die [slachtoffer 2] te dwingen iets te doen, te dulden en vrees aan te jagen;
parketnummer 05-036797-19
op 24 december 2018 te Heteren, binnen de gemeente Overbetuwe, opzettelijk en wederrechtelijk een ruit, die geheel of ten dele aan een ander, te weten aan [slachtoffer 4] en [slachtoffer 1] , toebehoorde, heeft vernield.
parketnummer 05-076195-19
feit 1
op 31 maart 2019 te Wageningen, medewerkers van het regionaal servicecentrum van de politie Oost-Nederland heeft bedreigd met enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen of gemeen gevaar voor de verlening van diensten ontstaat, met enig misdrijf tegen het leven gericht en met brandstichting, door medewerkers van het regionaal servicecentrum dreigend de woorden toe te voegen:
-"Ik heb als majoor van de Bosnië Republic Army de ervaring om binnen een half jaar jullie hele politiebureau in de lucht te laten vliegen, dan zullen jullie mij nooit kunnen opsporen" en
-"Dus als binnen een half jaar jullie hele politiebureau in de lucht vliegt en het maakt niet uit als het op band staat, want er zijn toch geen getuigen of bewijzen ja dan moeten jullie niet raar opkijken" en
-“het hele politiebureau opblazen.” als antwoord op de vraag “En hoe kan u ons schade toebrengen?”;
feit 2
op 31 maart 2019 te Wageningen meermalen telkens opzettelijk, zonder dat daartoe de noodzaak aanwezig was, gebruik heeft gemaakt van een alarmnummer voor publieke diensten, namelijk van het nummer 112;
parketnummer 16-025256-20
in de periode van 4 januari 2020 tot en met 5 januari 2020 op één of meer tijdstippen te Westzaan, gemeente Zaanstad, en te Maastricht en te Heteren, [slachtoffer 4] en [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht door die [slachtoffer 4] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 1] via voicemailberichten dreigend de woorden toe te voegen:
- ' mijn zus zal de volgende strafrechter zijn die sneuvelt en jullie zal ik verder met rust laten', en
- ‘ dus je zult dit jaar heel veel gaan verliezen en dat is je zus. Die zul je dit jaar gaan verliezen en ze kunnen me niks maken want hoe kan ik iemand vermoorden uit de bak, en
- ' mijn moeder zal sterven met een heel slecht geweten en jullie zullen in 2020 geen oog meer dicht doen. Jullie naam en adres zijn me bekend en ze hebben me beloofd om represailles te nemen', en
- ' Als ik jullie was zou ik mijn ogen maar dicht doen. Die machtige vrienden die ik hier heb gemaakt, die houden niet van mensen die pedofielen beschermen. Dr komen acties. 100 procent. Ik wens jullie een kortstondig 2000 en 20. Dit is het. Dit is de volgende strafrechter en de volgende advocate die, je weet wel wat ik bedoel', en
- ' weet je wat mij over de drempel geholpen heeft om tot deze dodelijke beslissing te komen? Want deze mensen die ik heb leren kennen die dreigen niet, die doen. Die doen'.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
16/258854-19
feit 1 primair en feit 2
telkens: belaging;
05-076195-19
feit 1 bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
en
bedreiging met brandstichting;
en
bedreiging met enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen of gemeen gevaar voor de verlening van diensten ontstaat;
feit 2 opzettelijk, zonder dat daartoe enige noodzaak aanwezig is, gebruik maken van een
alarmnummer voor publieke diensten, meermalen gepleegd;
05-036797-19
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander
toebehoort, vernielen;
16-025256-20
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF EN MAATREGEL

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot:
- een gevangenisstraf van 10 maanden, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren, met als bijzondere voorwaarden een meldplicht, ambulante behandeling, controle op middelengebruik en een contactverbod met [slachtoffer 3] , [slachtoffer 1] , [slachtoffer 4] en [slachtoffer 2] .
Daarnaast vordert de officier van justitie dat aan verdachte een vrijheidsbeperkende
maatregel wordt opgelegd voor de duur van twee jaar, in de vorm van een contactverbod met [slachtoffer 3] , [slachtoffer 1] , [slachtoffer 4] en [slachtoffer 2] . Voor iedere
overtreding van de maatregel dient volgens de officier van justitie 14 dagen vervangende
hechtenis te worden opgelegd, met een maximum van zes maanden.
De officier van justitie heeft voorts gevorderd het toezicht van de reclassering, de bijzondere voorwaarden en de vrijheidsbeperkende maatregel dadelijk uitvoerbaar te verklaren.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich gerefereerd aan de eis van de officier van justitie en daarbij bepleit aan verdachte een onvoorwaardelijk strafdeel op te leggen dat gelijk is aan de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
De verdediging acht een contactverbod, in de vorm van een vrijheidsbeperkende maatregel, niet noodzakelijk, nu dit ook in de bijzondere voorwaarden kan worden opgenomen, zoals ook wordt geadviseerd door de reclassering.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf en maatregel heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een deels voorwaardelijke vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft zijn zus [slachtoffer 1] en zijn voormalig reclasseringswerker [slachtoffer 2] gestalkt, door hen veelvuldig te bellen en hun voicemail in te spreken met bedreigende en beledigende berichten. Daarnaast heeft verdachte een ruit van de woning van zijn zus, [slachtoffer 1] en [slachtoffer 4] vernield.
Verdachte heeft met zijn handelen een grote inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van zijn slachtoffers gemaakt. Dergelijke feiten zorgen bij hen voor gevoelens van angst en onveiligheid. Daarnaast heeft verdachte gedreigd een politiebureau op te blazen en heeft hij meerdere malen het alarmnummer 112 gebeld zonder dat daartoe enige noodzaak was. Verdachte heeft hiermee een kostbaar beslag gelegd op publieke middelen die ten dienste van het algemeen belang staan, waarbij bovendien het risico ontstaat dat het alarmnummer niet of moeilijker bereikbaar is voor daadwerkelijke noodsituaties.
Uit het strafblad van verdachte van 31 maart 2020 volgt dat hij op 10 augustus 2018 door de politierechter is veroordeeld voor onder andere bedreiging tot een voorwaardelijke taakstraf van 40 uren, te vervangen door 20 dagen hechtenis. Verdachte liep ten tijde van het plegen van de bewezenverklaarde feiten nog in een proeftijd van deze veroordeling. Voorts heeft verdachte, terwijl hij voor belaging en/of bedreiging gedetineerd zat in de penitentiaire inrichting, [slachtoffer 1] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] telefonisch bedreigd.
Zijn eerdere veroordeling, de proeftijd en zijn detentie hebben verdachte er niet van weerhouden zich opnieuw schuldig te maken aan het plegen van (soortgelijke) strafbare feiten. Verdachte is uitsluitend gefixeerd geweest op het vermeende onrecht dat hem is aangedaan en heeft geen enkele rekening gehouden met de impact die zijn gedrag op zijn slachtoffers heeft.
Bij haar beslissing heeft de rechtbank ook rekening gehouden met de volgende rapportages:
- een reclasseringsadvies van de Reclassering Nederland van 1 april 2020, uitgebracht door C.S. Pruis, reclasseringswerker;
- een Triple rapportage van 1 april 2020, uitgebracht door M.C. Heus, psychiater, G.M. Jansen, GZ-psycholoog en M.D. van der Heide, forensisch milieu onderzoeker en
- een gedrag neurologische rapportage van 30 maart 2020, uitgebracht door C. Jonker, gedragsneuroloog.
Uit het rapport van C. Jonker volgt dat bij verdachte sprake is van hersenorganisch lijden in de zin van verwijding van het ventrikelsysteem met loopstoornissen, vermoedelijk als gevolg van langdurig chronisch alcoholmisbruik. Ten tijde van het tenlastegelegde was reeds sprake van hersenorganisch lijden.
Het is niet waarschijnlijk dat het verwijde ventrikelsysteem met de loopstoornis i.c. de gestoorde motorische coördinatie - vermoedelijk samenhangend met een periode van excessief alcoholgebruik - het gedrag van verdachte ten tijde van het tenlastegelegde heeft beïnvloed. Het lijkt waarschijnlijk dat de thans geconstateerde lichte cognitieve beperkingen in planningsvaardigheid en mentale flexibiliteit samenhangen met het psychiatrisch beeld, zoals ook geconcludeerd wordt in het NPO, verricht in het kader van de huidige Pro Justitia rapportage.
Uit de Triple rapportage volgt dat bij verdachte sprake is van een psychische stoornis in de vorm van een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met narcistische, dwangmatige en borderline trekken. Hiernaast is sprake van een stoornis in het gebruik van alcohol en cannabis en een stoornis van de spraakvloeiendheid. Deze stoornissen waren ten tijde van het tenlastegelegde aanwezig en van invloed op de gedragskeuzes en gedragingen van verdachte.
Geadviseerd wordt het ten laste gelegde in verminderde mate aan verdachte toe te rekenen.
Op de korte termijn wordt het risico op recidive voor wat betreft dreigend agressief gedrag, belaging en vernieling als matig ingeschat en op de langere termijn als matig-hoog. Het risico op escalatie van het gedrag richting ernstig fysiek geweld wordt als laag ingeschat.
Om het risico op bedreigingen, vernielingen en belaging te verminderen is het nodig dat verdachte individuele psychotherapeutische behandeling krijgt gericht op emotieregulatie, het verminderen van de vastzittende boosheid en het motiveren van mindering van alcoholgebruik. Hierbij zou onder meer gedacht kunnen worden aan EMDR volgens het woede-wraak protocol, maar ook aan psychomotore therapie (spanningsopbouw). Daarnaast zou het goed zijn om zijn sterke kanten te benadrukken door hem te stimuleren tot activiteiten die een beroep doen op zijn intelligentie en creativiteit, waardoor hij meer erkenning krijgt en mogelijk minder gefixeerd raakt op onrecht. Opbouw van een steunend sociaal netwerk (buddy) zou overwogen kunnen worden. Deze behandeling kan ambulant plaats vinden. De responsiviteit wordt, gelet op de rigiditeit, als beperkt ingeschat. Aan de andere kant is er wel enige behandelmotivatie bij verdachte en heeft hij in het verleden
psychotherapeutische behandeling gehad en afgerond in een gespecialiseerde setting.
Geadviseerd wordt om bovenstaande behandeling op te leggen als bijzondere voorwaarde bij een deels voorwaardelijk strafdeel en een verplicht reclasseringscontact.
Uit het rapport van de reclassering volgt dat, gezien de delictgeschiedenis, het gebrek aan inzicht in eigen handelen en de gevolgen daarvan en het verloop van het toezicht, het professioneel oordeel van de reclassering afwijkt van de uitkomst van het risicotaxatie-instrument. De reclassering schat de kans op recidive in als hoog. Het risico op letselschade wordt ingeschat als gemiddeld en het risico op het onttrekken aan voorwaarden wordt ingeschat als hoog. Hoewel het eerdere reclasseringstoezicht niet goed verliep, ziet de reclassering met de nieuwe invulling van het toezicht (te weten de EMDR behandeling) mogelijkheden om een nieuw toezicht te laten slagen. Zeker ook als bijvoorbeeld het reclasseringscontact met name gericht is op het monitoren van de behandeling.
Geadviseerd wordt om verdachte een deels voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen met daarbij als bijzondere voorwaarden een meldplicht, een ambulante behandeling, een contactverbod en meewerken aan middelencontrole.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard bereid te zijn mee te werken aan de geadviseerde begeleiding, behandeling en middelencontrole.
Na de sluiting van het onderzoek ter terechtzitting en de schorsing van de voorlopige hechtenis met ingang van 15 april 2020 onder de bijzondere voorwaarde van een contactverbod met
onder meer zijn zus [slachtoffer 1] is gebleken dat verdachte in de nacht van 15 op 16 april 2020opnieuw meermalen de voicemail van zijn zus heeft ingesproken. Hierop is verdachte aangehouden op grond van artikel 84 Wetboek van Strafvordering. De rechtbank heeft hierop op 21 april 2020 de opheffing van de schorsing bevolen. Met instemming van de officier van justitie en de raadsvrouw en verdachte heeft de rechtbank het onderzoek ter terechtzitting niet heropend maar besloten om dit vonnis uit te spreken.
Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf van 300 dagen, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht passend en geboden is. De rechtbank acht het, gelet op de persoon van verdachte, niet wenselijk dat verdachte langer gedetineerd blijft en acht begeleiding en behandeling van verdachte wenselijk en noodzakelijk om de kans op recidive te verlagen. De rechtbank zal daarom een deel van de gevangenisstraf, te weten 120 dagen, voorwaardelijk opleggen, met daarbij de bijzondere voorwaarden zoals deze zijn geadviseerd door de deskundigen. De rechtbank legt verdachte daarbij een proeftijd van drie jaren op.
De rechtbank zal in de bijzondere voorwaarden geen contactverbod opnemen. De rechtbank overweegt daartoe dat bij een eventuele overtreding van dit contactverbod de mogelijkheid bestaat dat de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf wordt bevolen, waarmee het strafrechtelijk kader voor de noodzakelijke begeleiding en behandeling van verdachte komt te vervallen. Het geadviseerde contactverbod zal de rechtbank opleggen in de vorm van een vrijheid beperkende maatregel zoals hierna wordt overwogen.
Dadelijke uitvoerbaarheid
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een misdrijf dat is gericht tegen dan wel gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, te weten de hiervoor bewezen verklaarde feiten.
Gelet op de persoon van verdachte en de adviezen van de deskundigen zoals deze ter terechtzitting zijn besproken, is de rechtbank van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte zonder behandeling opnieuw een dergelijk misdrijf zal begaan. Daarom zal zij bevelen dat de bijzondere voorwaarden die verdachte zullen worden opgelegd en het toezicht door de reclassering, dadelijk uitvoerbaar zijn.
Vrijheidsbeperkende maatregel
De rechtbank zal, ex artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht, ten aanzien van het onder feit 1 primair en feit 2 van parketnummer 16/258854-19 en het onder parketnummer 16-025256-20 bewezen verklaarde, ter beveiliging van de maatschappij en ter voorkoming van strafbare feiten verdachte een contactverbod opleggen. Verdachte heeft zich bij het stalken en bedreigen voornamelijk gericht op zijn familie, te weten zijn broer, zus, zwager en moeder, en op zijn voormalig reclasseringswerker [slachtoffer 2] .
De rechtbank zal daarom bevelen dat verdachte op geen enkele wijze, direct noch indirect, contact zal zoeken met [slachtoffer 1] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] , [A] en [slachtoffer 2] .
De rechtbank legt deze vrijheidsbeperkende maatregel op voor de duur van 2 jaar. Voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan, zal per overtreding vervangende hechtenis voor de duur van 7 dagen worden opgelegd, met een maximum van zes maanden. De rechtbank wijkt hier af van de door de officier van justitie gevorderde periode, om te voorkomen dat de begeleiding en behandeling van verdachte voor een langere duur wordt onderbroken.
Bij deze maatregel beveelt de rechtbank tevens de dadelijke uitvoerbaarheid, omdat uit de rapportages blijkt dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte opnieuw een strafbaar feit pleegt of zich belastend gedraagt jegens voornoemde personen, hetgeen ook gebleken is na de schorsing van de voorlopige hechtenis per 15 april 2020, waarna de schorsing is opgeheven.

9.VORDERING TENUITVOERLEGGING

9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft de gehele tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter van 10 augustus 2018 voorwaardelijk opgelegde werkstraf van 40 uren, subsidiair 20 dagen vervangende hechtenis gevorderd.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsrouw heeft bepleit de vordering af te wijzen. Het uitvoeren van een taakstraf zal voor verdachte, naast de noodzakelijke reclasseringsbegeleiding en behandeling, een te grote belasting vormen. Daarnaast is verdachte fysiek beperkt en is contact met anderen voor hem moeilijk.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij vonnis van de politierechter in deze rechtbank van 10 augustus 2018 (parketnummer 05-045246-18) is aan verdachte een taakstraf van 40 uren voorwaardelijk opgelegd.
De rechtbank overweegt dat verdachte zich binnen de proeftijd opnieuw schuldig heeft gemaakt aan strafbare feiten en dat om die reden deze straf alsnog ten uitvoer gelegd kan worden. De reclassering wordt in staat geacht een voor verdachte passende werkstraf te vinden.
De rechtbank acht tenuitvoerlegging van voormelde werkstraf echter niet wenselijk. Gelet op de persoon van verdachte zullen de begeleiding en behandeling die aan verdachte worden opgelegd dusdanig belastend en intensief zijn dat de uitvoering van een werkstraf te belastend voor verdachte zal zijn en hem zal overvragen.
De rechtbank zal daarom de eerder vastgestelde proeftijd met één jaar verlengen.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 38v, 38w, 57, 142, 285, 285b en 350 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het onder feit 1 primair en feit 2 van parketnummer16/258854-19, het onder feit 1 en feit 2 van parketnummer 05-076195-19, het onder parketnummer 05-036797-19 en het onder parketnummer 16-025256-20 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart hetgeen meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf en maatregel
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf van 300 dagen;
- bepaalt dat de tijd, door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf
een gedeelte van 120 dagen gevangenisstraf, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat de verdachte de hierna te melden algemene en/of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een
proeftijd van 3 jaren vast;
- stelt als algemene voorwaarden dat de verdachte:
* zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat de verdachte:
* zich meldt op afspraken met de reclassering van GGZ IrisZorg, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt. De reclassering zal contact met verdachte opnemen voor de eerste afspraak;
* zich laat behandelen door een, nader door de reclassering te bepalen, forensische polikliniek waar EMDR behandeling en/of psychomotore therapie, dan wel een vergelijkbare behandeling en/of therapie, geboden wordt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling.;
* meewerkt aan controle op het gebruik van alcohol om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;
- geeft aan de reclasseringsinstelling GGZ IrisZorg de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de
voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
- beveelt dat de
bijzondere voorwaarden en het toezicht door de reclassering dadelijk uitvoerbaarzijn;
Ten aanzien van feit 1 primair en feit 2 van parketnummer16/258854-19 en parketnummer 16-025256-20
Vrijheidsbeperkende maatregel
- legt aan verdachte op de
maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de duur van 2 jaren;
- beveelt dat verdachte gedurende deze 2 jaren:

op geen enkele wijze – direct en/of indirect – contact zal opnemen, zoeken en/of hebben met:
o
[slachtoffer 1] ,
o
[slachtoffer 3] ,
o
[slachtoffer 4] ,
o
[A] ,
o
[slachtoffer 2];
- beveelt dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor het geval verdachte niet aan de maatregel voldoet. De duur van deze vervangende hechtenis bedraagt 7 dagen voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan, met een maximum van 6 maanden. Toepassing van de vervangende hechtenis heft de verplichtingen ingevolge de opgelegde maatregel niet op;
- beveelt dat de opgelegde
vrijheidsbeperkende maatregel dadelijk uitvoerbaaris;
Voorlopige hechtenis
- heft het bevel tot voorlopige hechtenis van verdachte op.
Vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 05-045246-18
- verlengt de bij vonnis van 10 augustus 2018 door de politierechter in deze rechtbank aan de opgelegde voorwaardelijke werkstraf verbonden proeftijd met één jaar.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.G. Bakker, voorzitter, mrs. L.E. Verschoor-Bergsma en H.J. van der Meulen, rechters, in tegenwoordigheid van G. van Engelenburg, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 28 april 2020.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
parketnummer 16-258854-19
1
hij in of omstreeks de periode van 14 april 2019 tot en met 26 oktober 2019 te Wageningen, althans in Nederland, wederrechtelijk, stelselmatig, opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 1] , door
- 37 keer, althans meermalen te bellen naar het telefoonnummer van die [slachtoffer 1] en/of
- 30 keer, althans meermalen de voicemail behorende bij voornoemd telefoonnummer in te spreken met dreigende woorden, waaronder:
"Val mij absoluut niet meer lastig. Neem geen contact meer op met de politie. Ja, of de volgende ruit gaat er weer uit. De volgende raam gaat er weer uit. De volgende ruit gaat er weer uit. Dan ga ik gewoon achterom. Dan sla ik alle ramen d'r uit. Val mij niet meer lastig," en/of
"Als je wilt dat alle ramen in je huis er uit gaan dan moet je zo door gaan," en/of
"Hou op om mij lastig te vallen. Want ik zeg al. D'r gaan glazen, scherven, die vliegen in het rond. Overal, zie het maar niet als een dreigement want ik dreig helemaal nooit. Ik doe gewoon. Ik doe. Ik dreig niet ik doe. Is dat duidelijk, is dat helder is dat klaar." en/of
"Als jullie denken dat ik jullie hondje ben. Ja, dan zou ik jullie zwaar in de enkels bijten, ja Zwaar in de enkels bijten. De achillespezen doorbijten. Dat je nooit meer van je leven kan lopen. Zie mij maar als de eerste van de wolven die over de Veluwe heen lopen. Als ik je ooit tegen kom op de Veluwe. Dan bijt ik je, en hard. Heel erg hard. En [slachtoffer 4] ook. Ik ben de wolf van de Veluwe, ik ken ieder paadje." en/of
"En bezoedel nog één keer de naam van ons pap en ik ben bereid om drie jaar voor de bak in te draaien. En dan weet je wat er is gebeurd. Dan weet je wat er gebeurd. Ik draai er graag drie jaar de bak voor in. Ter ere van ons pap. Ja,"
althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking, met het oogmerk die [slachtoffer 1] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
(Artikel art 285b lid 1 Wetboek van Strafrecht)
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen
leiden:
hij in of omstreeks de periode van 14 april 2019 tot en met 26 oktober 2019 te Wageningen, althans in Nederland [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer 1] dreigend de woorden toe te voegen
- " Als jullie denken dat ik jullie hondje ben. Ja, dan zou ik jullie zwaar in de enkels bijten, ja. Zwaar in de enkels bijten. De achillespezen doorbijten. Dat je nooit meer van je leven kan lopen. Zie mij maar als de eerste van de wolven die over de Veluwe heen lopen. Als ik je ooit tegen kom op de Veluwe. Dan bijt ik je, en hard. Heel erg hard. En [slachtoffer 4] ook. Ik ben de wolf van de Veluwe, ik ken ieder paadje." en/of
- " En bezoedel nog één keer de naam van ons pap en ik ben bereid om drie jaar voor de bak in te draaien. En dan weet je wat er is gebeurd. Dan weet je wat er gebeurd. Ik draai er graag drie jaar de bak voor in. Ter ere van ons pap. Ja,"
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
(Artikel art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
2
hij in of omstreeks de periode van 17 juni 2019 tot en met 8 augustus 2019 te Wageningen en/of Arnhem, althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 2] , door die [slachtoffer 2] veelvuldig te bellen en/of 100 keer, althans meermalen de voicemail van die [slachtoffer 2] in te spreken met dreigende en/of beledigende woorden, waaronder:
- " Ik kan weer een streepje zetten op de kolf van mijn Kalasjnikov" en/of
- " Kom nog maar eens bij me langs dan maak ik je verbaal kapot, ik hou je 48 uur vast op een stoel om [slachtoffer 2] verbaal kapot te maken" en of
- " ik zal [slachtoffer 2] helemaal mentaal kapot maken" en/of
- " paardenlul" en/of
- " sociopaat" en/of
- " psychopaat" en/of
- " vuile klootzak" en/of
- " rot op met je vieze leugenachtige rotkop" en/of
- " Ik hoef maar één telefoontje te plegen, dan is pussy pussy pussy pussy dead pussy" en/of
- " Ik zou het liefst mensen een kogel door de kop schieten, maar helaas kan dat hier niet"
met het oogmerk die [slachtoffer 2] te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
(Artikel art 285b lid 1 Wetboek van Strafrecht)
parketnummer 05-036797-19
hij op of omstreeks 24 december 2018 te Heteren, binnen de gemeente Overbetuwe, opzettelijk en wederrechtelijk een ruit, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander, te weten aan [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 1] toebehoorde,heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt en/of weggemaak;
( art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
parketnummer 05-076195-19
1
hij op of omstreeks 31 maart 2019 te Wageningen, althans in Nederland (een) medewerker(s) van het regionaal servicecentrum van de politie Oost-Nederland heeft bedreigd met enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen of gemeen gevaar voor de verlening van diensten ontstaat, en/of met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, en/of met brandstichting, door medewerker(s) van het regionaal servicecentrum dreigend de woorden toe te voegen:
-"Ik heb als majoor van de Bosnië Republic Army de ervaring om binnen een half jaar jullie hele politiebureau in de lucht te laten vliegen, dan zullen jullie mij nooit kunnen opsporen" en/of
-"Dus als binnen een half jaar jullie hele politiebureau in de lucht vliegt en het maakt niet uit als het op band staat, want er zijn toch geen getuigen of bewijzen ja dan moeten jullie niet raar opkijken" en/of
-“het hele politiebureau opblazen.” als antwoord op de vraag “En hoe kan u ons schade toebrengen?”,
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
( art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
2
hij op of omstreeks 31 maart 2019 te Wageningen (meermalen) (telkens) opzettelijk, zonder dat daartoe de noodzaak aanwezig was, gebruik heeft gemaakt van een alarmnummer voor publieke diensten, namelijk van het nummer 112;
( art 142 lid 2 Wetboek van Strafrecht )
parketnummer 16-025256-20
hij in of omstreeks de periode van 4 januari 2020 tot en met 5 januari 2020 op één of meer tijdstippen te Westzaan, gemeente Zaanstad, en/of te Maastricht en/of te Heteren, in elk geval in Nederland, [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 3] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 3] via voicemailberichten dreigend de woorden toe te voegen:
- ' mijn zus zal de volgende strafrechter zijn die sneuvelt en jullie zal ik verder met rust laten', en/of
- ‘ dus je zult dit jaar heel veel gaan verliezen en dat is je zus. Die zul je dit jaar gaan verliezen en ze kunnen me niks maken want hoe kan ik iemand vermoorden uit de bak, en/of
- ' mijn moeder zal sterven met een heel slecht geweten en jullie zullen in 2020 geen oog meer dicht doen. Jullie naam en adres zijn me bekend en ze hebben me beloofd om represailles te nemen', en/of
- ' Als ik jullie was zou ik mijn ogen maar dicht doen. Die machtige vrienden die ik hier heb gemaakt, die houden niet van mensen die pedofielen beschermen. Dr komen acties. 100 procent. Ik wens jullie een kortstondig 2000 en 20. Dit is het. Dit is de volgende strafrechter en de volgende advocate die, je weet wel wat ik bedoel', en/of
- ' weet je wat mij over de drempel geholpen heeft om tot deze dodelijke beslissing te komen? Want deze mensen die ik heb leren kennen die dreigen niet, die doen. Die doen',
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
( art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht )