In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 28 april 2020 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, aangeduid als [eiseres] B.V., en twee gedaagden, waaronder [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] B.V. De eiseres vorderde in conventie de afgifte van inlogcodes om de domeinnamen [eiseres].com en [eiseres].nl bij een andere host onder te brengen. De rechtbank oordeelde dat er geen grond was voor de afgifte van deze inlogcodes, omdat [gedaagde sub 1] houder is van de domeinnamen en eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat dit alleen kan worden bereikt door hosting bij de oorspronkelijke host. De vordering in conventie werd afgewezen.
In reconventie vorderden [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] betaling van een management fee en afgifte van digitale administratie. De rechtbank oordeelde dat de vorderingen in reconventie ook niet voor toewijzing in aanmerking kwamen, omdat er onvoldoende bewijs was dat de managementovereenkomst van kracht was en dat de vordering tot betaling van de management fee niet voldoende aannemelijk was gemaakt. De rechtbank veroordeelde eiseres in de proceskosten van de gedaagden in conventie en gedaagden in de proceskosten van eiseres in reconventie.