ECLI:NL:RBMNE:2020:1613
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- E.H.M. Druijf
- J.A. Spee
- S.M. van der Veen
- C.A. de Beaufort
- R.C. Stijnen
- R.M. Berendsen
- R. Dijkman
- Rechtspraak.nl
Beslissing over wrakingsverzoek in strafzaak met betrekking tot onpartijdigheid van rechters
Op 6 maart 2020 heeft verzoeker de meervoudige strafkamer, bestaande uit mr. E.H.M. Druijf, mr. J.A. Spee en mr. S.M. van der Veen, gewraakt in een strafzaak met parketnummer 16-175740-19. De mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek vond plaats op 3 april 2020, waarbij verzoeker aanwezig was, maar de rechters en de officier van justitie niet. Verzoeker stelde dat hij tijdens de zitting onvoldoende ruimte had gekregen om zijn standpunt naar voren te brengen en dat de rechters al van tevoren op basis van zijn antwoorden een oordeel over zijn schuld hadden gevormd. Hij voelde zich gekleineerd en meende dat de rechters niet onpartijdig waren.
De rechters hebben het wrakingsverzoek betwist en aangegeven dat zij verzoeker voldoende ruimte hebben gegeven om zijn standpunt te verduidelijken. De wrakingskamer heeft de onpartijdigheid van de rechters beoordeeld aan de hand van de feiten en omstandigheden. De wrakingskamer concludeerde dat er geen aanwijzingen waren voor persoonlijke vooringenomenheid van de rechters en dat verzoeker op alle vragen had kunnen antwoorden. De wrakingskamer oordeelde dat de indruk van vooringenomenheid niet objectief gerechtvaardigd was en dat de rechters hun rol in de waarheidsvinding correct hadden vervuld.
Uiteindelijk heeft de wrakingskamer het verzoek tot wraking ongegrond verklaard. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 3 april 2020, en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing. De procedure in de strafzaak met parketnummer 16-175740-19 zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond op het moment van de schorsing door het wrakingsverzoek.