Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de verzetdagvaarding (aan te merken als de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie) met producties,
- de op 4 december 2019 genomen conclusie van repliek in conventie en van antwoord in reconventie met productie aan de zijde van [partij I] ,
- de op 4 december 2019 genomen akte overlegging producties aan de zijde van [partij II] ,
- de op 8 januari 2020 genomen conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie,
- de op 5 februari genomen conclusie van dupliek in reconventie.
2.De feiten
3.De beoordeling
“om eerst beiden in te loggen bij de SNS Bank voordat het geld afgeschreven zou worden”.Kort samengevat betwist [partij II] dat er een contractuele of wettelijke grondslag voor de vordering van [partij I] bestaat. Daarom concludeert zij tot vernietiging van het bestreden verstekvonnis en vordert zij in reconventie dat alle executoriale maatregelen worden gestaakt en gestaakt gehouden, waaronder opheffing van het onder de Rabobank gelegde executoriale beslag, op verbeurte van een dwangsom van € 5.000,00 per dag, met een maximum van € 35.000,00 indien en voor zover [partij I] handelt in strijd met het gevorderde, met veroordeling van [partij I] in de proceskosten, vermeerderd met de wettelijke rente en de nakosten.
540,00(3 punten x tarief € 180,00)