Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.De beoordeling
Kern van de zaak en oordeel van de rechtbank
2.148,-(2 punten × tarief € 1.074,-)
Rechtbank Midden-Nederland
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland, vordert de eiseres, een besloten vennootschap, van de gedaagde, die een eenmanszaak drijft, betaling van € 15.000,- op basis van een beëindigingsovereenkomst. De gedaagde heeft aangevoerd dat deze overeenkomst partieel vernietigbaar is wegens bedreiging. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagde onvoldoende bewijs heeft geleverd voor zijn claim van bedreiging, waardoor de vordering van de eiseres wordt toegewezen. De rechtbank oordeelt dat de gedaagde niet heeft aangetoond dat hij onder invloed van bedreiging heeft gehandeld bij het laten vallen van een tegenvordering van € 45.000,-. De rechtbank wijst de reconventionele vordering van de gedaagde af, omdat deze is gebaseerd op dezelfde omstandigheden die door de rechtbank zijn verworpen. De rechtbank heeft de gedaagde ook veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de eiseres zijn begroot op € 4.225,03, en in de kosten van de procedure in reconventie, die zijn begroot op € 1.074,-. Het vonnis is uitgesproken op 22 april 2020.