Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
in de periode van 1 maart 2015 tot en met 9 februari 2016 in Utrecht en/of (elders) in Nederland en/of Spanje heeft deelgenomen aan een organisatie gericht op het opzetten van hennepkwekerijen, de im- en export van hennep en de handel in hasj;
op 9 februari 2016 in een woning in Utrecht samen met anderen opzettelijk 247 gram, 196,52 gram, 155 gram en 183,56 gram hasj aanwezig heeft had;
op 2 maart 2016 in Utrecht opzettelijk 610 gram en 180 gram hasj heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elke geval aanwezig heeft gehad;
op 9 februari 2016 in Utrecht een stroomstootwapen voorhanden heeft gehad;
op 9 februari 2016 in Utrecht een vlindermes en twee ploertendoders voorhanden heeft gehad;
in de periode van 9 september 2014 tot en met 9 februari 2016 in Utrecht met anderen € 75.050,- heeft witgewassen (en daarvan een gewoonte heeft gemaakt).
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
- de
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van
- de
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van
- de
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van beslag van 16 maart 2017, documentcode 2016021512006985, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, doorgenummerde pagina’s 2351 tot en met 2385;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 23 maart 2016, documentcode 2016032110004182, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, doorgenummerde pagina’s 1594 tot en met 1620;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 19 april 2016, genummerd PL0900-2014203884-80, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, doorgenummerde pagina’s 1621 tot en met 1622.
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
2. opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van het middel;
3. opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van het middel;
4. handelen in strijd met artikel 26 lid 1 van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II;
5. handelen in strijd met artikel 13 lid 1 van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd.
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
9.BESLAG
10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
11.BESLISSING
taakstraf van 120 (honderdtwintig) uren;
vervangen door 60 dagen hechtenis;
onttrektde goederen aangeduid met de volgende nummers
aan het verkeer:
teruggave aan verdachtevan het voertuig, aangeduid met nummer: PL0900-2014203884-G1312829 (Peugeot Partner wit [kenteken] ).