ECLI:NL:RBMNE:2020:1486
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen ov-schuld wegens niet stopzetten studentenreisproduct
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 14 april 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Eiseres had een studentenreisproduct, maar stond in de periode van 1 mei 2018 tot 1 januari 2019 niet ingeschreven voor een opleiding. Hierdoor had zij geen recht op studiefinanciering en het studentenreisproduct, wat leidde tot een ov-schuld van €1.552,- die door DUO was opgelegd. Eiseres stelde dat zij door psychische problemen, veroorzaakt door een verkeersongeval waarbij haar zusje om het leven kwam, niet in staat was om haar studentenreisproduct tijdig stop te zetten.
De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelde dat eiseres niet voldoende had aangetoond dat zij in de gehele periode niet in staat was om het studentenreisproduct stop te zetten. De rechtbank benadrukte dat het de verantwoordelijkheid van de studerende is om het studentenreisproduct tijdig te beëindigen. De verklaringen van de psychotherapeut en huisarts waren niet overtuigend genoeg om aan te tonen dat eiseres gedurende de relevante periode niet in staat was om de nodige administratieve handelingen te verrichten. De rechtbank concludeerde dat het niet tijdig beëindigen van het reisrecht aan eiseres kon worden toegerekend, en dat de ov-schuld terecht was opgelegd.
De uitspraak werd niet in een openbare zitting gedaan vanwege coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden uitgesproken zodra dat weer mogelijk is. Eiseres kan binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.