Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding van 17 december 2019
- de mondelinge behandeling op vrijdag 3 januari 2020.
2.De vordering
3.De beoordeling
527,00
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 17 januari 2020 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Argenta Spaarbank N.V. en een gedaagde die niet is verschenen. Argenta vorderde machtiging om een registergoed te verkopen en ontruiming van het pand. De vordering was gebaseerd op een hypothecaire lening die de gedaagde niet had terugbetaald, waardoor Argenta het recht had om het onderpand te verkopen. De rechtbank oordeelde dat de terugkoopverplichting van de woningstichting, zoals vastgelegd in de Koopgarantbepalingen, voldoende duidelijk was om als prijs in een notariële akte te worden opgenomen. De gevorderde ontruiming eerder dan de notariële levering van het eigendomsrecht werd afgewezen op basis van een belangenafweging. De voorzieningenrechter heeft Argenta gemachtigd om het registergoed aan de Stichting De Alliantie te verkopen en heeft de ontruiming van het pand pas toegestaan na de inschrijving van de notariële leveringsakte. De gedaagde werd veroordeeld in de proceskosten, die op € 1.286,07 werden begroot.