Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het door deze rechtbank op 2 september 2019 tussen [eiseres] en ASR bij verstek gewezen vonnis onder zaaknummer / rolnummer 489400 / HA ZA 19-89
- de verzetdagvaarding (aan te merken als de conclusie van antwoord).
2.Waar gaat de zaak over?
- de pleitnota van [bedrijf 2] c.s. en de eventueel door die partijen overgelegde producties
- de akte van tussenkomst van [bedrijf 1] B.V. en de eventueel andere stukken die deze partij heeft overgelegd in dat kort geding.
De rechtbank verzoekt ASR nadere informatie te verschaffen over deze vraagpunten.
überhauptrecht had op een uitkering: was zij bestuurder? (dan zou er recht op uitkering kunnen zijn) of was zij werkneemster? (dan zou zij in beginsel geen recht op uitkering hebben).
4.De beslissing
29 april 2020voor het nemen van een akte door beide partijen over hetgeen is vermeld onder 3.4, 3.6, 3.7, 3.8, 3.9, 3.10 en 3.11, waarna de elk van de partijen op de rol van twee weken daarna een antwoordakte kan nemen,