Ten tweede is er de verklaring die [A] zelf in het kader van het voorlopig getuigenverhoor heeft afgelegd:
"9. (…) Ik schat dat ik anderhalf tot twee jaar op dat eerste fregat heb gewerkt. Het casco was klaar toen ik begon, maar binnen moest nog van alles gebouwd worden. Ik heb kabels getrokken en aangesloten. (…) Er stonden in het casco stoomturbines. De leidingen daarvan worden ontzettend heet en moesten geïsoleerd worden met een soort pasta die moest uitharden en dan opdroogde tot een soort lichtgrijs. Ik hoefde dat werk niet te doen, maar het gebeurde wel naast mij of in de directe omgeving. Ik werkte tussen de isoleerders, de lassers, de pijpfitters, alles loopt in zo'n schip door elkaar. Toen ik daar werkte, wist ik niet dat er met asbest gewerkt werd. (…)
11. (…) Met mondkapjes zag je in die tijd nog niemand. Ik herinner me wel dat de lassers een soort flexibele slangen hadden met afzuiging naar buiten toe.
12. In de periode dat ik ben uitgeleend aan de [onderneming 2] Heb ik gewerkt op olietankers in aanbouw bij de [onderneming 2] Ook daar ben ik volgens mij in contact gekomen met asbest. Ik doel dan op de asbestdekens. Ik wist dat het asbestdekens waren, terwijl ik daarmee werkte, maar ik was toen niet op de hoogte van de gevaren van asbest. Ik leg u uit dat stalen leidingen met een diameter van 50 of 60 cm aan elkaar gelast moesten worden. Na het lasproces moesten die leidingen uitgroeien vanwege spanningen in de leidingen als gevolg van het lasproces. Daarvoor moest ik met een collega tijdelijk verwarmingselementen in de vorm van banden aanbrengen. Om die verwarmingselementen moesten asbestdekens worden aangebracht om de leidingen niet te snel te laten afkoelen en de warmte in de pijp te houden. Die dekens moesten tijdens het uitgloeiproces blijven zitten. Dat was ongeveer 36 uur. Daarna moesten die dekens worden verwijderd, ze waren dan natuurlijk goed droog en weer stoffig. De temperatuur kon wel oplopen tot 500 graden. De dekens werden niet na één keer weggegooid, maar gewoon opnieuw gebruikt.
13. (…) Ik was dus niet iedere dag in de weer met asbestdekens, maar ongeveer om de dag. (…)
15. Ik vind het moeilijk om te schatten hoe vaak, in de periode dat ik op het fregat van [.] werkte, in mijn buurt aan isolatie van leidingen werd gewerkt. Bij de bouw van een schip is isolatie van leidingen net zo’n continue proces als het trekken en aansluiten van kabels. Ik heb regelmatig gezien dat in mijn buurt isoleerders aan het werk waren".