ECLI:NL:RBMNE:2020:1331
Rechtbank Midden-Nederland
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om studieschuld af te lossen op basis van nieuwe betalingsregels
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 6 februari 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Dienst Uitvoering Onderwijs. De eiser had verzocht om zijn studieschuld af te lossen volgens nieuwe betalingsregels, maar dit verzoek werd afgewezen. De rechtbank oordeelde dat het verzoek te laat was ingediend, aangezien de aanvraag voor de nieuwe betalingsregels vóór de start van de aflosfase moest worden ingediend. De eiser had zijn aflossing op 1 januari 2015 gestart en had zijn verzoek niet tijdig ingediend.
De rechtbank overwoog dat de informatie in een eerdere brief van de verweerder, waarin werd gewezen op de mogelijkheid om over te stappen naar de nieuwe regels, niet voldoende was om de wettelijke voorwaarden te negeren. De eiser had niet kunnen vertrouwen op de inhoud van deze brief, omdat deze niet alle relevante voorwaarden vermeldde. De rechtbank concludeerde dat de eiser zelf verantwoordelijk was voor het inwinnen van informatie over de regeling en dat de omstandigheden die hij aanvoerde, zoals autisme en de medische situatie van zijn vriendin, geen aanleiding gaven om de wettelijke voorwaarden te negeren.
De rechtbank wees het beroep van de eiser ongegrond en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.