ECLI:NL:RBMNE:2020:1270

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
16 maart 2020
Publicatiedatum
1 april 2020
Zaaknummer
C/16/499073
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 16 maart 2020 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, een beschikking gegeven inzake de voortzetting van een crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie. Dit verzoek volgde op een eerdere beslissing van 12 maart 2020, waarbij een crisismaatregel was opgelegd aan de betrokkene, geboren in 1945. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling van het verzoek op dezelfde dag gehouden, waarbij de betrokkene, haar advocaat mr. T.C. Schouten, en een arts aanwezig waren. De officier van justitie was niet aanwezig.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene, die momenteel in een ziekenhuis verblijft, te maken heeft met een psychische stoornis en dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, met name ernstige verwaarlozing. De arts heeft verklaard dat de betrokkene slikklachten heeft en dat haar toestand wisselend is. De betrokkene heeft aangegeven dat ze begrijpt waarom ze is opgenomen en dat ze vrijwillig in het ziekenhuis wil blijven, maar de arts waarschuwde dat als de verwardheid terugkomt, dit kan leiden tot complicaties.

De rechtbank oordeelde dat de voortzetting van de crisismaatregel noodzakelijk is om het dreigende nadeel af te wenden. De verzochte vormen van verplichte zorg zijn evenredig en effectief, en er zijn geen minder bezwarende alternatieven beschikbaar. De machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel is verleend voor de duur van één week, tot en met 23 maart 2020. De beschikking is mondeling gegeven door mr. A.C. van den Boogaard en schriftelijk uitgewerkt op 25 maart 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling familierecht
Locatie Utrecht
Zaaknummer: C/16/499073 / FA RK 20-1797
Betrokkenenummer: [betrokkenenummer]
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 16 maart 2020,naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [1945] te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] te [woonplaats] ,
verblijvende te [verblijfplaats] te [woonplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. T.C. Schouten.

1.Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 13 maart 2020, heeft de officier van justitie verzocht om voortzetting van de op 12 maart 2020 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn (onder meer) de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel d.d. 12 maart 2020;
  • de medische verklaring d.d. 12 maart 2020.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 16 maart 2020, in het [verblijfplaats] te [woonplaats]
1.3.
Daarbij heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- de betrokkene,
- de advocaat,
- mevrouw [A] , arts.
Tevens was aanwezig de heer [B] , de buurman van betrokkene.
1.4.
De officier van justitie heeft van tevoren laten weten dat hij niet voornemens is bij de mondelinge behandeling te verschijnen.
1.5.
De rechtbank heeft na de mondelinge behandeling direct uitspraak gedaan en een kennisgeving mondelinge uitspraak aan de advocaat van betrokkene en aan de vertegenwoordiger van de instelling verstrekt.

2.Beoordeling

2.1.
In de crisismaatregel waarvan de officier van justitie voortzetting vraagt, zijn de volgende vormen van verplichte zorg, als bedoeld in artikel 3:2 Wvggz, opgenomen:
- toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
2.2.
Betrokkene heeft verklaard dat ze begrijpt waarom ze is opgenomen en dat ze vrijwillig in het ziekenhuis wil verblijven. Ze is nog niet helemaal opgeknapt en nog erg moe. De advocaat voegt hier aan toe dat ze vindt dat het goed gaat met betrokkene. Betrokkene is goed aanspreekbaar en niet verward. Ook is betrokkene bereid om de sondevoeding vrijwillig in te nemen. De advocaat stelt dan ook dat de crisismaatregel niet moet worden verlengd.
2.3.
De arts stelt dat de zorgen om betrokkene langer spelen. Betrokkene heeft slikklachten en is fors afgevallen. Het beeld van betrokkene is wisselend en het is de vraag of de verwardheid van betrokkene voortkomt uit een psychose of een delier. Een delier herstelt geleidelijk, maar de arts weet niet in welke fase van het herstel betrokkene zit. De antibiotica slaat goed aan. Het is goed dat betrokkene vrijwillig wil blijven, maar als de verwardheid terugkomt zal dit waarschijnlijk veranderen en bestaat de kans dat betrokkene haar sondevoeding uittrekt. Pas over een week kan er meer worden gezegd over de oorzaak van de verwardheid. Zodra er meer duidelijkheid is zal samen met betrokkene gekeken worden of zij vrijwillig de zorg wil accepteren. Tot die tijd is voortzetting van de crisismaatregel nodig.
2.4.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, met name gelegen in ernstige verwaarlozing. Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
2.5.
De rechtbank is van oordeel dat bij de voortzetting van de crisismaatregel de verzochte vormen van verplichte zorg, noodzakelijk zijn om het nadeel af te wenden. Betrokkene verzet zich tegen deze zorg. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.6.
Deze vormen van verplichte zorg zijn evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene. Aangezien betrokkene al goed is opgeknapt, maar niet helemaal is hersteld en de oorzaak van de verwardheid nog niet helder is, verleent de rechtbank de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de duur van één week.
2.7.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van een week na heden, en aldus geldt tot en met 23 maart 2020.

3.Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [1945] te [geboorteplaats] , met voor de duur van de machtiging de volgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 23 maart 2020;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 16 maart 2020 mondeling gegeven door mr. A.C. van den Boogaard, rechter en in het openbaar uitgesproken bijgestaan door mr. Z.E.W. Fuchs als griffier, en schriftelijk uitgewerkt en ondertekend op 25 maart 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.