Op 16 maart 2020 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, een beschikking gegeven inzake de voortzetting van een crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie. Dit verzoek volgde op een eerdere beslissing van 12 maart 2020, waarbij een crisismaatregel was opgelegd aan de betrokkene, geboren in 1945. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling van het verzoek op dezelfde dag gehouden, waarbij de betrokkene, haar advocaat mr. T.C. Schouten, en een arts aanwezig waren. De officier van justitie was niet aanwezig.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene, die momenteel in een ziekenhuis verblijft, te maken heeft met een psychische stoornis en dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, met name ernstige verwaarlozing. De arts heeft verklaard dat de betrokkene slikklachten heeft en dat haar toestand wisselend is. De betrokkene heeft aangegeven dat ze begrijpt waarom ze is opgenomen en dat ze vrijwillig in het ziekenhuis wil blijven, maar de arts waarschuwde dat als de verwardheid terugkomt, dit kan leiden tot complicaties.
De rechtbank oordeelde dat de voortzetting van de crisismaatregel noodzakelijk is om het dreigende nadeel af te wenden. De verzochte vormen van verplichte zorg zijn evenredig en effectief, en er zijn geen minder bezwarende alternatieven beschikbaar. De machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel is verleend voor de duur van één week, tot en met 23 maart 2020. De beschikking is mondeling gegeven door mr. A.C. van den Boogaard en schriftelijk uitgewerkt op 25 maart 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.