ECLI:NL:RBMNE:2020:1269

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
16 maart 2020
Publicatiedatum
1 april 2020
Zaaknummer
C/16/499065
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 16 maart 2020 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, een beschikking gegeven inzake de voortzetting van een crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie. Dit verzoek volgde op een eerder opgelegde crisismaatregel op 12 maart 2020. De betrokkene, geboren in 1974 in Sierra Leone en momenteel verblijvende in Altrecht, heeft tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat hij niet ziek is en naar huis wil. Zijn advocaat voegde hieraan toe dat de betrokkene een grote vrijheidsdrang heeft en zijn medicatie inneemt. De psychiater pleitte echter voor voortzetting van de crisismaatregel, omdat de betrokkene nog steeds last heeft van een psychische stoornis, wat leidt tot een dreiging van ernstig lichamelijk letsel.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis. De rechtbank oordeelde dat de verzochte vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn om het nadeel af te wenden, ondanks het verzet van de betrokkene. De machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel is verleend voor de duur van drie weken, tot en met 6 april 2020. De beschikking is mondeling gegeven door rechter A.C. van den Boogaard en schriftelijk uitgewerkt op 25 maart 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling familierecht
Locatie Utrecht
Zaaknummer: C/16/499065 / FA RK 20-1795
Betrokkenenummer: [betrokkenenummer]
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 16 maart 2020,naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [1974] te [geboorteplaats] (Sierra Leone),
wonende aan de [adres] te [woonplaats] ,
verblijvende te Altrecht, locatie [locatie] te [woonplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. S. Makhloufi.

1.Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 13 maart 2020, heeft de officier van justitie verzocht om voortzetting van de op 12 maart 2020 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn (onder meer) de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel d.d. 12 maart 2020;
  • de medische verklaring d.d. 12 maart 2020;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet BOPZ.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 16 maart te Altrecht, op de locatie [locatie] te [woonplaats] .
1.3.
Daarbij heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- de betrokkene,
- de advocaat,
- de heer M. de Boer, psychiater,
- de heer [A] , verpleegkundige.
1.4.
De officier van justitie heeft van tevoren laten weten dat hij niet voornemens is bij de mondelinge behandeling te verschijnen.
1.5.
De rechtbank heeft na de mondelinge behandeling direct uitspraak gedaan en een kennisgeving mondelinge uitspraak verstrekt.

2.Beoordeling

2.1.
In de crisismaatregel waarvan de officier van justitie voortzetting vraagt, zijn de volgende vormen van verplichte zorg, als bedoeld in artikel 3:2 Wvggz, opgenomen:
- toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- beperken van het recht op het ontvangen van bezoek;
- opnemen in een accommodatie.
2.2.
Betrokkene heeft tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat hij niet ziek is en de wens heeft om naar huis te gaan. De advocaat voegt hier aan toe dat betrokkene een grote vrijheidsdrang heeft en zijn medicatie inneemt. Het incident met de buurman kwam niet voort uit paranoïde wanen maar betrokkene verdedigde zich vanuit noodweer. Zij stelt dat het ernstig nadeel niet genoeg aanwezig is voor een voortzetting van de crisismaatregel van drie weken. De duur van de machtiging moet volgens de advocaat worden verkort.
2.3.
De psychiater heeft gepleit voor voortzetting van de crisismaatregel. De geluidsoverlast die betrokkene ondervindt van zijn buren, speelt nog steeds in de thuissituatie. Betrokkene wordt daardoor gespannen en opgewonden. Hij werd thuis al poliklinisch behandeld met antipsychotica. Ondanks dat betrokkene zijn medicatie inneemt, slaat deze niet aan. De paranoïde is nog steeds aanwezig. Dat maakt het lastig om betrokkene te behandelen. Aangezien de instelling nog niet kan overzien hoe het zal lopen met betrokkene, zijn de vormen van verplichte zorg breed aangekruist. Enkel het toedienen van vocht en voeding is volgens de instelling niet nodig. Ook verzoekt de psychiater in tegenstelling tot de advocaat om de machtiging te verlenen voor de duur van drie weken. Als het goed gaat met betrokkene dan kan hij eerder naar huis om daar ambulant te worden behandeld, hij zal niet onnodig opgenomen blijven.
2.4.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, met name gelegen in ernstig lichamelijk letsel. Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
2.5.
De rechtbank is van oordeel dat bij de voortzetting van de crisismaatregel de verzochte vormen van verplichte zorg, met uitzondering van het toedienen van vocht en voeding, noodzakelijk zijn om het nadeel af te wenden. Betrokkene verzet zich tegen deze zorg. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.6.
Deze vormen van verplichte zorg zijn evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.7.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na heden, en aldus geldt tot en met 6 april 2020.

3.Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [1974] te [geboorteplaats] (Sierra Leone), met voor de duur van de machtiging de volgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- beperken van het recht op het ontvangen van bezoek;
- opnemen in een accommodatie;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 6 april 2020;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 16 maart 2020 mondeling gegeven door mr. A.C. van den Boogaard, rechter en in het openbaar uitgesproken bijgestaan door mr. Z.E.W. Fuchs als griffier, en schriftelijk uitgewerkt en ondertekend op 25 maart 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.