Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Verloop van de procedure
- het verzoekschrift van de moeder van 28 januari 2020 met producties 1-32;
- het aanvullende verzoekschrift van de moeder van 5 maart 2020 met producties 1-2;
- het verweerschrift van de vader van 10 maart 2020.
2.Vaststaande feiten
- [minderjarige 1], geboren op [geboortedatum 1] 2014 te [geboorteplaats] , hierna te noemen ‘ [voornaam van minderjarige 1] ’;
- [minderjarige 2], geboren op [geboortedatum 2] 2015 te [geboorteplaats] , hierna te noemen ‘ [voornaam van minderjarige 2] ’.
3.Verzoeken en verweer
in de provisionele voorzieningenprocedure:
in de bodemprocedure:
primair:het gezamenlijk gezag te beëindigen en te bepalen dat de moeder voortaan alleen belast is het met ouderlijk gezag over [voornaam van minderjarige 1] en [voornaam van minderjarige 2] ;
subsidiair:aan de moeder vervangende toestemming te verlenen om:
meer subsidiair:haar vervangende toestemming te verlenen om met de kinderen in de periode van 30 mei 2020 tot en met 7 juni 2020 op vakantie te gaan binnen Europa of het Verenigd Koninkrijk.
4.Beoordeling
5.Beslissing
[minderjarige 1], geboren op [geboortedatum 1] 2014 te [geboorteplaats] en
[minderjarige 2], geboren op [geboortedatum 2] 2015 te [geboorteplaats] , totdat nader is beslist, zodat de moeder op dit moment alleen het gezag over de kinderen uitoefent;
- is er reden om aan te nemen dat het gezamenlijk ouderlijk gezag niet in stand kan blijven?
- en indien dit zo is, wie van de ouders moet alleen met het ouderlijk gezag belast worden?
pro formadatum van
10 september 2020, met bepaling dat afhankelijk van de dan verkregen informatie over de voortgang van het Raadsonderzoek een nadere zittingsdatum wordt bepaald,
de advocatenom ieder de eigen cliënt(e) op te roepen tegen een nader te bepalen tijdstip,
de griffierom de Raad op te roepen tegen een nader te bepalen tijdstip;