ECLI:NL:RBMNE:2020:1209

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
12 maart 2020
Publicatiedatum
30 maart 2020
Zaaknummer
C/16/498320 / FA RK 20-1549
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot verlenen van verplichte zorg op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 12 maart 2020 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een beschikking gegeven inzake een verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had op 28 februari 2020 een verzoekschrift ingediend, vergezeld van diverse bijlagen, waaronder een medische verklaring en een zorgplan. Tijdens de mondelinge behandeling op dezelfde dag zijn de betrokkene, zijn advocaat mr. H. Hooijer, en psychiater J. Corthals gehoord. De officier van justitie was niet aanwezig.

De advocaat pleitte voor afwijzing van het verzoek, stellende dat het onvoldoende onderbouwd was en dat de betrokkene geen psychische stoornis vertoonde. De psychiater daarentegen concludeerde dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis en dat verplichte zorg noodzakelijk was om ernstig nadeel te voorkomen. De rechtbank oordeelde dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis waren en verleende de zorgmachtiging voor de verzochte vormen van verplichte zorg, met uitzondering van het toedienen van vocht en voeding. De machtiging geldt tot en met 12 april 2020.

De rechtbank concludeerde dat de voorgestelde verplichte zorg evenredig en effectief was, en dat voldaan was aan de criteria voor verplichte zorg zoals vastgelegd in de Wvggz. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter D.J. van Maanen en schriftelijk uitgewerkt op 24 maart 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling familierecht
Locatie Utrecht
Zaaknummer: C/16/498320 / FA RK 20-1549
Betrokkenenummer: [betrokkenenummer]
Machtiging tot verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 12 maart 2020, naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren op [1995] te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] te [woonplaats] ,
verblijvende te Fivoor, locatie [locatie] te [woonplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. H. Hooijer.

1.Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 28 februari 2020, heeft de officier van justitie verzocht om een zorgmachtiging. Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de medische verklaring d.d. 19 februari 2020;
- de zorgkaart inclusief bijlagen;
- het zorgplan inclusief bijlagen;
- de bevindingen van de geneesheer directeur;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet BOPZ en de Wvgzz.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 12 maart 2020 te Fivoor, locatie [locatie] te [woonplaats] .
1.3.
Daarbij heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- de betrokkene,
- de advocaat,
- mevrouw J. Corthals, psychiater.
1.4.
De officier van justitie heeft van tevoren laten weten dat hij niet voornemens is bij de mondelinge behandeling te verschijnen.
1.5.
De rechtbank heeft na de mondelinge behandeling direct uitspraak gedaan en een kennisgeving mondelinge uitspraak aan de advocaat van betrokkene en aan de vertegenwoordiger van de zorgaanbieder verstrekt.

2.Beoordeling

2.1.
In het verzoekschrift is, op grond van het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur, verzocht om aan betrokkene de volgende vormen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:2 Wvggz te mogen verlenen. Het gaat dan om:
- toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychotische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedag-beïnvloedende middelen;
- opnemen in een accommodatie.
2.2.
De advocaat heeft gepleit voor afwijzing van het verzoek. Formeel stelt zij dat het verzoek onvoldoende is onderbouwd. De medische verklaring die bij het verzoek is gevoegd, is dezelfde medische verklaring behorende bij het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel. Dit betekent dat betrokkene niet recent onderzocht is door een onafhankelijk psychiater. Inhoudelijk stelt zij dat betrokkene maar één keer boos is geweest, maar dat het goed met hem gaat en hij rustig is. Hij is niet achterdochtig, hoort geen stemmen en zij stelt dat er geen sprake is van een psychische stoornis. Indien het verzoek wordt toegewezen, stelt zij ten aanzien van de verplichte vormen van zorg dat het beperken van de bewegingsvrijheid, de controle op gedag-beïnvloedende middelen, uitoefenen van toezicht, insluiten en opname niet nodig zijn. Betrokkene gebruikt geen alcohol en heeft slechts één keer ruzie gehad. Tijdens de mondelinge behandeling heeft betrokkene verklaard dat hij niet in de instelling opgenomen wil blijven. Hij zegt dat hij geen ruzie zal maken Bovendien wil hij aan zijn toekomst werken en vindt hij de instelling geen goede omgeving.
2.3.
De psychiater heeft geconcludeerd voor toewijzing van het verzoek. Sinds betrokkene met zijn medicijnen is gestopt gaat het minder goed met hem. Betrokkene moet gestimuleerd worden om nieuwe medicatie in te nemen. Hij is nog heel dwingend en eisend. Daarnaast kan hij niet goed voor zichzelf zorgen. Ten aanzien van de medische verklaring stelt zij dat deze is opgesteld voor de zorgmaatregel, maar dat de zorgmaatregel werd ingehaald door de crisismaatregel. Er was maar beperkte tijd om het voor te bereiden. Zij stelt dat in een nieuwe medische verklaring ook geen andere uitkomst zou staan. Wat betreft de verplichte vormen van zorg stelt de psychiater dat vocht en voeding niet nodig zijn. Onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen, acht zij wel nodig. Het is van belang om te kunnen controleren of betrokkene geen alcohol koopt bij het boodschappen doen.
2.4.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van neurobiologische ontwikkelingsstoornissen en schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen.
2.5.
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op:
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige verwaarlozing;
- maatschappelijke teloorgang;
- de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept;
- de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
2.6.
Om het ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en dusdanig te herstellen zodat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, heeft betrokkene zorg nodig.
2.7.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. De rechtbank verleent daarom een zorgmachtiging voor de verzochte vormen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:2 Wvggz, met uitzondering van het toedienen van vocht en voeding.
2.8.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben
2.9.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.10.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. Aangezien er geen recente medische verklaring bij het verzoek is gevoegd, zal de zorgmachtiging worden verleend voor de duur van één maand, en geldt aldus tot en met 12 april 2020. De rest van het verzoek zal worden aangehouden totdat er een recente medische verklaring is.

3.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [1995] te [geboorteplaats] , voor de volgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychotische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedag-beïnvloedende middelen;
- opnemen in een accommodatie;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 12 april 2020;
houdt het verzoek voor het overige aan.
Deze beschikking is op 12 maart 2020 mondeling gegeven door mr. D.J. van Maanen, rechter en in het openbaar uitgesproken bijgestaan door mr. Z.E.W. Fuchs als griffier, en schriftelijk uitgewerkt en ondertekend op 24 maart 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.