Op 2 maart 2020 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, een beschikking gegeven inzake de voortzetting van een crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie. Dit verzoek volgde op een eerder opgelegde crisismaatregel op 26 februari 2020. De rechtbank heeft de betrokkene, haar advocaat, een arts in opleiding en een psychiater gehoord tijdens de mondelinge behandeling. De betrokkene, geboren in 1990, verblijft in een instelling en heeft verklaard dat zij het liefst weg wil, maar niet wil aangeven waarheen. Haar advocaat pleitte voor afwijzing van het verzoek, met twijfels over de diagnose en de effectiviteit van de opname. Het ziekenhuis concludeerde echter dat voortzetting van de crisismaatregel noodzakelijk was, gezien de zorgen om de betrokkene's toestand en haar weigering van medicatie. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, voornamelijk levensgevaar, en dat de verzochte vormen van verplichte zorg noodzakelijk waren om dit nadeel af te wenden. De machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel werd verleend voor de duur van drie weken, tot en met 23 maart 2020. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter M.E.A. Braeken en schriftelijk uitgewerkt door rechter A.C. Schroten.