ECLI:NL:RBMNE:2020:1124
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek ongegrond verklaard in strafzaak
Op 27 maart 2020 heeft de meervoudige kamer van de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Lelystad, een wrakingsverzoek behandeld van de heer [verzoeker], vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. J.A.P.F. Hoens. Het wrakingsverzoek was gericht tegen de rechters A.J.P. Schotman, E.H.M. Druijf en C.S.K. Fung Fen Chung, die betrokken waren bij de strafzaken tegen verzoeker. Verzoeker stelde dat zijn recht op een eerlijk proces was geschonden omdat zijn verzoek om nader onderzoek naar sms- en WhatsApp-berichten van de aangeefster niet was ingewilligd. Hij vreesde dat de rechters vooringenomen waren, omdat zij hem bevraagd hadden op basis van een onvolledig dossier en zijn onderzoekswens niet serieus hadden genomen.
De wrakingskamer heeft het verzoek beoordeeld aan de hand van artikel 512 van het Wetboek van Strafvordering, dat de mogelijkheid biedt om rechters te wraken op basis van vermoedens van partijdigheid. De rechters hebben in hun schriftelijke reactie aangegeven dat het wrakingsverzoek voortkwam uit een onwelgevallige beslissing en dat er geen sprake was van vooringenomenheid. De wrakingskamer oordeelde dat de beslissing van de rechters om het verzoek om nader onderzoek af te wijzen een procesbeslissing was, waartegen geen wrakingsgrond kon worden ingeroepen. De wrakingskamer concludeerde dat de vrees voor partijdigheid van verzoeker niet objectief gerechtvaardigd was en verklaarde het wrakingsverzoek ongegrond.
De beslissing werd openbaar uitgesproken en de procedures van verzoeker met de parketnummers 16/271712-19 en 21-000335-17 dienen voortgezet te worden in de stand waarin zij zich bevonden op het moment van de schorsing vanwege het wrakingsverzoek.