Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
thans gedetineerd in de PI Lelystad te Lelystad.
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
5.BEWEZENVERKLARING
op 18 juli 2019 te [woonplaats] , ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om in/uit een woning gelegen aan de [adres] , enig goed, toebehorende aan [aangever 8] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en dat weg te nemen goed onder zijn bereik te brengen door middel van braak, immers heeft hij, verdachte, het erf waarop die woning is gelegen heeft betreden en een uitbouw heef beklommen en een (afgesloten) raam geforceerd en door dat raam naar binnen is geklommen, en een of meerdere kamers in die woning doorzocht, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
op 8 juli 2019 te [woonplaats] in/uit een woning gelegen aan de [adres] sieraden toebehorende aan [aangever 2] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van inklimming;
op 10 juli 2019 te [woonplaats] in/uit een woning gelegen aan de [adres] sieraden toebehorende aan [aangever 3] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
op 13 juli 2019 te [woonplaats] , gemeente [woonplaats] , ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om in/uit een woning gelegen aan de [adres] enig goed, toebehorende aan [aangever 4] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en dat weg te nemen goed onder zijn bereik te brengen door middel van braak , immers heeft hij, verdachte, de tuin heeft betreden en door het raam naar binnen gekeken en een ruit ingeslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
op 13 juli 2019 te [woonplaats] , in/uit een woning gelegen aan de [adres] , sieraden toebehorende aan [aangever 5] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
op 14 juli 2019 te [woonplaats] , in/uit een woning gelegen aan de [adres] , sieraden toebehorende aan [aangever 6] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
op 30 juli 2019 te Lisse, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om enig) goed toebehorende aan [aangever 7] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en dat weg te nemen goed onder zijn bereik te brengen door middel van braak , immers heeft hij, verdachte, de tuin van voornoemde [aangever 7] heeft betreden en via de dakgoot naar boven is geklommen en een raam heeft geforceerd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
- naar voornoemde woning toe te gaan en
- een ruit op de eerste verdieping te vernielen en in te gooien en
- (vervolgens) door die opengebroken ruit de woning binnen te gaan.
6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
9.BESLAG
10.BENADEELDE PARTIJEN
11.VORDERING HERROEPING VOORWAARDELIJKE INVRIJHEIDSTELLING
12.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
13.BESLISSING
gevangenisstraf van 4 (vier) jaren;
- verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat haar vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- compenseert de proceskosten van de benadeelde partijen [benadeelde 2] en verdachte, in die zin dat ieder haar eigen kosten draagt;
- wijst de vordering van [aangever 6] toe tot een bedrag van € 35.325,63 (materiële schade) en veroordeelt verdachte tot betaling van dat bedrag aan [aangever 6] , vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 juli 2019 tot de dag van volledige betaling;
- veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [aangever 6] aan de Staat te betalen
- wijst de vordering van [aangever 1] toe tot een bedrag van € 500,- (materiële schade) en veroordeelt verdachte tot betaling van dat bedrag aan [aangever 1] , vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 juli 2019 tot de dag van volledige betaling;
- veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [aangever 1] aan de Staat te betalen
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- verklaart de benadeelde partij voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kunnen worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- wijst de vordering van [aangever 3] toe tot een bedrag van € 11,- (materiële schade) en veroordeelt verdachte tot betaling van dat bedrag aan [aangever 3] , vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 juli 2019 tot de dag van volledige betaling;
- veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [aangever 1] aan de Staat te betalen € 11,- vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 juli 2019 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 1 dag gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- verklaart de benadeelde partij voor wat betreft het meer gevorderde (immaterieel) niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kunnen worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- verklaart de benadeelde partij [benadeelde 3] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat haar vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- compenseert de proceskosten van benadeelde partij [benadeelde 3] en verdachte, in die zin dat ieder zijn eigen kosten draagt;
- verklaart de benadeelde partij [benadeelde 4] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat haar vorderingen kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- compenseert de proceskosten van benadeelde partij [benadeelde 4] en verdachte, in die zin dat ieder zijn eigen kosten draagt;
- wijst de vordering van [benadeelde 1] toe tot een bedrag van € 24.000,- (materiële schade) en veroordeelt verdachte tot betaling van dat bedrag aan [benadeelde 1] , vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 juni 2019 tot de dag van volledige betaling;
- veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [aangever 6] aan de Staat te betalen
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- verklaart de benadeelde partij voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kunnen worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
hij op of omstreeks 4 augustus 2019 te [woonplaats] , althans in Nederland, een Gazelle Orange C7 (heren)fiets, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [benadeelde 5] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )
hij op of omstreeks 8 augustus 2019 te Blaricum, althans in Nederland, een goed, te weten een Gazelle Orange C7 (heren)fiets heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de
verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
( art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht, art 417bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht )
hij op of omstreeks 15 juli 2019 te [woonplaats] , althans in Nederland, in/uit een woning gelegen aan de [adres] , één of meer sieraden en/of goederen van zijn gading, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [aangever 1] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )
hij op of omstreeks 18 juli 2019 te [woonplaats] , althans in Nederland, in/uit een woning gelegen aan de [adres] te [woonplaats] , één of meer sieraden en/of één of meer goederen van zijn gading, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [aangever 8] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )
hij op of omstreeks 10 juli 2019 te [woonplaats] , althans in Nederland, in/uit een woning gelegen aan de [adres] , één of meer sieraden en/of goederen van zijn gading, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [benadeelde 2] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )
hij op of omstreeks 8 juli 2019 te [woonplaats] , althans in Nederland, in/uit een woning gelegen aan de [adres] , één of meer sieraden en/of goederen van zijn gading, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [aangever 2] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )
hij op of omstreeks 10 juli 2019 te [woonplaats] , althans in Nederland, in/uit een woning gelegen aan de [adres] , één of meer sieraden en/of goederen van zijn gading, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [aangever 3] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn bereikheeft gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )
hij op of omstreeks 12 juli 2019 te [woonplaats] , gemeente [woonplaats] , althans in Nederland, in/uit een woning gelegen aan de [adres] , één of meer sieraden en/of goederen van zijn gading, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [benadeelde 4] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )
hij in of omstreeks de periode gelegen tussen 11 juli 2019 tot en met 14 juli 2019 te [woonplaats] , gemeente Woensdrecht, althans in Nederland, in/uit een woning gelegen aan de [adres] , één of meer sieraden en/of schoenen en/of goederen van zijn gading, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [benadeelde 6] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )
hij op of omstreeks 13 juli 2019 te [woonplaats] , gemeente [woonplaats] , althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om in/uit een woning gelegen aan de [adres] , één of meer goederen van zijn gading, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [aangever 4] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming, immers heeft hij, verdachte, de tuin betreden en/of door het raam naar binnen gekeken en/of handschoenen aangetrokken en/of een ruit ingeslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf
niet is voltooid;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
hij op of omstreeks 13 juli 2019 te [woonplaats] , gemeente Woensdrecht, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om in/uit een woning gelegen aan de [adres] , één of meer goederen van zijn gading, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [benadeelde 7] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming, immers heeft hij, verdachte, de tuin betreden en/of door het raam naar binnen gekeken en/of handschoenen aangetrokken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
hij op of omstreeks 13 juli 2019 te [woonplaats] , althans in Nederland, in/uit een woning gelegen aan de [adres] , één of meer sieraden en/of goederen van zijn gading, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [aangever 5] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )
hij op of omstreeks 14 juli 2019 te [woonplaats] , althans in Nederland, in/uit een woning gelegen aan de [adres] , één of meer sieraden en/of goederen van zijn gading, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [aangever 6] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )
hij op of omstreeks 15 juli 2019 te [woonplaats] , althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om in/uit een woning gelegen aan de [adres] , één of meer goederen van zijn gading, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [benadeelde 8] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming, immers is en/of heeft hij, verdachte, de tuin betreden en/of via de regenpijp naar boven geklommen en/of naar et openslaande raam toegelopen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
hij op of omstreeks 30 juli 2019 te Lisse, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om één of meer goederen van zijn gading, in elk geval enig(e) goed(eren), die/dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [aangever 7] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming, immers is en/of heeft hij, verdachte, de tuin van voornoemde [aangever 7] betreden en/of via de dakgoot naar boven geklommen en/of een raam heeft geforceerd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
hij in of omstreeks de periode gelegen tussen 14 augustus 2019 en 16 augustus 2019 te [woonplaats] , althans in Nederland, in/uit een woning gelegen aan de [adres] te [woonplaats] , één of meer sieraden en/of één of meer goederen van zijn gading, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [benadeelde 3] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 8 juli 2019 tot en met 3 september 2019 te Amsterdam, althans in Nederland, (van) één of meer voorwerp(en), te weten
- een boot (Merk: Bayliner Type: Ciera Sunbridge registratienummer
[registratienummer] op naam van [benadeelde 9] ) en/of
- een personenauto (merk: Opel Adam [kenteken] ) en/of
- één of meer geldbedragen van in totaal € 6071,30 euro, althans enig
geldbedrag,
- de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, en/of heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op een voorwerp, te weten een boot en/of een personenauto en/of een geldbedrag van in totaal € 6071,30 euro, was, en/of heeft verborgen en/of verhuld wie een voorwerp, te weten een boot en/of een personenauto en/of een geldbedrag van in totaal € 6071,30 euro, voorhanden heeft gehad en/of
- heeft verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet, en/of van (een) voorwerp(en), te weten een boot en/of een personenauto en/of een geldbedrag gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
art 420bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht, art 420quatr lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
( art 420bis lid 1 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht, art 420quatr lid 1 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht )
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 8 juli 2019 tot en met 3 september 2019 te Amsterdam, althans in Nederland, één of meer voorwerp(en), te weten
- een boot (Merk: Bayliner Type: Ciera Sunbridge registratienummer
[registratienummer] op naam van [benadeelde 9] ) en/of
- een personenauto (merk: Opel Adam [kenteken] ) en/of
- één of meer geldbedragen van in totaal € 6071,30 euro, althans enig geldbedrag, heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad terwijl hij, verdachte, wist althans redelijkerwijs moest vermoeden dat dat voorwerp onmiddellijk afkomstig was uit enig eigen misdrijf;
( art 420bis.1 Wetboek van Strafrecht, art 420qtr.1 Wetboek van Strafrecht )
- naar voornoemde woning toe te gaan en/of
- een ruit op de eerste verdieping te vernielen en/of in te gooien en/of
- (vervolgens) door die opengebroken ruit de woning binnen te gaan;
(Artikel art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 3 Wetboek van Strafrecht