Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
gedetineerd in / verblijvende te P.I. Alphen, locatie Eikenlaan.
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
(de rechtbank begrijpt: de aangever) nog een keer ter hoogte van zijn borst. Ik zag dat verdachte 2 de lantarenpaal vastpakte en zijn been hoog omhoog hief om de aangever te trappen. Ik zag dat de aangever hierna ten val kwam en op de grond lag. Nadat de aangever ten val kwam zag ik dat verdachte 2 zijn been uithaalt en de aangever trapt. Ik kon doordat er een boom in het beeld staat niet zien waar de trap de aangever raakte, maar ik kon wel zien dat dit op zijn bovenlichaam is. Ik zag dat verdachte 1 boven de aangever staat en zijn been beweegt richting de aangever. Ik zag dat verdachte 2 zijn rechterhand balde tot een vuist en deze omhoog hief. Ik zag dat hij uithaalde en de aangever tegen zijn gezicht sloeg. Ik zag dat verdachte 2 de aangever nog een trap gaf ter hoogte van zijn onderrug, terwijl de aangever nog op de grond lag. [4]
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT
(meer subsidiair)bewezen verklaarde levert volgens de wet het volgende strafbare feit op: poging tot zware mishandeling
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF EN MAATREGEL
een pogingtot het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel, maar het feit is wel samen met een ander gepleegd, hetgeen strafverhogend is. Bovendien is er wel degelijk fors letsel ontstaan bij het slachtoffer waar hij veel last van heeft ondervonden en nog steeds vindt. Ook vond het strafbare feit plaats in de openbare ruimte en wordt het door de rechtbank beschouwd als zogenoemd uitgaansgeweld.
- zich onthoudt van contact met [slachtoffer]
- zich niet ophoudt bij de woning van [slachtoffer] , adres: [adres] te [woonplaats] en de cafetaria van [slachtoffer] , te weten [cafetaria] , adres: [adres] te [woonplaats] .
9.BENADEELDE PARTIJ
10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
11.BESLISSING
- legt aan verdachte op de maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de duur van 2 jaren.
- beveelt dat verdachte
- zich niet ophoudt in bij de woning van [slachtoffer] , adres: [adres] te [woonplaats] en de cafetaria van [slachtoffer] ‘ [cafetaria] ’, adres: [adres] te [woonplaats] ;
- zich onthoudt van contact met [slachtoffer]
- wijst de vordering van [slachtoffer] toe tot een bedrag van € 9.261,04;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [slachtoffer] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 september 2019 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- verklaart [slachtoffer] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [slachtoffer] aan de Staat € 9.261,04 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 september 2019 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 81 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of zijn mededader op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.