Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
‘Op de camerabeelden is te zien dat je de betreffende leerling vanaf het schoolplein apart hebt genomen (onder de poort). Je hebt de leerling vervolgens tot tweemaal toe bij de keel beetgepakt en hem vanuit die positie geduwd.(-) Jij hebt erkend dat je de leerling één duw hebt gegeven, maar je ontkende dat je hem nogmaals hebt geduwd en hem bij de keel hebt beetgepakt. Je bagatelliseerde jouw gedrag en noemde het incident een “verstappertje”. (-) Wij kwalificeren het tot tweemaal toe beetpakken van een leerling bij zijn keel en de twee duwen, zowel elk op zichzelf genomen als ook in hun onderlinge samenhang bezien, als een dringende reden in de zin van artikel 7:678 BW, die een ontslag op staande voet rechtvaardigt. Bij deze beslissing hebben wij alle (persoonlijke) omstandigheden meegenomen, waaronder het feit dat jouw handelswijze/gedrag in het verleden (zie o.a. de brief d.d. 12 november 2014) ook al onderwerp van gesprek is geweest, [school]( [school] , kantonrechter)
jou op dat moment ‘het voordeel van de twijfel heeft gegeven’ en toen is besloten jou een laatste kans te geven. Hierbij bevestig ik jou derhalve schriftelijk het gisteren aan jou verleende ontslag op staande voet.’