In de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1971 te Marokko, heeft de rechtbank Midden-Nederland op 27 februari 2019 uitspraak gedaan. De zaak betreft een poging tot doodslag en zware mishandeling, waarbij de verdachte wordt beschuldigd van het steken van de aangever met een mes op 19 september 2018 in Utrecht. De rechtbank heeft de zaak behandeld op de terechtzittingen van 19 december 2018 en 13 februari 2019, waarbij de officier van justitie, mr. J.R.F. Esbir Wildeman, heeft gevorderd tot een integrale vrijspraak van de verdachte. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verklaringen van de aangever inconsistent zijn en dat er te veel onduidelijkheid bestaat over de gebeurtenissen. De getuigenverklaringen zijn ook niet betrouwbaar gebleken, aangezien getuigen bij de rechter-commissaris terugkwamen op eerdere verklaringen. De rechtbank concludeert dat er onvoldoende bewijs is om de verdachte schuldig te verklaren voor de tenlastegelegde feiten. De rechtbank spreekt de verdachte vrij van het ten laste gelegde en verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in zijn vordering, die kan worden ingediend bij de burgerlijke rechter.