Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
1.De stukken
- het arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 9 mei 2001 waarbij de betrokkene ter beschikking is gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege, omdat betrokkene zich schuldig heeft gemaakt aan verkrachting (tweemaal) en doodslag;
- stukken waaruit blijkt dat de terbeschikkingstelling is ingegaan op 27 februari 2007;
- de beslissing van deze rechtbank van 21 februari 2017, waarbij de termijn van terbeschikkingstelling voor het laatst is verlengd voor de duur van twee jaren;
- de vordering van de officier van justitie van 18 januari 2019, ingekomen ter griffie op 21 januari 2019, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar;
- het verlengingsadvies van 28 december 2018, opgemaakt door drs. H.J. van der Lugt (hoofd van de inrichting), drs. A.J. Wijnne (hoofd behandeling), drs. E.L.M. Klein Haneveld (manager behandelzaken) en drs. E.A.M. Schouten (psychiater),
2.De procesgang
3.Het standpunt van de inrichting
4.Het standpunt van de officier van justitie
5.Het standpunt van de verdediging
6.Beoordeling
7.De toepasselijke wetsartikelen
8.De beslissing
twee (2) jaar.