Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure in de hoofd- en vrijwaringszaak
- het tussenvonnis van 20 juni 2018 waarbij een comparitie van partijen is bepaald
- de conclusie van repliek van Allianz van 8 augustus 2018
- de conclusie van dupliek van [A] van 26 september 2018.
- het tussenvonnis van 20 juni 2018 waarbij een comparitie van partijen is bepaald
- de conclusie van repliek van [A] van 5 september 2018
- de conclusie van dupliek van [B] van 26 september 2018.
2.De feiten en het geschil
3.De beoordeling van de hoofdzaak
- een niet verharde, zachte berm;
- een groot hoogteverschil tussen de berm en het wegdek;
- de weersomstandigheden;
- de wind ter plaatse;
- het systeem van de zelfsturende achteras die bij hogere snelheden niet wordt geblokkeerd;
- het feit van algemene bekendheid dat beladen tankauto’s een lage stabiliteit hebben en een verhoogd risico op omslaan;
- in het bijzonder vrachtwagens voor het vervoer van vloeistoffen, zoals melk, regelmatig van de weg raken om uiteenlopende redenen, vrijwel altijd zonder aanwijsbare/eenduidige oorzaak.
nietslaagt in het leveren van tegenbewijs.
nietslaagt in het ontzenuwen van de voorlopig bewezen geachte stelling van Allianz dat het ongeval is te wijten aan bewuste roekeloosheid van [A] , dan komt daarmee vast te staan dat het ongeval is te wijten aan bewuste roekeloosheid van [A] en dan is hij aansprakelijk voor de schade die [B] daardoor lijdt. [B] heeft daarmee dan dus een vordering op [A] . Dat betekent dat aan alle drie de voorwaarden voor subrogatie is voldaan. Maar, wanneer een verzekeraar, een werkgever en een werknemer betrokken zijn, geldt ook nog de volgende regel: een verzekeraar krijgt alleen een vordering uit subrogatie van een verzekerde (hier [B] ) op een werknemer (hier [A] ) als die werknemer aansprakelijk is tegenover de verzekerde wegens een omstandigheid die een uitkering in de weg zou hebben gestaan als die de verzekerde zou zijn toe te rekenen (artikel 7:962, lid 3 BW).
nietslaagt in het leveren van tegenbewijs, Allianz is gesubrogeerd in de vordering van [B] op [A] , ook al bestond tussen [B] en [A] een werkgever-werknemer relatie.
nietslaagt in het leveren van tegenbewijs en zijn aansprakelijkheid dus vast zou staan.
4.De beoordeling van de vrijwaringszaak
De beslissing
schriftelijke bewijsstukken, hij die stukken op die rolzitting in het geding moet brengen;
getuigen, hij op die rolzitting de getuigen moet opgeven en de verhinderdagen moet opgeven van partijen in de hoofdzaak, (eventuele) advocaten/gemachtigden en de getuigen in de maanden mei tot en met juli 2019, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald;
alle partijenuiterlijk twee weken voor het eerste getuigenverhoor
alle beschikbare bewijsstukkenaan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen;