ECLI:NL:RBMNE:2019:6746
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Wijziging bijzondere voorwaarden na voorwaardelijke veroordeling met betrekking tot reclasseringstoezicht en behandeling
Op 5 november 2019 heeft de Rechtbank Midden-Nederland te Utrecht uitspraak gedaan in een zaak betreffende de wijziging van bijzondere voorwaarden na een voorwaardelijke veroordeling. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, ingekomen op 9 september 2019, behandeld. De veroordeelde, geboren in 1996, was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 32 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van vijf jaar en bijzondere voorwaarden die onder andere inhielden dat hij geen contact mocht opnemen met twee specifieke personen zolang de reclassering dit noodzakelijk achtte.
De reclassering heeft in een rapport van 6 mei 2019 aangegeven dat de huidige bijzondere voorwaarden onvoldoende zijn om het toezicht effectief uit te voeren. De veroordeelde heeft sinds december 2018 in een instelling gewoond en volgt een ambulante behandeling, maar kampt met geestelijke instabiliteit en heeft veel begeleiding nodig. De reclassering adviseert om de bijzondere voorwaarden aan te vullen met een meldplicht, een ambulante behandeling en een verblijf in een begeleide woonvorm.
Tijdens de zitting op 22 oktober 2019 zijn de officier van justitie en de reclasseringswerker gehoord. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de huidige formulering van de bijzondere voorwaarden niet volstaat voor de uitvoering van het toezicht. Daarom heeft de rechtbank besloten de bijzondere voorwaarden te wijzigen en aan te vullen, zodat de veroordeelde zich moet melden bij de reclassering, moet meewerken aan een ambulante behandeling en aan een verblijf in een begeleide woonvorm. Deze beslissing is genomen in het belang van de begeleiding en behandeling van de veroordeelde, met inachtneming van artikel 14f van het Wetboek van Strafrecht.